Een van de spoken waarmee Bush en Blair de publieke opinie angst willen aanjagen en een oorlog tegen Irak willen goedpraten is de bewering dat Saddam Hoessein binnen de twee jaar in staat zou zijn een atoombom te produceren.

Al het materiaal hiervoor zou voorhanden zijn behalve splijtstof. Op zich is dit hetzelfde als beweren dat je alles in huis hebt om een taart te bakken behalve bloem, melk en eieren. Maar in tegenstelling tot bloem haal je splijtstof niet zomaar bij de kruidenier om de hoek. Veel rumoer wordt nu gemaakt over pogingen van Irak om uranium te kopen in Afrika. Zelfs al zou dit gerucht waar zijn, dan nog kan het enkel gaan over uraniumerts waaruit de ‘splijtbare fractie’ nog moet worden afgezonderd.

Indien Irak deze zuivering zelf zou willen uitvoeren om hoeveelheden te bekomen die nodig zijn om een atoomwapen te produceren, dan is daar een aanzienlijke en complexe industriële infrastructuur voor nodig.

In wezen verschilt het procédé niet zoveel van de wijze waarop Pierre en Marie Curie voor het eerst het radioactieve element radium afzonderden uit radiumerts. Het kostte hen jaren om uit tonnen erts een halve gram radium te bekomen. Maar tegenwoordig vindt ditzelfde procédé van opeenvolgende zuiveringen – voor uranium dan – op industriële schaal plaats, door duizenden centrifuges in ‘cascade’ te plaatsen. De splijtbare uraniumfractie wordt daardoor afgezonderd op basis van soortelijk gewicht.

Volgens Linda Rothstein, hoofdredacteur van het vaktijdschrift ‘Bulletin of the Atomic Scientists’ gaat het daarbij niet zomaar om huis-, tuin- en keukencentrifuges (*). De centrifuges moeten bijzonder hoge snelheden kunnen halen en perfect op elkaar afgestemd zijn. De Amerikaanse vice-president Cheney beweert nu dat ‘men’ een lading aluminium buizen naar Irak heeft onderschept die bestemd zouden zijn voor de constructie van de bewuste centrifuges. Rothstein merkt daarbij op dat het bijzonder vreemd is dat de VS daarbij blijkbaar niet geïnteresseerd zijn te weten welk land of bedrijf deze buizen dan zou hebben geleverd. Ook kunnen of willen de Amerikaanse autoriteiten geen informatie kwijt over wie er nu juist waar, wanneer en wat heeft onderschept en in welke hoeveelheden. De media van hun kant stellen zich weinig kritisch op en verifiëren de informatie niet.

Bovendien, zegt Rothstein, is het bekomen van die centrifugebuizen enkel het makkelijkste deel van de constructie van een uraniumverrijkingsfabriek. Dan nog zou het vijf tot zes jaar duren alvorens de fabriek voldoende hoeveelheden zou hebben geproduceerd voor de aanmaak van een atoombom.

Rothstein vreest dat dit sensationele verhaaltje – en de andere die nog zullen volgen – er bij een weinig kritische pers zullen ingaan als koek. Als misdadige poging om de publieke opinie alsnog aan te zetten tot oorlog kan dat tellen.

(*) een artikel van Linda Rothstein hierover verscheen onlangs op www.mwaw.org, de website van Mediaworkers against the War.