Naar aanleiding van de 200e verjaardag van Karl Marx, organiseerde het Masereelfonds in samenwerking met Vonk op 14 juni een lezing door de Amerikaanse politiek filosoof Robert Paul Wolff (Amherst University). Een veertigtal mensen kwamen samen in Ons Huis in Gent voor een niet oninteressante lezing over ‘Het Kapitaal’ van Marx, maar vooral de politieke discussie achteraf bleek opmerkelijk.

Wolff is een expert op het vlak van de geschriften van Marx en zijn video-lezingen op YouTube halen tienduizenden views. In zijn lezing in Gent concentreerde Wolff zich op de vraag “wat de schrijfstijl verklaart die Marx hanteert in Het Kapitaal”. Het is misschien niet de meest dringende vraag die zich vandaag aandient voor marxisten, maar het is in elk geval een aanleiding om het te hebben over de ideeën van Marx. Het eerste deel van Het Kapitaal is inderdaad geschreven in een eerder onheldere stijl, vol metaforen en filosofische verwijzingen. Sommigen beweren dat dit nu eenmaal de stijl was van Marx, een Duitser en dus minder vertrouwd met de heldere Angelsaksische stijl. Maar professor Wolff heeft een andere verklaring. Hij stelt dat Marx wel degelijk een heldere stijl kon aanhouden aangezien hij dat doet in de latere delen van Het Kapitaal en nog meer in andere werken, zoals Marx’ bekende lezing die is uitgegeven als ‘Loon, Prijs en Winst’ (1865). De theorie van Wolff is dat Marx in het eerste stuk van Het Kapitaal bewust de mystieke taal gebruikt die gangbaar is tijdens eucharistievieringen in de Kerk. De redenering is dat mensen tijdens een mis goed het onderscheid maken tussen werkelijkheid (reality) en verschijning (appearance), bijvoorbeeld bij de schijnbare verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus tijdens de mis. Tijdens het eerste deel van Het Kapitaal wil Marx volgens Wolff aantonen dat ook het kapitalisme anders verschijnt dan het in werkelijkheid is. Er lijkt een vrije markt te zijn waarin arbeiders en kapitalisten in schijnbare vrijheid contracten afsluiten om arbeidsprestaties te leveren (appearance), maar achter die schijn gaat een werkelijkheid schuil van uitbuiting (reality). De conclusie van Wolff is dan ook dat de essentiële boodschap die Marx wil overbrengen via Het Kapitaal, luidt: ‘Het kapitalisme is gebaseerd op de uitbuiting van arbeiders’. In de verdere delen van Het Kapitaal beschrijft Marx de rauwe werkelijkheid van het kapitalisme en daarvoor schakelt hij over op een andere, heldere stijl.

De theorie van Wolff, dat Marx zijn schrijfstijl aanpaste naargelang van het punt dat hij wilde maken, heeft weinig politieke implicaties en, zoals het Italiaanse spreekwoord gaat, als de theorie niet waar is dan is ze in ieder geval goed gevonden. De conclusie die Wolff uit zijn theorie trekt met betrekking tot uitbuiting, is een goede samenvatting van Marx’ werk en het feit dat een universiteitsprofessor spreekt over het kapitalisme, uitbuiting en de ideeën van Marx, is belangrijk.

Maar… nogal wat academische marxisten klinken vrij radicaal wanneer ze spreken over Marx, maar zijn heel wat minder radicaal of zelfs openlijk conservatief wanneer het gaat over de huidige politieke situatie en de nood aan een antikapitalistische revolutie en socialisme. Professor Wolff bleek, helaas, illustratief voor deze tendens onder academische marxisten. In het debat volgend op de lezing, dat zich natuurlijk al snel richtte op de politieke actualiteit, stelde Wolff dat Marx zich had vergist op één punt, namelijk “in zijn voorspelling dat er een revolutie zou komen”. Professor Wolff legde uit: “Er is nooit een revolutie gekomen. Marx dacht dat de arbeiders in opstand zouden komen maar hij heeft zich vergist. Er zijn natuurlijk mensen die beweren dat de revolutie nog moet komen, maar dat zeggen ze al jaren. Ik ben 84 jaar; ik heb het allemaal wel gezien. Nu hebben ze zelfs Trump verkozen”.

Sommige aanwezigen kregen het hierbij danig op hun heupen. Een militant van Vonk kwam tussen en reageerde dat “het verbijsterend is om te stellen dat er nooit een revolutie is geweest, gezien de geschiedenis van onder andere de Commune van Parijs in 1871, Rusland 1917, Duitsland 1918, de Spaanse revolutie in de jaren 1930, de revoluties in China, Cuba, Chili, enzovoort. Deze lijst toont aan, niet dat Marx zich vergiste over het revolutionaire potentieel van de arbeidersklasse - zoals professor Wolff beweert, maar integendeel dat Marx volledig gelijk had in zijn voorspelling dat de arbeidersklasse keer op keer in opstand komt en een revolutionaire uitweg zou blijven zoeken uit dit systeem”. Een andere militant van Vonk kwam tussen met de opmerking dat “het verschil opmerkelijk is tussen enerzijds de interessante lezing van Professor Wolff over Marx, en anderzijds het pessimisme en defaitisme in zijn analyse van de huidige politieke situatie. Waar professor Wolff aan voorbij gaat, zijn de nieuwe linkse bewegingen van vooral jongeren, zoals die rond Jeremy Corbyn in het VK of de strijd tegen Trump in de VS. Mensen komen op dit debat vanavond samen, ook vanuit een onvrede over de huidige politieke situatie en dan is het jammer dat professor Wolff de ideeën van Marx niet vertaalt naar datgene waarvoor Marx ze zelf bedoelde, namelijk ideeën voor de revolutionaire verandering van de maatschappij”.

In zijn repliek krabbelde professor Wolff wat terug door te beweren dat hij “akkoord gaat met betrekking tot de nieuwe strijdbewegingen van jongeren en dat hij hetzelfde zegt wanneer hij in de VS spreekt”. Hij voegde er ook aan toe dat “het optimisme van de jongeren die tussenkwamen in de discussie mooi is maar niet realistisch”, en daarbij haalde hij het stokoude argument boven dat ouderen wijzer zouden zijn en jongeren naïef. Dit is totale onzin en het tegendeel is doorgaans waar: vaak hebben jongeren gelijk en zijn het de ouderen die eigenlijk onrealistisch zijn door vast te houden aan het bestaande.

Andermaal is met deze discussie geïllustreerd dat er geen revolutionaire praktijk kan zijn zonder theorie, maar ook geen revolutionaire theorie zonder praktijk. Als conclusie voor deze geslaagde avond passen wellicht nog het best de woorden van diegene wiens verjaardag de aanleiding was voor deze bijeenkomst: “De filosofen hebben de wereld slechts op verschillende manieren geïnterpreteerd; het komt er op aan haar te veranderen” (Karl Marx).