Cato de Oude eindigde zijn toespraken in de Romeinse Senaat steevast met de opmerking dat hij “overigens van mening was dat (aartsrivaal) Carthago verwoest moest worden”, wat uiteindelijk ook gebeurde. Sommigen lijken deze stijlfiguur te hebben overgenomen om het stakingsrecht aan banden te leggen. De roep om acties te verbieden, wordt steeds maar herhaald en klinkt steeds luider. Aanleiding zijn vaak de spontane stakingen bij het spoor.

Op 6 april werd in stations beneden de taalgrens het werk neergelegd. Twee dagen later was het opnieuw prijs, net zoals op donderdag 14 april. In de media regende het gemeenplaatsen: de reizigers werden gegijzeld, er werd hen “leed aangedaan”, enz. Politici en werkgevers(organisaties) reageerden boos. Er moet paal en perk worden gesteld aan dergelijke onverantwoorde acties. Maar kan dat?

Normaliter worden in de publieke sector – en dus ook bij het spoor – afspraken gemaakt over stakingen. Dit gebeurt door middel van ‘protocollen’ waarin de representatieve organisaties beloven acties op voorhand aan te kondigen. Individuele werknemers zijn daar echter niet door gebonden. Ze kunnen omwille van een plotse werkneerlegging niet worden gestraft. De Raad van State zou een sanctie immers vernietigen omdat spoormannen (net zoals u en ik) recht hebben om te staken op grond van artikel 6 alinea 4 Europees Sociaal Handvest.

Een beperking van het stakingsrecht kan echter, maar alleen in zoverre dit geregeld is bij wet en noodzakelijk is voor de bescherming van de rechten en vrijheden van de anderen en voor de bescherming van de openbare orde, de nationale veiligheid, de volksgezondheid en de goede zeden (sic). Zo mogen bijvoorbeeld militairen en ambtenaren van de staatsveiligheid het werk niet neerleggen. Voor politieagenten geldt een voorwaardelijk stakingsrecht. Alvorens actie te voeren, moeten de representatieve organisaties melden en besprekingen beginnen met de overheid. Wordt deze procedure niet gevolgd, dan zijn tuchtsancties mogelijk.

Voor de NMBS ligt de zaak iets anders. Acties op het spoor veroorzaken hinder, maar men kan moeilijk beweren dat de openbare orde er door in het gedrang komt. Koudweg verbieden kan dus niet. Beperkingen zijn mogelijk, maar alleen in zoverre bepaalde rechten primeren op het stakingsrecht. Het is niet zo duidelijk of dat al het geval is. Indien er een recht op mobiliteit zou bestaan (wat sommigen beweren), moet men het afwegen tegen het stakingsrecht. Voor het gesundenes Volksempfinden zal het recht van de reizigers natuurlijk het zwaarst wegen, maar indien dit zou worden voorgelegd aan het European Committee of Social Rights van de Raad van Europa of het Freedom of Association Committee van de Internationale Arbeidsorganisatie, dan zal het stakingsrecht waarschijnlijk voorrang hebben.

Kunnen dergelijke argumenten politici overtuigen? Het maatschappelijk debat begint vrij irrationeel te worden. Bart De Wever vergeleek onlangs Antwerpen met een bezette stad omdat op de Meir tegen het IPA mocht worden geprotesteerd. Collectieve actie wordt meer en meer – met de hulp van de rechtse media – gediaboliseerd als het in het kraam past. Regimes die stakingen verbieden zoals Libië en Syrië zijn niet democratisch. In België ligt dat blijkbaar anders. Twee maten…

Immers, de staking wordt verboden met behulp van een rechter; de stakingspost wordt verplicht op te stappen door een deurwaarder; de politie voert de actievoerders af en laat hen combitaks betalen voor het vervoer naar de gevangenis. Is er nog een stakingsrecht? In de publieke sector is ons een en ander tot nu toe bespaard gebleven. Wanneer een (centrum)rechtse regering aan zet zou komen, is de kans echter groot dat dit zal veranderen. De scenario’s liggen al klaar in de MR-, VLD- en NVA-hoofdkwartieren. Zodra men begint, zal er geen rem meer staan op de regeldrift. De minimale dienstverlening zal zeker worden ingevoerd: de ultieme oplossing voor het stakingsvraagstuk. En wat zal er volgen? Staken slechts mogelijk na een afkoelingsperiode, afhankelijk van een referendum, gevangenisstraffen voor actievoerders, …

Semper vigilantes. Laten we waakzaam blijven.