Discussies over financiering van en in het onderwijs centreerden zich vroeger al rond het feit dat het onderwijs onvoldoende middelen krijgt. Vandaar de traditionele eis dat minstens 7 procent van de maatschappelijke rijkdom (BBP) naar onderwijs zou moeten gaan.

Een andere oude discussie is het feit dat het openbaar onderwijs vooral gefinancierd wordt via objectief meetbare criteria (bv. leerlingenaantal, m2 te kuisen enz.) waar het vrije net beroep kan doen op ‘eigen inkomsten’. Vrije scholen hebben indien ze meer dan 100 personeelsleden tellen wel een Ondernemingsraad maar daarin hebben de vakbondsafgevaardigden niet hetzelfde recht op inzage in de boekhouding als in de privé-ondernemingen. Daarnaast werd met lede ogen de sluipende privatisering van bijvoorbeeld keukens en onderhoud vastgesteld, aangeklaagd en bestreden samen met onze kameraden van ACOD Overheidsdiensten.

Spijtig genoeg is de problematiek nog heel wat ingewikkelder geworden. Ook openbare scholen moeten meer en meer beroep doen op ‘eigen inkomsten’. Reclamepanelen en verkopen van allerlei frisdranken en snoep (in kader van onze acties rond gezondheid op school?) vormen in bepaalde instellingen soms gigantische inkomstenposten. Het onderwijs doet ook steeds meer beroep op private instellingen met winstmotief. Scholen staan in de rij bij gespecialiseerde (privé-)instellingen voor de organisatie van sportdagen. Elektronische leerplatformen zijn niet meer weg te denken (bv. Smartschool). Scholen betalen de software en nog een bedrag per gebruiker aan wat uiteindelijk een BVBA blijkt te zijn, en BVBA’s werken volgens het winstprincipe. Gevolg is dat vaak de kostprijs van dit alles verhaald wordt op de ouders. Hoe past dit in het kader van het streven naar gratis onderwijs en het toekennen van éénmalige onderwijstoelages in september?

Projecten zoals Dynamo2 en andere tieren terecht welig. Deze worden gesubsidieerd. Maar dit vereist eerst préfinanciering. Dit betekent dat de ‘klassiekers’ (mosselsoupers, tombola’s, kerstmarkten, kaas & wijn, taartenslag enz.) van vriendenkringen nu vermenigvuldigd worden met nog meer handeltjes die de centen eerst moeten bijeenbrengen. Daarbij komt dan nog de structuur van onze Gemeenschapsinstellingen met scholengroepen, meerdere vestigingsplaatsen, diverse specifieke budgetten (bv. navorming).

Natuurlijk bestaan er de overlegorganen en het recht op syndicaal toezicht. Maar in de praktijk zien we dat weinigen nog inzicht hebben in het totaal van alle financiële stromen en stroompjes. Alleen de directies kunnen schermen met dit potje is vol en dit potje blijkt ineens leeg te zijn. Bovendien blijkt dat kosten verhaald worden op ons publiek (de kinderen en hun ouders) op een moment dat we een meer kosteloos (ja, gratis) onderwijs moeten nastreven. De toestand gaat dus zeer goed gelijken op het beeld dat we traditioneel schetsten van de situatie in het vrij onderwijs.

In 2008 komt er een Nationaal Congres, waarvoor de politiek-pedagogische commissie een visietekst voorlegt. ACOD Oost- en West-Vlaanderen dringen zelfs aan op 2007. In deze tekst moeten we onze traditionele eisen rond financiering dringend aanvullen met een eis voor meer transparantie bij de financiering van de openbare school in de ruime zin van het woord. Syndicalisten van de oude school van het ABVV zouden spreken over de oude eis van ‘arbeiderscontrole’: open de boeken!

Misschien moeten we zelfs meer gedurfde eisen stellen. Waarom zou de openbare sector (dus de gemeenschap) zelf een aantal zaken niet op poten zetten zoals leerplatformen, begeleiding mini-ondernemingen, regionale cateringpool, regionale vervoerpool, regionale onderhoudspool, regionale sportcentra enzovoort. Met overheidsgelden, met het tewerkstellen van onze werkloze en competente onderwijskrachten en natuurlijk met de nodige overheidscontrole op kwaliteit en de aanwending van publieke gelden.

Waarom zouden die publieke diensten hun prestaties trouwens ook niet openstellen voor andere ‘klanten’ (bv. vrije instellingen, de buurt) en aldus de financiële slagkracht van de overheid vergroten? Als je hier roept: utopie, kan ik dit in het huidig ideologisch klimaat begrijpen. Maar wie hier moord en brand roept over concurrentievervalsing en ondermijnen van de markt… moet wel beseffen dat het neoliberale gif ook in eigen brein is binnengesijpeld. Hopelijk vormt de discussie rond de visietekst voldoende zuurstof om hier een frisse wind te laten waaien.

Deze tekst werd overgenomen uit Onze Stem, ledenblad van ACOD Onderwijs Oost-Vlaanderen. De auteur is ondervoorzitter van ACOD Onderwijs Oost-Vlaanderen, maar schreef het artikel in eigen naam.

Nawoord:
Ondertussen blijkt dat transparantie op alle niveaus geen overbodige luxe is. In de kranten lezen we over het schandaal dat twee topambtenaren van het onderwijs de Gemeenschap 3 miljoen euro lichter hebben gemaakt via een ingewikkeld stelsel van VZW’s (o.a. via Polen) bij programma’s voor leren op internet. Ook weten we ondertussen dat het Nationaal Congres nog in 2007 zal plaatsgrijpen en dat ACOD Onderwijs Oost-Vlaanderen dat wil koppelen aan een actieplan, waarmee men onder andere reeds op 1 mei wil naar buiten komen. Spreekt vanzelf dat SP.a Rood in Oost-Vlaanderen deze eisen volmondig steunt!

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken