Op 1 mei kondigde de regering in Bolivia aan dat ze beslist had de gasvoorraden van het land over te nemen. Het leger bezette op hetzelfde moment de gasvelden en -installaties. Niet te verwonderen dus dat de multinationale ondernemingen zich in schoktoestand bevinden.

Tijdens de 1-meibetoging op de Plaza Murillo kondigde vice-president Garcia Linera de nationalisatie als volgt aan: “De regering van het volk, de regering van de arbeiders heeft de belangrijkste beslissing genomen van deze eeuw: dit is de eerste nationalisatie van de 21e eeuw”.

Deze maatregel, doorgevoerd door het bijzondere decreet 28701 stelt duidelijk dat “als een maatregel van nationale soevereiniteit, en als gevolg van het mandaat van het Boliviaanse volk (…) de natuurlijke koolwaterstofrijkdommen van het land zijn genationaliseerd (…) de staat herneemt de absolute en totale controle, het eigendom en het bezit van deze rijkdommen”. Vanaf 1 mei zullen de verschillende olie- en gasbedrijven die in het land werken, verplicht zijn het eigendom van hun hele productie af te staan aan het staatsbedrijf YPFB “dat in de naam en als vertegenwoordiger van de staat, volledig zijn eigenaarschap over de koolwaterstoffen geproduceerd in het land zal uitoefenen, de verhandeling ervan zal overnemen, de voorwaarden, het volume, de prijzen zal bepalen voor zowel de binnenlandse markt als voor de uitvoer en de industrialisering”.

Energiemultinationals verrast

Om de toepassing van de maatregel te verzekeren beval de regering het leger alle olie- en gasinstallaties te bezetten. Evo Morales, met de helm op het hoofd, hield persoonlijk het toezicht over de operaties op een olieveld dat door het Braziliaanse Petrobras wordt ontgonnen, een van de grootste multinationale ondernemingen actief op de gasmarkt in Bolivia. “De tijd is gekomen, de lang verachte dag, een historische dag waarop Bolivia de absolute controle overneemt op haar natuurlijke rijkdommen”, verklaarde hij terwijl soldaten een spandoek ontvouwden waarop stond geschreven “Genationaliseerde eigendom van de Bolivianen”.

Deze maatregel heeft de oliebedrijven verrast. Zij verwachtten dat de regering van Evo Morales de contracten ging heronderhandelen die hun toelaten de gas- en oliebronnen te ontginnen. Zij dachten echter dat dit veeleer zou plaatsvinden door middel van onderhandelingen dan een eenzijdige oplegging van de maatregel. Maar de oliemaatschappijen hebben geen enkele reden om te klagen. Lang hebben zij de rijkdommen van het land ontgonnen onder een voor hen uiterst voordelig stelsel van belastingen en aandeel in de opbrengst. Dit werd hun toegestaan door de gehate regering van Gomez de Lozada. Veel van deze contracten zijn in werkelijkheid onwettig omdat ze nooit ofte nimmer door het parlement werden goedgekeurd.

Deze beslissing werd genomen kort na het bezoek van Evo Morales aan Cuba, waar hij verschillende akkoorden heeft ondertekend met Fidel Castro en Hugo Chavez. Dit kadert duidelijk in een afgesproken plan tegen het Vrijhandelsakkoord van de Amerika’s voorgesteld door Washington, dat de vrije hand wil geven aan de Amerikaanse multinationals op het Zuid- en Centraal-Amerikaanse continent.

Als gevolg van het verzet van Venezuela is dit vrijhandelsakkoord, dat veronderstelt was reeds getekend te zijn in januari 2005, roemloos ter ziele gegaan. De VS is dan de weg ingeslagen van bilaterale vrijhandelsakkoorden met verschillende landen in Centraal-Amerika en in het Andesgebergte.

Dit zorgde nauwelijks een week geleden tot de terugtrekking van Venezuela uit de Andes Gemeenschap van Naties (Comunidad Andina de Naciones - CAN). Terecht argumenteerde Venezuela dat indien Colombia en Peru, die deel uit maken van de CAN, vrijhandelsakkoorden tekenen met de VS, dit betekende dat er langs de achterdeur met de hele CAN een vrijhandelsakkoord werd gesloten.

Halve nationalisatie

De maatregel van de Boliviaanse regering is een harde slag in het bijzonder voor de Braziliaanse multinational Petrobras en de Spaanse multinational Repsol, die de belangrijkste spelers zijn op de winstgevende gasmarkt van dit Andesland. Nochtans kunnen we niet spreken van een volledige nationalisatie die even radicaal is als de nationalisatie ondernomen van de mijnindustrie in 1937 en 1969. De staat neemt een beslissende hoeveelheid van aandelen over van deze ondernemingen (51 procent) maar gaat niet over tot de volledige nationalisatie ervan. Het argument dat wordt aangehaald is dat de Boliviaanse staat niet over de nodige technische knowhow beschikt om deze rijkdommen uit te baten. In de nieuwe contracten die worden aangeboden, zal de Boliviaanse staat 82 procent van de inkomsten derven dankzij belastingen en royalty’s. Op deze manier buigt de weegschaal op een beslissende manier ten voordele van Bolivia. Er zijn nog veel andere wettelijke aspecten aan het decreet die meer in detail bestudeerd moeten worden. Maar zelfs in het ergste geval dat dit decreet slechts zou neerkomen op een wijziging van de contracten met de buitenlandse ondernemingen, zou het nog steeds een progressieve stap vooruit zijn.

Deze maatregelen worden onthaald op luid protest van de Boliviaanse oligarchie en door de betrokken multinationale ondernemingen. Ze komen af met de gebruikelijke bedreigingen: dit gaat de buitenlandse investeringen afschrikken en de multinationale ondernemingen op de vlucht doen slaan. Zelfs deze halve nationalisatie kunnen de multinationals niet verteren. De Boliviaanse regering heeft zich met deze maatregel op een ramkoers geplaatst met de ondernemingen.

Toen Evo Morales aan de macht kwam met de overwinning van de MAS in december 2005, drongen we aan op het feit dat de nieuwe president geen twee meesters tegelijkertijd kan dienen. Langs de ene kant zal zij de reusachtige druk ondergaan van de revolutionaire beweging van arbeiders en boeren (die Morales aan de macht hebben gebracht, hoewel hij hier geen rol in heeft gespeeld). Aan de andere kant zal hij het gewicht ook voelen van de oligarchie en de multinationals die hun belangen beschermd en verdedigd willen zien. Elke stap die hij zal ondernemen om de krachtsverhoudingen te wijzigen in het voordeel van de arbeiders en de boeren zal begrepen worden als een provocatie door de oligarchie, wat ook de geruststellende toespraken betreft aan het adres van de buitenlandse investeerders.

Verhoogd zelfvertrouwen

Deze stap, die ook het zelfvertrouwen in de verf zet van de Boliviaanse regering, kan niet begrepen worden buiten het kader van de revolutionaire golf die vandaag over Latijns-Amerika rolt. Zonder het bestaan van de Bolivariaanse revolutie in Venezuela, die op zijn beurt de blokkade tegen Cuba heeft gebroken, zou een regering als deze van Evo Morales nooit dergelijke maatregelen durven nemen.

Los van de wettelijke details en de draagwijdte van deze halve nationalisatie is dit duidelijk een stap vooruit voor de beweging van arbeiders en boeren in Bolivia en in het hele continent. En zo wordt het terecht ook begrepen. Deze stap zal het zelfvertrouwen onder de armen doen toenemen en zal hen aanzetten om de druk op de regering van Evo Morales te verhogen om niet alleen het gas te nationaliseren, maar ook de mijnen, het land, de failliete nationale luchtvaartmaatschappij LAB enzovoort. Morales heeft het overigens zelf reeds verklaard: “Dit is nog maar het begin. Eind mei zullen we nog andere energiebronnen nationaliseren (…) vandaag beginnen we met de koolwaterstoffen, morgen gaan we over tot de mijnen, de bosbouw en alle natuurlijke rijkdommen”.

Deze stappen worden gezet om een nationaal “kapitalisme van de Andes” te ontwikkelen, zoals vice-president Garcia Linera het zegt. Het probleem is echter dat er in Bolivia geen nationale kapitalistische klasse bestaat die gescheiden en onafhankelijk staat ten opzichte van de landeigenaars en de multinationals. Iedere poging om een dergelijke nationale kapitalistische ontwikkeling op gang te brengen zal onvermijdelijk leiden tot een frontale botsing met de kapitalisten, bankiers, industriëlen, de eigenaars van de mijnen en de landbouwgronden, die een ondeelbaar conglomeraat vormen met de belangen van het imperialisme. De enige werkelijke opties zijn socialisme of imperialistische dominantie.

Tactieken van de linkerzijde

Helaas lijken de leiders van de Boliviaanse arbeidersbeweging geen enkele les te hebben geleerd uit de verkiezing van Evo Morales. Eerst had de leiding van de Boliviaanse Arbeiderscentrale (COB) de revolutionaire gelegenheden van oktober 2003 en mei/juni 2005 al laten passeren. Achteraf gaven ze zelfs openlijk toe dat de werkers toen niet aan de macht zijn gekomen vanwege het gebrek aan een revolutionaire leiding. Het gevolg was dat de beweging onvermijdelijk afgeleid werd in electorale richting. Maar in plaats van arbeiderskandidaten naar voren te schuiven en tegelijkertijd kritische steun uit te spreken voor Evo Morales, riep de leiding van de COB op tot een boycot van de verkiezingen. Meer zelfs, ze stelden dat noch Morales noch de kandidaat van de oligarchie de problemen van de werkers zouden oplossen en dat er dus niks te kiezen viel.

De arbeiders en boeren hadden echter een helderder instinct en stemden massaal voor Evo Morales. In de arbeidersstad El Alto, het epicentrum van de voorbije revolutionaire opstanden, stemde 80 procent voor Morales en de MAS. Maar dat was niet relevant volgens Jaime Solares en de andere COB-leiders, die ondertussen elke voeling met de massa waren verloren en een ultralinkse koers bleven varen. Dit werd overduidelijk op 21 april toen de COB niet meer dan enkele honderden mensen kon samenbrengen op een betoging in La Paz die moest doorgaan voor een “algemene staking” tegen de regering Morales. In plaats van de arbeiders te organiseren om druk te zetten op de regering Morales (die ze wel degelijk als hun eigen regering beschouwen) zodat die zijn beloften zou nakomen en verder geduwd zouworden, stelde de COB een hele reeks ultimatums waardoor ze zichzelf afsneden van zelfs de meest vooruitstrevende delen van de arbeidersklasse.

Het resultaat was dat de betoging op 1 mei van de COB merkbaar kleiner was dan die van de MAS waarop de nationalisaties werden aangekondigd. Het komende congres van de COB (dat trouwens uitgesteld was na het fiasco van de “algemene staking” van 21 april) belooft een harde confrontatie te worden tussen de huidige leiding en de aanhangers van de MAS.

Echte soevereinieit door socialisme

Tijdens revolutionaire perioden zijn tactische en strategische fouten fataal. Een echte revolutionaire marxistische leiding kan enkel opgebouwd worden in Bolivia vanuit een correct inzicht in de gemoedsgesteldheid onder de massa’s en hun relatie tot de regering Morales. De Boliviaanse marxisten mogen geen onduidelijkheid laten bestaan over de kern van hun politiek programma: echte soevereiniteit en controle over de nationale rijkdommen in het belang van de meerderheid van de Bolivianen kan enkel bereikt worden door middel van de nationalisatie van de pijlers van de economie en een democratische planning ervan door de werkers zelf, met andere woorden: door de strijd voor socialisme. Maar om dat te bereiken moeten ze eerst de meerderheid van de arbeiders en boeren aan hun kant krijgen, die momenteel aan de zijde van Evo Morales staan. Dit kan enkel door zij aan zij te strijden met de massa’s en tegelijkertijd geduldig uit te leggen, door elke stap vooruit vanwege de regering toe te juichen en tegelijkertijd de beweging verder vooruit te duwen.

Lees meer over Bolvia op:

Morales wint met gigantische meerderheid de Boliviaanse verkiezingen: wat zal hij nu doen? Morales wint met gigantische meerderheid de Boliviaanse verkiezingen: wat zal hij nu doen?

De uiteindelijke resultaten van de verkiezingen in BoliviaDe uiteindelijke resultaten van de verkiezingen in Bolivia

Het Boliviaanse volk en zijn vertegenwoordigersHet Boliviaanse volk en zijn vertegenwoordigers