New Labour

Op dinsdag 4 maart stemden 122 parlementsleden van Labour tegen hun eigen Labour-regering over de kwestie Irak. Een derde van de House Of Commons (de Engelse Kamer van Volksvertegenwoordigers) verwierp het beleid van de regering. Zonder de steun van de Conservatieven, de aartsvijanden van New Labour, zou Tony Blair verslagen geworden zijn.

Zijn positie binnen en buiten de partij wordt hoe langer hoe meer onhoudbaar. De onvoorwaardelijke steun van Blair aan de regering-Bush en daardoor aan de oorlogswaanzin van het Amerikaanse imperialisme heeft zijn populariteit tot een ongekend dieptepunt doen dalen. De rebellie van de socialistische parlementsleden gaat echter in laatste instantie niet over de kwestie Irak. Dezelfde parlementsleden verleenden immers in 1998, tijdens de crisis met de wapeninspecteurs, met een meerderheid van 468 hun goedkeuring aan de bombardementen op Irak. In 1998 was Blair de populairste eerste minister in de geschiedenis van Groot-Brittannië. Geen enkel Labour-parlementslid zou er aan gedacht hebben om tegen hem te stemmen. Niet omdat ze principieel met zijn beleid akkoord gingen, maar omdat hij Labour in 1997 een overweldigende meerderheid had bezorgd. Vele kandidaat-parlementsleden sloten toen een pact met de duivel van de Derde Weg: zolang hij hen van mandaten en postjes kon voorzien, zouden zij hem steunen. De meningsverschillen met Blair over belangrijke sociale thema’s zoals het privatiseringsbeleid werden onderdrukt. Vandaag is de situatie echter drastisch veranderd. Blair dreigt geheel Labour mee te sleuren in zijn immens onpopulaire koers. De herverkiezing van vele socialistische parlementsleden staat op de helling.

Ondertussen werd een ‘People’s Assembly For Peace’ opgericht, een orgaan om de anti-oorlogsdemonstranten en linkse parlementairen een stem te geven buiten het parlement om. Volgens George Galloway, een parlementslid van Labour, kan dit forum als een alternatief parlement functioneren aangezien het House Of Commons niet luistert naar de Britse bevolking. Als de Britten niet kunnen rekenen op hun vertegenwoordigers in het parlement, dan kunnen ze dat volgens hem wel in de Peace Assembly. Het staat vast dat deze volksvergadering een belangrijke functie zal spelen in de uitdrukking van het verzet binnen Labour tegen de oorlog.

Trade Union Congress

Blair wordt niet alleen in zijn partij geconfronteerd met een oppositie, ook in de vakbond groeit het verzet. De Britse eerste minister voert immers een dubbele oorlog. Naast de veldtocht tegen Irak voert hij een ware oorlog tegen de arbeidersklasse. Uit de privatiseringen (onder andere van de Londense metro in januari), de aanvallen op de rechten van de brandweerlui, de verhoging van de inschrijvingsgelden aan de universiteiten enzovoort blijkt dat hij eigenlijk de politieke agenda van de Conservatieven uitvoert. Blair is niet alleen de loopjongen van het Amerikaanse imperialisme, hij is tevens de slaaf van de Britse burgerij. Koste wat het kost wil hij de banden van Labour met de vakbonden verbreken zodat hij ongehinderd zijn aanval op de rechten en de levensstandaard van arbeiders, studenten en vrouwen kan uitvoeren.

Onder druk van hun basismilitanten willen de leiders van de grote vakbonden een speciaal Congres bijeenroepen van de TUC (Trade Union Congress, de eenheidsvakbond). Dit valt samen met de aankondiging van enkele vakbonden om syndicale actie te ondernemen wanneer de oorlog uitbreekt. Het idee dat de vakbonden zich moeten ‘bevrijden’ van Labour is waanzin. Momenteel bestaat New Labour uit minder dan 100.000 leden. Mochten de vakbonden 25 of vijftig van hun leden naar elke afdeling sturen, dan zouden ze Labour gemakkelijk kunnen heroveren. Het is van fundamenteel belang dat de vakbonden een campagne organiseren om Labour weer op te eisen voor de gewone werkmensen. Ze moeten ijveren voor een socialistisch beleid als een alternatief voor de kapitalistische en imperialistische politiek van Blair.

De positie van Blair

De oorlogsverklaring van Blair aan Irak zal tevens een oorlogsverklaring aan het adres van Labour en de vakbonden zijn. Deze zullen zich, geruggensteund door een verpletterende meerderheid van de bevolking, met hand en tand tegen deze imperialistische politiek verzetten. De rebellie van de 122 socialistische parlementsleden zal hierbij vergeleken slechts een storm in een glas water zijn. Volgens schattingen zullen bij een volgende stemming zo’n tweehonderd parlementsleden tegenstemmen.

Blair beseft dat hij zich in een precaire situatie bevindt. Hij rekent er echter op dat hij de oorlog binnen zijn partij nog zolang kan overleven als de veldtocht tegen Irak zal duren. Hij heeft alles ingezet op een korte oorlog tegen Irak, met weinig burgerslachtoffers, waarbij er veel chemische en biologische wapenarsenalen ‘ontdekt’ zullen worden. Mochten de VS en Groot-Brittannië hierin slagen, dan zal hij triomfantelijk terugkeren met de woorden “ik heb het jullie toch gezegd!”

De veldtocht tegen Irak mag dan misschien van korte duur zijn, het zal in elk geval een bloedige strijd zijn die in de steden zal worden uitgevochten. Mochten de VS en Groot-Brittannië erin slagen Saddam Hoessein af te zetten, dan betekent dit juist niet het einde, maar wel het begin van een veel groter conflict. De bestaande Irakese dictatuur zal vervangen worden door een pro-Amerikaans, koloniaal militair bewind. De instabiliteit in het Midden-Oosten zal enkel toenemen en de regering-Bush en Blair zullen steeds meer gedwongen worden om hun belangen in de regio gewapenderhand te verdedigen. De nood aan een sterke anti-oorlogsbeweging zal alleen maar vergroten.

Bovendien is Blair wel erg optimistisch als hij denkt dat hij nog zolang aan de macht zal blijven! Zijn legitimiteit als leider van Groot-Brittannië vermindert elke dag, bij elke massabetoging en bij elk Labour-parlementslid dat zich van hem afkeert. Enkel de samensmelting van de anti-oorlogsbeweging met de linkse oppositie in Labour en de vakbonden zal een kracht vormen die in staat is om het Blairisme omver te werpen en de strijd te voeren voor vrede en een waarachtig socialisme!