De resultaten van de PVDA+ bij de laatste verkiezingsronde roepen bij velen vragen op. Voorzitter Peter Mertens erkent een "dubbel gevoel" met enerzijds de tevredenheid het stemmenaantal van 2004 te verdubbelen en anderzijds ontgoocheling omdat ze toch meer stemmen verwachtten. Laat ons eerst en vooral hier duidelijk stellen dat ook wij graag de PVDA meer stemmen hadden zien krijgen. In de SP.a wordt de kameraden van SP.a Rood steeds opnieuw aangewreven dat het radicaal linkse verhaal toch niet aanslaat en dat de naam "klein links" een understatement is. Het benaderen van de kiesdrempel door de PVDA+ zou onrechtstreeks ook de draai naar links die we als SP.a Rood bepleiten, ondersteunen en meer legitimiteit geven. Het is met deze opvatting dat wij de campagne "nood aan rood" hebben gevoerd. Ons idee was dat de PVDA linkse proteststemmen achter zich zou moeten kunnen verzamelen, terwijl SP.a Rood een herschikking binnen het SP.a-electoraat nastreefde. Met deze opvatting dienden beide projecten niet onmiddellijk als concurrentieel begrepen te worden.

Tot midden mei was dit overigens ook het klimaat op het terrein, in de campagne. Daarna steeg even de spanning. Heel wat kameraden konden nog lachen met de rode neuzen op de affiches van Erik, maar voelden dit ook aan als een signaal. "We worden over dezelfde kam geschoren." Kort daarna werd de oude trukendoos opnieuw bovengehaald: tijdens een debat in Berchem met Peter Mertens werd Erik vanuit het publiek de vraag gesteld: "Ik twijfel nog tussen Groen en PVDA. Wie zou jij mij aanraden?" Erik antwoordde: "Als je enkel tussen die twee twijfelt, stem dan PVDA", wat daags nadien op de PVDA-websites werd geselecteerd en uitvergroot. Gelukkig maakten de rechtzettingen in De Standaard en het interview op Radio1 duidelijk dat Erik niet het etiket van "PVDA-sympathisant" verdient.

Midden mei werd overigens een koerswijziging ingezet in de PVDA-campagne. In een eerste fase luide de slogan "Stop het politieke circus", kortom het zijn allemaal clowns. Vanaf 15 mei kwam een tweede verhaal naar de oppervlakte: "De PVDA is de sleepboot dit de SP.a-tanker terug een linkse koers zal doen varen". Opeens werd de koers van de SP.a opnieuw een issue voor de PVDA... Maar als dit een issue is - wat overigens de bestaansreden is van SP.a Rood - waarom dan PVDA stemmen in plaats van Erik De Bruyn en SP.a Rood? Op deze logische vraag kwam geen antwoord. Dit is dan ook de reden waarom de poging een PVDA-stem te verbinden met een verlinksing van de grootste (centrum-)linkse formatie, geen positieve impact kon hebben op het kiesgedrag. Anders gezegd, alle argumenten kunnen niet tegelijkertijd ingezet worden. Met de clowncampagne werd de links-rechts-breuklijn verhuld en werden alle andere lijsten en individuen vereenzelvigd met clowns, behalve zij die met clownvermommingen rondliepen. De vraag is echter of het ook tot positieve identificatie leidt met de clowns (de PVDA dus) die er in feite geen zijn? De vraag is ook of dergelijke boodschap een apolitieke houding kan doorbreken of integendeel stimuleert? Anarchisten plakten in de jaren 1980 affiches met de boodschap "mochten verkiezingen iets veranderen, dan zouden ze al lang verboden zijn". Oké, over dit idee valt nog te discussiëren, maar had het impact? Neen, en net om dezelfde redenen kon het "stop het circus"-verhaal evenmin wervend zijn.

Erger, dergelijke populistische slogan laat een aantal belangrijke zaken buiten beschouwing. Zo wordt met een verhaal à la "het zijn allemaal clowns" niet gezegd dat sommigen geen clowns maar wél vijanden zijn. De drie D's (Dedecker, De Wever en De Winter) zijn immers gevaarlijke figuren die sociale rechten willen afbouwen en syndicale vrijheden willen ontmantelen.

Met een resultaat dat amper één procent overstijgt, kan gezegd worden dat het links-populisme van de PVDA-campagne er niet in geslaagd is stemmen te gaan halen bij LDD, VB of N-VA. Evenmin kan gezegd worden dat de blanco en ongeldige stemmen geneigd waren anders te stemmen. Er kan ook niet gezegd worden dat de campagne onvoldoende zichtbaar was om dit doel te bereiken. Iedereen heeft ze gezien, er was airplay in de media en bepaalde commentatoren zagen de PVDA zelfs als een outsider die kon verrassen en mogelijkerwijs zelfs over de kiesdrempel springen. Het heeft niet mogen zijn. Volgende keer wel? Het is nuttig even terug te blikken verder dan de vorige verkiezingen. Onderstaande tabel geeft de resultaten weer voor de provincie Antwerpen waar de electorale impact van de PVDA het grootst is geweest.

Historisch overzicht verkiezingsresultaten provincie Antwerpen

SP

PVDA

Anderen "links van" SP

1985

236.052 (22,75%)

22.357 (2,15%)

"Kris Merckx in het parlement"

3.798 (SAP) / 5.619 (KPB)

1987

249.176 (22,9%)

19.013 (1,81%)

"Kris Merckx in het parlement" (bis)

3.260 (SAP) / 5.319 (KPB)

1989

187.956 (18,51%)

8.369 (0,81%)

Europese verkiezingen

9.741 (Regenboog)

1991

183.306 (17,22%)

8.627 (0,81%)

"Eenheid der communisten'

5.584 (Regenboog)

1994

168.491 (16,5%)

14.845 (1,46%)

Europese verkiezingen

5.700 (Roodgroene beweging)

1995

188.471 (18,2%)

8.366 (0,81%)

Neostalinisme

11.698 (Banaan)

1999

132.320 (12,5%)

8565 (0,8%)

Europese verkiezingen

1999

135.285 (12,8%)

8.958 (0,85%)

Eerste PVDA antifascistische eenheidcampagne

2003

243.879 (21,8%)

10.059

(0,9%)

Resist (alliantie met AEL)

2004

192.000 (17,4%)

8.434 (0,77%)

Europese stembusgang

3.305 (LSP)

2004

195.277 (18%)

7.547 (0,7%)

Regionale verkiezingen

2007

184.686 (16,51%)

14.955 (1,34%)

Federale verkiezingen / Kamer

2.905 (LSP)

2009

164.889 (14,97%)

14.864

1,35%)

Regionale verkiezingen

2.735 (LSP)

De resultaten van 7 juni 2009 zijn helemaal niet de beste. Overigens scoorde de PVDA+ zelfs iets hoger tijdens de federale verkiezingen van 2007. Indien we historische vergelijkingen maken, stellen we vast dat de PVDA in 1985 de 2 procent oversteeg in de provincie Antwerpen. Kort daarna waren er opnieuw verkiezingen en verloor de PVDA lichtjes, voornamelijk ten gevolge van het argument van de "nuttige stem" aangezien de SP sinds 1980 in de oppositie zat. Begin jaren 1980 waren ook jaren van intense sociale strijd en de massale betogingen van de vredesbeweging. In de jaren 1990 betaalde de PVDA ondermeer de prijs voor het goedpraten van de repressie tegen de studentenvolte in China. De PVDA profileerde zich in deze jaren als communistische partij (in realiteit een stalinistische partij) en trachtte restanten van de KP te absorberen. Begin jaren 2000 herprofileerde de PVDA zich als anti-imperialistische partij en zocht bondgenootschappen op met maghrebijnse gemeenschap. Dit culmineerde in 2003 in een electoraal front met de Arabisch-Europese Liga van Abou Jahjah. De partijleiding evalueerde deze oriëntatie negatief en kort daarna werd voorzitster Nadine Rosa Rosso opzijgeschoven. In 2004 behaalde de PVDA een historisch laag resultaat, wat de huidige verdubbeling enigszins relativeert.

Het besluit bij dit alles is misschien niet prettig maar het is wel moeilijk weerlegbaar. Ondanks alle zwenkingen, aanpassingen, eenheidsinitiatieven (waarbij andere stromingen van uiterst-links meestal werden geweerd) is de PVDA er in meer dan twintig jaar niet in geslaagd dichtbij een zetel te komen. Wat voor de PVDA opgaat is a fortiori evenzeer het geval voor de kartels van RAL-KP of SAP-KP, Regenboog, CAP enzovoort. Elke oprechte marxist mag toch wel eens stilstaan bij deze feiten. Er kunnen altijd conjuncturele verklaringen gevonden worden: "tekort aan media-aandacht", "verdeeldheid van uiterst-links", "anticommunistisch offensief" of "ideologische triomf van het liberalisme". Het feit is dat er in meer dan twintig jaar geen doorbraak is gekomen links van de SP. De ontgoocheling die de sociaal-democratie onder brede lagen van de arbeidersbeweging heeft veroorzaakt, vertaalde zich voornamelijk in populistische oprispingen (Rossem, LDD enz.), thematische partijen (zoals Waardig Ouder Worden begin jaren '90), een groenlinkse oppositie (Agalev), een belangrijke fractie blanco en onthoudingen en last but not least, het Vlaams Blok/Belang.

De verklaring hiervoor is in feite niet zo moeilijk: als links faalt, waarom dan nog op "linkser" stemmen vragen velen zich af. Waarom niet eens iets anders proberen? Mensen stemmen met de vorige verkiezing in hun hoofd en zijn doorgaans (buiten de electorale periodes en op momenten van sociale strijd) heel weinig met het politieke gebeuren bezig. Wanneer jaren coalitieregeringen politieke-ideologische verschillen afzwakken en voornamelijk stijl- en persoonsgebonden verschillen zichtbaar en hoorbaar blijven, dan moet men niet verwonderd zijn dat het gros van de kiezers zich uitdrukt via proteststemmen die het meeste deining veroorzaken.

De vraag waarom een stem voor de PVDA nooit een zinvolle proteststem is geworden, heeft een drieledig antwoord:

1) Enerzijds is er de marginaliteit van uiterst-links, een marginaliteit die zelfbevestigend is geworden naarmate steeds opnieuw vergeefse pogingen werden ondernomen deze te doorbreken op steeds dezelfde aftandse wijze. Het gevolg is evident: stemmen voor uiterst links is dus zelfs geen proteststem.

2) Anderzijds is er het onvermogen van de PVDA om zich tot brede lagen van de bevolking te wenden (zwalpend tussen gauchisme zoals ten tijde van Resist en het opportunisme zoals met "stop het circus").

3) Ten laatste is er de hegemonie van de socialistische partij over de arbeidersbeweging, haar plaats in het collectief geheugen, haar wortels in de arbeidersbeweging.

In een context van verrechtsing en bij ontstentenis van een geloofwaardig alternatief op de SP.a ondergaat deze laatste een erosie, maar komt er ook geen ruimte vrij op haar linkerflank. Dit zal zo blijven, zelfs in tijden van crisis. Ondanks de kritiek op een sociaal-liberale partijkoers zal de traditionele achterban zich "hondstrouw" blijven scharen achter haar partij. Dit is een realiteit, of men het nu graag heeft of niet. Wat ons betreft is dergelijke kiesgedrag de uitdrukking van een links politiek bewustzijn. Laten we ook niet vergeten dat er in Vlaanderen geen enkele politieke stroming ooit gehoor heeft gevonden "links van de sociaal-democratie".

Het is met de wetenschap van deze situatie dat marxisten zich richten naar de SP(a) en politiek actief zijn in het hart van de arbeidersbeweging en niet in de marge. Het is geen toeval dat deze aanpak steeds opnieuw aan de hand van administratieve en bureaucratische middelen wordt gesaboteerd. Het is evenmin een toeval dat deze aanpak heeft geleid tot een indrukwekkende 34 procent voor Erik De Bruyn bij de voorzittersverkiezingen in 2007. En het is de les die we kunnen trekken op basis van het resultaat bij de verkiezingen van 7 juni. Indien het zotste scenario van een kartel PVDA+LSP+CAP + SP.a Rood er gekomen zou zijn bij deze verkiezingen, dan was er nog steeds geen zetel, zelfs niet de helft van de stemmen die nodig zijn voor een zetel. Indien één derde van radicaal linkse kiezers een minder sectaire keuze hadden gemaakt dan was er nu een marxist in het parlement. De sectairen onder hen waarschuwen ons reeds: "Jullie actie heeft de SP.a een zetel meer opgeleverd!" Welnu, wij zeggen in alle sereniteit: "Liever een zetel erbij voor de SP.a met Gennez aan het roer dan een zetel meer voor LDD of het Vlaams Belang." Of niet soms?

Wat te doen?

De verkiezingen van 7 juni leverden resultaten op waaruit militanten kunnen leren. Willen zij moedig verder gaan op een doodlopend spoor of meehelpen een stroming uitbouwen die ijvert voor een heroriëntatie van geheel de arbeidersbeweging: links moet weg uit het centrum, gedaan met inhoudsloos pragmatisme en het mede-uitvoeren van de neoliberale recepten. Een klein-linkse afsplitsing is met andere woorden geen oplossing, het verhoogt de verdeeldheid en zal nog steeds met het probleem geconfronteerd worden om de gehele linkerzijde en de gehele arbeidersbeweging op een ander spoor te brengen.