Op 26 december zaaide een tsunami vernieling in de Indische Oceaan. Nu blijkt dat er veel meer gedaan kon worden om de massale vernietiging en de dood van meer dan 150.000 mensen (totnogtoe!) te vermijden. Bovendien kan de hulp na de ramp ook veel beter.

De beelden van de slachtpartij hebben miljoenen gewone mensen in heel de wereld er toe bewogen om miljoenen euro’s te schenken. Toch moeten we ons de vraag stellen: kon deze ramp vermeden worden?

Geen waarschuwing

Tad Murty, een Canadese tsunami-specialist, schat dat 90 à 95 procent van de levens gespaard had kunnen blijven als er een tsunami-waarschuwingssysteem voor de Indische Oceaan had bestaan. Hij verwees daarbij naar Japan als een land dat regelmatig wordt geteisterd door tsunami’s maar daarbij slechts weinig slachtoffers maakt. “De golven zijn heel voorspelbaar”, vertelde hij. “Van waar deze aardschok ontstaan hadden de golven vier uur nodig om India te bereiken. Tijd genoeg voor waarschuwing dus.” (Globe and Mail, 29/12/04)

In de Grote Oceaan bestaat al zo’n systeem, het Pacific Tsunami Warning Center (PTWC) evenals het Deep-ocean Assessment and Reporting of Tsunamis (DART). Deze systemen zijn natuurlijk ontwikkeld door rijke landen zoals Japan en de VS. In de Indische Oceaan bestaat niet zo’n systeem “want tsunami’s zijn zeldzaam” en de regeringen in deze regio vinden dat de apparatuur te duur is. Nochtans waren de lopende kosten voor DART in 2002 slechts twee miljoen dollar – een fractie van het militaire budget van landen in de regio.

Het PTWC registreerde de 9.0 aardbeving ten noordwesten van de kust van het Indonesische eiland Sumatra. Ze namen contact op met hun lidstaten (waaronder Thailand en Indonesië) om te zeggen dat er geen gevaar was voor een tsunami in de Grote Oceaan. Charles McCreery, directeur van de PTWC zei: “We probeerden te doen wat we konden doen. Maar we hebben in onze adressenboek geen contacten voor dat deel van de wereld.” Ze waren zich al snel bewust van een mogelijke tsunami in de Indische Oceaan. De geofysicus vertelt: “We begonnen te denken over wie we konden bellen. We spraken met het operatiecentrum van Buitenlandse Zaken en met het leger. We belden ambassades. We spraken met de zeemacht in Sri Lanka, elke lokale ambtenaar die we konden bereiken.” Later bevestigde Dhr. McCreery eveneens dat de PTWC het Amerikaanse leger, het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en de regering van Australië op de hoogte bracht. Buitenlandse Zaken beweert dat ze India op de hoogte brachten, maar de regering aldaar ontkent dit. Ook Sri Lanka kreeg geen waarschuwing. Blijkbaar kreeg het eiland Diego Garcia, dat onder de controle van de Britten valt, wel een waarschuwing. Dit eiland huisvest een Amerikaanse militaire basis vanwaar aanvallen op Afghanistan en Irak werden gelanceerd. Deze legerbasis lag op het pad van de tsunami maar werd op tijd geëvacueerd. Als de oorspronkelijke bevolking (die in de jaren ’50 zijn verwijderd voor de legerbasis zonder compensatie) nog steeds op het eiland zou wonen, hadden ze waarschijnlijk geen waarschuwing gekregen…

Naar schatting zou een waarschuwing een kwartier op voorhand, met de opdracht onmiddellijk te vluchten, voldoende zijn geweest om de meeste mensen te redden die nu overvallen werden door de vloedgolf. In landen die gewaarschuwd werden, liep de reactie vertraging op door gebrek aan voorbereiding, ontoereikende infrastructuur en bureaucratie. Velen die de waarschuwingen kregen, wisten niet hoe die te interpreteren of waren gewoonweg onverschillig. In Indonesië konden seismologen de aardbeving waarnemen maar niemand op de hoogte brengen wegens het gebrek aan een telefoonlijn in hun kantoor na een relocatie in 2000.

Winsten boven mensen

In Thailand registreerden seismologen eveneens de aardbeving maar oordeelden dat het beter was om burgers en toeristen niet te waarschuwen. Ze hadden namelijk geen zekerheid over een tsunami en vreesden de reactie van de overheid en de toeristische industrie als het om een vals alarm zou gaan. Een ambtenaar verklaarde aan The Nation: “Als we een waarschuwing de wereld in zouden sturen, waardoor er zou worden geëvacueerd [en als er dan niets gebeurde] wat zou dan het resultaat zijn geweest? De industrie zou onmiddellijk geraakt zijn.”

Verscheidene wetenschappers luiden al jaren de alarmklok, maar zij werden het zwijgen opgelegd. De vorige directeur van het Thaise Meteorologisch Departement, Samith Dhamasaroj, wees zeven jaar geleden al op de gevaren van tsunami’s en vroeg om een waarschuwingsysteem uit te bouwen met onder andere alarmsirenes aan de strandhotels. Hij moest echter zijn mond houden en mocht zelfs bepaalde provincies niet langer betreden omdat ze vonden dat “hij hun imago aantastte bij buitenlandse toeristen.”

Nochtans is die logica belachelijk. De toeristische sector, die vitaal is voor deze landen, vreest dat een vals alarm hun zaken schade zou brengen. Maar wat dan met een ramp waarvoor niet werd gewaarschuwd? Toeristen zouden een vals alarm appreciëren boven geen enkele waarschuwing want zo zouden ze weten dat de regering bekommerd is om hun welzijn. Maar wat nu? Wie wil een land bezoeken waarvan geweten is dat alleen de winsten voor de toeristische industrie belangrijk zijn en niet de veiligheid van mensen? Wie wil daar nu naartoe als waarschuwingen nagelaten worden om geld te besparen?

Om het allemaal nog wat gortiger te maken bleek deze week dat banken en credit-card-bedrijven in Groot-Brittannië gigantische winsten maken op basis van de liefdadigheid en donaties. Pas na grote verontwaardiging bij de publieke opinie kwamen deze bedrijven overeen om ongeveer 450.000 euro aan winsten uit die activiteiten terug te betalen. Naar schatting zou die 450.000 euro goed zijn voor 140 watertanken die aan 420.000 mensen water kunnen voorzien. Uiteraard zijn mensen gedegouteerd als ze vernemen dat financiële instellingen vette winsten maken door het lijden en de dood van honderdduizenden mensen. Ook in Spanje doen zich gelijkaardige controverses voor, maar daar hebben de banken totnogtoe niets terug afgestaan.

Zelfs als deze winsten terugbetaald worden, dan moeten we ons nog afvragen hoeveel geld uiteindelijk zijn doel bereikt. Na de aardbeving een jaar geleden in Bam (Iran) beloofden regeringen ongeveer één miljard dollar aan hulp. Tot nu toe is er slechts 17 miljoen dollar ter plekke! Hoeveel van de 2 miljard dollar beloofd na de tsunami, plus het geld van gewone mensen over heel de planeet, zal eigenlijk aankomen?

Aceh

Het Indonesische leger probeert eveneens te profiteren van de ramp in de provincie Aceh op het eiland Sumatra. Hier zijn zeker 100.000 mensen gedood. Maar de regering voert hier ook al jaren een burgeroorlog tegen de separatisten van de GAM. De lokale bevolking werd door de staat al decennia onder de knoet gehouden vanwege de olierijkdom. Terwijl vrijwilligers en families zoeken naar overledenen, zet het leger gewoon zijn offensief voort. Een woordvoerder gaf zelf toe dat slechts twee derden van de 40.000 soldaten in de regio worden ingezet voor hulp, de rest blijft bezig met militaire operaties tegen de rebellen.

Aanvankelijk liet de regering vrijwilligers en hulp niet toe tot de regio, aangezien ze al jaren internationale waarnemers en hulp weigeren in Aceh. Volgens berichten uit Indonesië houdt het leger vluchtelingen en overlevenden die bij de kampen aankloppen voor onderdak en voedsel, tegen om hen te ondervragen. Volgens de denktank Stratfor kan de ramp uiteindelijk een voordeel zijn voor Jakarta in hun strijd tegen de GAM. “President Yudhoyono zal meer troepen naar de provincie sturen voor de wederopbouw en de opkuis... Als de GAM niet instemt om het probleem vredevol op te lossen, dan zal Yudhoyono meer troepen ter plekke hebben om hen op te kuisen.”

Koelbloedige berekeningen van het imperialisme

Bush leek danig geïrriteerd omdat hij zijn vakantie moest onderbreken om een donatie van 15 miljoen dollar aan te kondigen. Die aanvankelijke 15 miljoen werd wereldwijd in de pers gehekeld, dus beloofde de VS 350 miljoen dollar. Dat lijkt veel maar kan geen vergelijking doorstaan. Na de orkanen die Florida in 2004 teisterden en 116 slachtoffers maakten, werd 3,17 miljard dollar in deze staat gepompt. Dat is dus honderd keer zoveel als voor de ramp in Azië.

In Spanje beschuldigde een NGO dan weer de overheid omdat 90 procent van de ‘hulp’ die ze beloofden in de vorm van zachte leningen gegeven zal worden, dus gekoppeld aan de aankoop van Spaanse goederen en diensten. Bijgevolg is enkel 5 miljoen euro echte donatie, terwijl de 53 miljoen euro aan zachte leningen gewoon zullen terugvloeien naar de koffers van Spaanse bedrijven.

Bush blijkt nu voorstander van een wereldwijd alarmsysteem tegen natuurlijke rampen, naar het model van de PTWC. De kost van dit systeem wordt geraamd op 150 miljoen dollar, een pak minder dan de kosten van één week oorlog in Irak, die geschat wordt op 5 miljard dollar. De Britse krant The Guardian publiceerde een artikel met de volgende cijfers: “De Amerikaanse regering heeft totnogtoe 350 miljoen dollar beloofd voor de slachtoffers van de tsunami, en de Britse regering 96 miljoen dollar. De VS spendeerde al 148 miljard dollar aan de oorlog in Irak en Groot-Brittannië 11,5 miljard dollar. Die oorlog is al 656 dagen bezig. Dat betekent dat het beloofde Amerikaanse geld voor de tsunamiramp overeenkomt met anderhalve dag uitgaven in Irak. Het geld dat de Britse regering belooft staat gelijk aan 5,5 dag van onze betrokkenheid in de oorlog.” (04/01/05)

De meeste financiële bladen, zoals The Financial Times en The Wall Street Journal, publiceerden koelbloedige artikels met een financiële visie op de ramp. Aangezien de wereldeconomie momenteel heel fragiel is, gingen ze de impact van de tsunami na en concludeerden dat de gebeurtenissen van de laatste dagen niet belangrijk zijn en dat er geen zware economische impact zal zijn. The Financial Times schat dat de ramp ongeveer 14 miljard dollar zal kosten aan verzekeringsmaatschappijen, veel minder dan de orkanen in Florida. Een van de redenen is dat de tsunami is geklassificeerd als een “Daad van God”, zodat de meeste mensen geen uitbetalingen zullen krijgen. De andere reden is dat “de tsunami grotendeels economisch arme regio’s aantastte met weinig industrie of infrastructuur.” Inderdaad, in de regio’s zijn de meeste mensen vanwege hun armoede niet verzekerd.

Bush zet nu zijn vader en Bill Clinton in om de bedrijven over te halen tot donaties, aangezien ze zoals te voorspellen was zeer vrekkig zijn. The Guardian publiceerde enkele revelerende cijfers over de Britse bedrijfselite: “De Britse zakenwereld realiseerde zich snel dat ze aan de kant van de publieke stemming moesten staan en hun bezorgdheid bekend maken. De grote bedrijven voelen zich ongetwijfeld fier over hun generositeit. Dat zouden ze nochtans niet moeten zijn. Ze zouden beschaamd moeten zijn.

“Vodafone kondigde aan dat ze 1 miljoen pond zouden geven (ongeveer 1,5 miljoen euro). Eén miljoen pond lijkt veel geld voor u en mij, maar niet voor Vodafone, voor wie het wisselgeld is. De jaarlijkse bedrijfswinst, zoals geregistreerd vorige mei, was 10 miljard pond. Dat betekent dat het bedrijf per uur veel meer verdiende dan 1 miljoen pond. Toch is dat alles wat ze afstonden – minder dan een uur winsten. Het is minder dan ze hun nieuwe baas gaven voor zijn jaarlijkse bonus. Om het anders te zeggen, Vodafone heeft slechts één tienduizendste gegeven van hun jaarlijkse winst. (Hun jaarlijkse winst, niet hun jaarlijks inkomen want dat is veel meer.) Denk nu aan uw eigen jaarlijks inkomen nadat u al uw vaste kosten hebt afgetrokken. Bereken vervolgens wat één tienduizendste daarvan is. Als u slechts dit bedrag aan de tsunami-oproep had gegeven, zou dat dan genoeg zijn? Zou u het aankondigen met fierheid?”

Nadat het artikel nog enkele frappante voorbeelden opsomt, concludeert de auteur: “Dit zou allemaal niet als een verrassing mogen komen. Ervaren kijkers van Children in Need en Comic Relief zullen opgemerkt hebben dat bedrijven gretig zijn om via schenkingen gratis publiciteitskansen te grijpen – terwijl ze op TV een cheque overhandigen – gecombineerd met hun ongelofelijke gierigheid. De sommen die ze geven, zijn de kruimels op hun tafel – en wij worden verwacht dankbaar te zijn.

“Het probleem is niet alleen rijke bedrijven, maar rijke individuen. Volgens de Charities Aid Foundation geeft de rijkste 10 procent van de Britten slechts 0,7 procent van hun huishoudelijke uitgaven aan liefdadigheid, terwijl de armste 10 procent 3 procent van hun huishoudelijke uitgaven doneren.” (The Guardian, 05/01/05)

Vergelijk deze donaties van bedrijven en regeringen met de cijfers op de website LabourstartLabourstart, waar donaties en hulp van vakbonden aan de slachtoffers worden gegeven, plus de ongelofelijk sommen die gewone werkende mensen geven. Dat toont dat echte menselijke compassie en empathie niet komt van gierige regeringen en bedrijven, maar wel van de gewone werkende mens.

Schuldvermindering

De Britse minister van Begroting, Gordon Brown, pleit voor een plan om een moratorium te plaatsen op schuldafbetalingen van landen die getroffen zijn door de tsunami. Hij schat dat dit plan de zwaarst getroffen landen Indonesië en Sri Lanka zo’n 3 miljard dollar per jaar kan besparen. Canada heeft al zo’n moratorium verklaard. Langs de andere kant zegt Australië dat ze daar niet aan mee doen, zeker niet voor Indonesië, dat 1,4 miljard dollar schuldig is aan Australië. Volgens de regering is schuldverlichting niet het juiste antwoord want het gespaarde geld zou niet terecht komen bij de juiste mensen.

Volgens de Wereldbank is de totale buitenlandse schuld van de getroffen landen de volgende:
· Indonesië $132.2 miljard
· India $104.4 miljard
· Thailand $59.2 miljard
· Maleisië $48.6 miljard
· Sri Lanka $9.6 miljard
· Somalië $2.7 miljard
· Seychellen $560 miljoen
· Malediven $270 miljoen

Volgens de World Development Movement is die schuld als percentage van het nationale jaarlijkse inkomen:
· Indonesië 80%
· India 21%
· Thailand 48%
· Sri Lanka 59%
· Malediven 45%

Deze cijfers betekenen dat de jaarlijkse terugbetalingkosten de volgende zijn:
· Indonesië $13.7 miljard
· India $13 miljard
· Thailand $17.9 miljard
· Sri Lanka $653 miljoen
· Malediven $20.8 miljoen

Zich baserend op die cijfers stelt de World Development Movement dat de 3 miljard jaarlijkse schuldverlichting “anderhalve maand zullen dekken” van schuldaflossing voor de vijf landen die het meest getroffen zijn door de tsunami. Met andere woorden, het leeuwendeel van het geschonken geld voor de slachtoffers van de tsunami zal naar westerse banken gaan in de vorm van schuldaflossing.

De uiteindelijke betekenis hiervan is dat het kapitalisme tekortschiet voor de slachtoffers – zowel op het vlak van bescherming van hun levens als op het vlak van bescherming na de ramp. Regeringen en bedrijven willen amper een fractie geven van het geld dat ze verdienen aan winsten of spenderen in oorlogen. Er zijn al zeker 150.000 mensen dood en miljoenen zijn dakloos. Honderdduizenden zullen naar verwachting omkomen als gevolg van ziekten en honger na de ramp. De omvang van catastrofe toont dat geen enkel land alleen de middelen heeft om mensen te beschermen tegen zulke rampen of te betalen voor de hulp nadien. Het wereldkapitalisme was eenvoudigweg niet in staat de noodzakelijke voorbereidingen te plannen voor zo’n gebeurtenis en is evenmin in staat nadien op planmatig de beschikbare middelen in te zetten. Als de middelen van de wereld het eigendom zouden zijn van de hele bevolking, dus van de werkende klasse en de armen, en als die middelen via een democratisch plan zouden gecoördineerd worden, dan zouden we er voor kunnen zorgen dat de schade door natuurrampen binnen de perken bleef en dat hulp nadien veel efficiënter en genereuzer georganiseerd zou worden.

Dit is een ingekorte versie van The Tsunami Disaster – Horror Without EndThe Tsunami Disaster – Horror Without End.