Inhoudsopgave

Inleiding

De tweede internationale kende ongetwijfeld zijn gloriejaren in de periode van eind negentiende eeuw tot 1914. Voor het eerst in de geschiedenis van de Europese arbeidersbeweging ontstonden massapartijen. De sociaaldemocratische partijen, zoals die zich in de meeste landen noemden, telden honderdduizenden leden en beschikten over bloeiende nevenorganisaties zoals vakbonden, coöperatieven en mutualiteiten. De beweging had nog geen fundamentele nederlagen gekend; ze was tot volwassenheid gekomen maar werd nog gekenmerkt door de jeugdige kracht van een nieuwe organisatie. Alhoewel het marxisme zeker niet de enige stroming was in de beweging zorgde het voor het belangrijkste ideologische houvast van de internationale. Vooral bij de Duitse sociaaldemo-craten was dat het geval. Karl Marx stierf in 1883 en heeft dus zelf de bloeiperiode van de tweede internationale niet meer meegemaakt. Zijn kompaan, Friedrich Engels leefde nog tot 1895. Hij maakte de opkomst van de massale arbeiderspartijen van dichtbij mee en begeleidde ze intensief. Hij waarschuwde - hoofdzakelijk via brieven aan de Duitse partijleiding - voor een wereldoorlog, het grootste gevaar dat hen kon overkomen. Het motto van Engels was: om een wereldoorlog te vermijden moeten we de revolutie voorbereiden. De partijen van de tweede internationale waren zich bewust van het gevaar. Op elk internationaal congres werd het thema besproken. De resolutie van het congres van Stuttgart uit 1907 waarmee dit boek opent was de belangrijkste tekst die ze over deze problematiek goedkeurden.

Het vervolg van het eerste hoofdstuk tekst handelt over de tweespalt tussen theorie en praktijk. De tweede internationale had dan wel een revolutionaire houding tegenover de oorlogsdreiging, eens het zover was stonden haar daden haaks op de theorie. De ontnuchtering kwam toen Duitsland de oorlog verklaarde: eerst aan Rusland, dan aan Frankrijk en daarna zelfs aan het neutrale België. Alle socialisten hadden verwacht dat de Duitse sociaaldemocraten in de Reichstag zich ten minste zouden onthouden bij de stemming van de oorlogskredieten. Ze stemden echter als één man in met het begin van de slachting en steunden de Duitse oorlogsmachine volledig. De oude SPD militant Fritz Kunert, volksvertegenwoordiger van Merseburg, verliet uit protest de zaal nog voor de stemming plaats vond. De stemming in de Reichstag was het sein voor de arbeiderspartijen in bijna alle andere Europese landen om eveneens de weg in te slaan van het chauvinisme en steun te verlenen aan de “eigen” nationale oorlogsmachine. Slechts in heel weinig landen durfden de sociaaldemocratische verkozenen het internationalisme nog verdedigen. Enkel de Hongaarse, Bulgaarse, Italiaanse, Ierse en Servische sociaaldemocraten, de socialistische Partij van de Verenigde Staten, de sociaaldemocratie van Polen en Litouwen (de partij van Leo Jogiches en Rosa Luxemburg), de Bund in Polen en vooral de bolsjewieken (de meerderheidsfractie van de Russische sociaaldemocraten) hielden vast aan de anti-oorlogsresoluties.

De Russische marxisten waren als enigen in staat onmiddellijk een correcte analyse te maken van de situatie. De teksten van Lenin en Trotski uit 1914, die we eveneens in dit boek hebben opgenomen, zijn daar het bewijs van. Het pamflet van de Duitse Spartacusbond illustreert hoe er tijdens de Grote Oorlog revolutionaire propaganda werd gevoerd. Toch waren de revolutionaire marxis-ten extreem geïsoleerd bij het uitbreken van de oorlog. Het chauvinisme was algemeen, de wanhoop groot, de verwarring troef. Maar oorlog is een harde leermeester. De slachtingen werden gruwelijker en een spoedig einde van het conflict bleek een complete illusie. Deserties en muiterijen braken uit, aan het front verbroederden vijandelijke soldaten met mekaar; het verzet groeide en had ook gevolgen binnen de arbeidersorganisaties. Uiteindelijk zou dit verzet leiden tot revolutie. Daarmee bedoelen we (vooral, maar niet uitsluitend) de Russische revolutie van 1917 en de Duitse revolutie die in 1918 uitbrak. Het is in dit boek niet onze bedoeling deze revoluties werkelijk onder de loep te nemen, daarvoor kunt u reeds beroep doen op vele andere publicaties. Het is wel onze bedoeling aan te tonen hoe de revolutionaire zaadjes gezaaid werden tijdens de vier lange jaren van massaslachting. Om dit te schragen publiceren we ook de tekst van de grote Belgische historicus Marcel Liebman in een nieuwe Nederlandse vertaling. Liebman legt uit hoe uit oorlog en revolutie de splitsing ontstond in de internationale arbeidersbeweging die resulteerde in de oprichting van de derde (communistische) internationale. Beschrijven hoe het de Belgische arbeidersbeweging verging in de Grote Oorlog laten we vervolgens ook grotendeels aan Liebman over. In een recente tekst geschreven door Alan Woods van de Internationale Marxistische Tendens (IMT) wordt WO I dan weer vanuit een hedendaagse hoek bekeken. Besluiten doen we met een hartverscheurend pamflet van de Spartacusbond bij het uitbreken van de Duitse revolutie.

Als bron voor het materiaal dat we zelf schreven werd veel gebruik gemaakt van de “Geschiedenis van de Europese arbeidersbeweging” van Leo Michielsen. Verder is het boek grotendeels opgebouwd rond teksten die reeds eerder gepubliceerd werden en waarvan we een nieuwe vertaling aanbieden. We hebben de teksten zo uitgekozen dat er zo weinig mogelijk overlappingen tussen zijn, maar voor een deel is dat natuurlijk onvermijdelijk. We zijn er ons ook van bewust dat het gebruik van teksten van zoveel verschillende schrijvers wat aanpassingsvermogen vereist van de lezer. Natuurlijk zijn er stijlsprongen. We hebben dat proberen op te vangen door eigen begeleidende teksten. In de eerste plaats hebben we die teksten gekozen op basis van kwaliteit en relevantie. We hebben niet geprobeerd om origineel te zijn waar het niet nodig is. Indien anderen hetgeen wij wilden zeggen al perfect geformuleerd hadden, hebben wij dat gewoon overgenomen. Alle auteurs in dit boek zijn marxisten en zoals elke serieuze wetenschap probeert het marxisme voort te bouwen op lessen uit het verleden. Het is opmerkelijk hoe de fundamentele analyses die Lenin maakte tijdens de Grote Oorlog stand houden in de teksten van Marcel Liebman 50 jaar later en Alan Woods 100 jaar later. Begrijp dit niet verkeerd. Het marxisme wordt dikwijls voorgesteld als een bijbel waaruit de discipelen de waarheid maar moeten aflezen. Het tegendeel is echter waar: het marxisme is in de eerste plaats een methode die altijd rekening houdt met de veranderende omstandigheden. Die methode is springlevend en volgens ons meer dan ooit noodzakelijk om klaar te zien in de huidige wereldsituatie.

Dit boek is bedoeld voor alle geïnteresseerden en is in de eerste plaats gericht aan jongeren en militanten uit de arbeidersbeweging die zich in de problematiek van oorlog en revolutie willen verdiepen. Bij de honderdste verjaardag van het uitbreken van WOI worden we overspoeld door een lawine van herdenkingen, tentoonstellingen, informatieprogramma’s en heel wat “historische propaganda”. Heel dikwijls wordt de rol van de arbeiders en hun organisaties daarbij ontkend of geminimaliseerd. We willen niet ontkennen dat er gigantische fouten werden gemaakt door de arbeiderspartijen. Hun regelrecht verraad was de aanleiding tot vier gruwelijke jaren. Het voorbeeld van de Belgische Werklieden Partij spreekt in dat verband boekdelen. De rotheid van het kapitalistische productiesysteem, weerspiegeld in de imperialistische slachting van de Grote Oorlog, was anderzijds de kiem voor het ontluiken van een nieuwe offensieve arbeidersbeweging. Vier verschrikkelijke jaren werden beëindigd door arbeidersrevoluties.

Tot slot wil ik de redactie van VONK bedanken omdat dit boek uiteindelijk, net zoals alle andere VONK-publicaties, de vrucht is van collectief werk. In het bijzonder wil ik Paulette Vermeersch, die een belangrijk deel van de vertalingen voor haar rekening nam, danken. Erik Demeester hield zich bezig met de algemene coördinatie van het project en verbeterde de teksten door onschatbare politieke commentaar. Nick Deschacht stond in voor de lay-out van het boek en Filip Staes voor het ontwerpen van de omslag. Patrick Hens en Filip Staes zorgden voor de taalredactie.

André Gonsalis

15 augustus 2014