Het zijn goede tijden om een revolutionair socialist te zijn. Na lange verkettering, niet het minst binnen de sociaal-democratische partijen door de zogenaamde reformisten, ziet het ernaar uit dat de heilige huisjes van het kapitalisme één na één in elkaar stuiken. Sinds de financiële crisis is het woord 'nationalisatie' plots niet meer vies. En de recente Amerikaanse presidentsverkiezingen hebben aangetoond dat zelfs in de VS de kiemen van revolutie aanwezig zijn. Want hoe sceptisch we ook staan tegenover de Democratische Partij, één ding verwelkomen we en stemt ook ons hoopvol: de revolutionaire geest van de doorsnee-Amerikaan.

Reformisten van vandaag hebben een heel beperkte blik op de wereld en de geschiedenis. Ze geloven niet in revoluties en zijn ervan overtuigd dat échte menselijke vooruitgang bekomen wordt in het parlement, in de schoot van een burgerlijk staatsapparaat, dat net gecreëerd is om bestaande machtsverhoudingen intact te houden. Vandaar ook dat zowel liberalen, christen-democraten als reformisten over elkaars voeten struikelen om aan te tonen dat zij, en niemand anders, het algemene stemrecht, het stemrecht voor vrouwen enzovoort hebben afgedwongen in het parlement. Dat is een leuk verhaal om het geweten te sussen, maar het vergeet één belangrijk element... hét belangrijkste: de eigenlijke hoofdrolspelers van het verhaal. Echte vooruitgang wordt bekomen op straat, via mobilisatie van de massa's. De eigenlijke hoofdrolspelers zijn de werkende mensen! In het parlement worden de hervormingen wel 'gemaakt', maar dat gebeurt schoorvoetend, om verdere revolutie te stoppen. En die hervormingen gaan ook nooit zo ver als de mannen en vrouwen op straat zouden willen. Parlementen werken klasseverzoenend, maar staan in de eerste plaats ten dienste van het kapitalisme. Zo komt elke sociale hervorming tot stand. De burgerlijke partijen vergeten dit er bij te vertellen.

Diezelfde reformisten herkennen en erkennen geen revolutie, zelfs als ze er met hun neus op zitten. Revoluties bestaan niet, zeggen ze, en als ze in het verleden al bestaan hebben, dan waren ze onwenselijk of draaiden ze uit op geweld en totalitarisme. Kijk maar naar de Sovjet-Unie, zeggen ze dan. De Oktoberrevolutie was van meet af aan een totalitarische coup, en Venezuela is een land dat geplaagd wordt door een 'wacko dictator', Hugo Chavez. Reformisten à la Bachelet of Lula de Silva... dat is wat de arme, achterlijke Venezolaanse bevolking nodig heeft. Met veel gretigheid nemen ze de smerigheid over die door de burgerlijke media bijeen geschreven wordt. En opnieuw vergeten ze de hoofdrolspelers: het Russische en Venezolaanse volk.

Diezelfde 'non-believers' kijken nu vol messiaanse verwondering naar de overwinning van de eerste 'African-American' als president van de Verenigde Staten. De grootste kapitalistische economie ter wereld is de hoofdrolspeler in het mondiale imperialisme, dat zich tot doel stelt om wereldwijd de markten open te breken en elke mens op aarde de ogen te openen voor de Nieuwe Wereldorde, die gemakkelijkheidshalve als 'democratie' en 'vrijheid' wordt verkocht. En ook nu weer zien ze de échte hoopvolle ontwikkelingen in Amerika niet, of onderkennen ze de hoop, de mobilisatie en het verhoogde politieke activisme bij miljoenen Amerikanen. Nochtans is die toestand juist het fundament van elke reële politieke wending en een voorbode van meer. Een revolutie is immers de veralgemeende en radicale politieke bewustzijnsverhoging bij een groot deel van de bevolking, wat zich omzet in constante mobilisering op straat. We hebben op woensdag 5 november in een korte flits gezien dat ook het Amerikaanse volk kiemen van revolutie kan dragen.

'Yes We Can'

Wat velen hoopten is zonder veel problemen bewaarheid. In januari 2009 wordt Barack Obama de 44e president van de Verenigde Staten. Hij won met een nóg grotere voorsprong en dus nóg moeitelozer dan de polls voorspelden van zijn rivaal John McCain. De opkomst was met 64% historisch hoog; daarvan koos 53% voor de Democratische presidentskandidaat, tegen 46% voor John McCain. Staten die sedert lang Republikeins waren, alsook enkele belangrijke 'swing states', kleurden 'blauw'. Daaronder het christelijke Virginia aan de Oostkust, het westelijke Nevada en de twee staten in de Mid West: Colorado en New Mexico. Vooral onder zwarten, jongeren, vrouwen en joden haalde Obama een meerderheid van de stemmen binnen.

We zijn getuige van een historische verkiezing. Die 123 miljoen Amerikanen die op 5 november een stem uitbrachten, praatten in de laatste dagen en weken met hun familie, op hun werk, in hun omgeving over economie, energie, huisvesting, het milieu, enzovoort. De hoop die uitgaat van die slordige 65 miljoen Amerikanen die voor Obama stemden (en voor de vele anderen die overal ter wereld hoopvol het nieuws volgden) is een oprechte wil om de maatschappij mee vorm te geven. De échte lakmoesproef voor democratie en verandering is niet de huidskleur van de presidentskandidaat (in dat geval zouden Colin Powell en Condoleeza Rice ook tot tranen hebben moeten bewegen...), maar het rauwe, het emotionele en de hoop bij die miljoenen Amerikanen. De getuigenissen die je op CNN.com kunt bekijken spreken boekdelen. Basketbalspeler Magic Johnson getuigt bij Larry King hoe hij 'weende als een baby', en soortgelijke emoties kun je zien en horen bij de vele mensen die voor het oog van de camera om een reactie worden gevraagd. De 106-jarige Ann Nixon zegt voor de verzamelde pers: "Nu we zover zijn geraakt, denk ik dat we nog veel verder zullen geraken. Na verloop van tijd zullen we allen één worden." Hoewel de situatie vanuit historisch oogpunt alsook qua omvang en diepte anders is, doen de getuigenissen bij wijlen denken aan de Russische Revolutie. Over die eerste periode na de machtsovername onder leiding van de Bolsjewieken zei een schoollerares dat het om een 'spirituele ervaring' ging. Revoluties brengen het beste boven in de mensen. Een gelijkaardig, intens proces van verhoogd activisme en groeiende hoop zien we nu in Amerika.

Een beginnende kentering

Natuurlijk is deze politieke kentering heel rudimentair. Niet alleen zit ze nog in een eerste fase, maar daarnaast heeft ze omwille van haar gebrek aan leiding en organisatie geen richting of visie. In Amerika staat de arbeidersbeweging niet sterk en is ze verdeeld.

Meer nog, deze 'sociale opstoot' is een zeer gecontroleerde omwenteling. Niettegenstaande het gevoel van vele mensen dat ze 'iets gaan veranderen', is hun rol nog steeds beperkt tot het eenmalig uitbrengen van een stem, waarna de politieke klasse weer vier jaar haar gang kan gaan. Deze politieke kentering komt er dus niet door een sporadisch verzet door een georganiseerde beweging (bijvoorbeeld in de schoot van stakingen of hoog oplopende sociale onrust); nee, het zijn de politici die datum en plaats hebben gekozen, en het is deze zelfde groep die het eindsignaal luidt. Na een dag van hoop, straatmobilisaties en de gedachte dat men zijn eigen lot in handen neemt, rest er weer het dagelijkse leven in een staat die in dienst staat van het grote kapitaal. Om deze beweging te verzilveren, moet er een richting en een leiding zijn, die beide ontbreken.

Positief is dus dat er bij miljoenen Amerikanen een sterk bewustzijn is gecreëerd, en een gevoel dat, in haar rudimentaire vorm, treffend 'hoop' wordt genoemd. Die hoop is (opnieuw, bij gebrek aan een socialistische leiding) bij velen gesteld op de Democratische Partij en Barack Obama. De geschiedenis leert ons dat die hoop ijdel is, die onvermijdelijk op een desillusie gaat uitdraaien. Omdat die verwachtingen bij Obama heel hoog liggen, zal de desillusie niet lang op zich laten wachten.

We kunnen het Obama niet kwalijk nemen, nietwaar? Hij was immers de kandidaat voor de Democratische Partij, een van de twee grote burgerlijke partijen in de VS die het politieke systeem en de burgerlijke media domineren. Het is zonder meer juist dat iemand die linkser dan Obama is (by the way, Obama is niet links!) het nooit tot kandidaat zou hebben geschopt. En inderdaad, Obama is en blijft een centrumfiguur en een liberaal. Hij wordt omringd door neoliberalen en is aldus verstrengeld met het kapitalisme. Dit economische systeem heeft al bewezen hoe het tijdens de 'vette' jaren (die nu net ten einde zijn) niet in staat is armoede en analfabetisme uit te roeien, en de economie op een sociale en duurzame leest te schoeien. Je kan de hoop van die miljoenen Amerikanen dus niet inlossen als je dat systeem niet in vraag stelt! Wat doet Obama ondertussen? Hij laat zich omringen door raadgevers uit het bedrijfsleven... stuk voor stuk CEO's of leden van meerdere raden van bestuur. En stuk voor stuk steenrijk. Worden genoemd: Warren Buffet (CEO van Berkshire Hathaway), Jamie Dimon (CEO en voorzitter van JP Morgan Chase; verdiende vorig jaar 28,9 miljoen USD), Eric Schmidt (CEO en voorzitter van Google), Indra Nooyi (CEO en voorzitster van Pepsi), Paul Volcker (voormalig voorzitter van de Amerikaanse Federale Bank) en andere. Veel van de genoemde namen kennen we ook al van de Clintonadministratie. Gaan deze mensen de zieke financiële wereld van haar kwalen verlossen en tegelijk iedereen een menswaardig leven bieden? Als dit hun drijfveer was, dan hadden ze dat vroeger al wel gedaan. We gaan na de afgelopen acht jaar de komende vier dus misschien wel een menselijker gelaat zien, maar het blijft een incarnatie van het kapitalisme.

Toch leidt die bedenking ons geenszins tot cynisme. In de context van de Amerikaanse politiek is het verhoogde bewustzijn en de hoop die bij miljoenen Amerikanen is gewekt, zonder meer 'revolutionair' te noemen. In de aanloop naar de verkiezingen spraken gewone mensen met hun omgeving over politiek, de economie enzovoort. Hun stem voor de Democratische Partij is een duidelijke stem voor verandering. Jammer genoeg zal de Democratische Partij deze mensen teleurstellen. Het revolutionaire gevoel zal in het slechtste geval wegebben. Maar waarschijnlijker zal het op redelijk korte termijn aanleiding geven tot een heropleving van de arbeidersbeweging. Het kapitalisme zal de economische crisis ongetwijfeld proberen af te wentelen op de werkende bevolking. Als er geen politieke oplossing komt, kan het toegenomen vertrouwen zich uiten in verscherpte syndicale strijd en een explosieve groei van de vakbonden, zoals het ook gebeurde in de jaren dertig. Het zal interessant zijn om te zien hoe Obama zich zal gedragen in een dergelijke situatie. Worden de arbeiders in de steek gelaten en tegengewerkt door de Democraten - wat onvermijdelijk lijkt - dan kan dit de politieke basis vormen voor de stichting van een nieuwe arbeiderspartij in de VS. Een dergelijke partij, die natuurlijk ook de studentenbeweging en de minderheden moet vertegenwoordigen, is het noodzakelijk instrument om deze ‘revolutie in de geesten' om te zetten in tastbare resultaten.

 

bronnen:

De Standaard Online

CNN.com

Alan Woods (1999) Bolshevism. The Road to RevolutionBolshevism. The Road to Revolution