Aan de rechtse partijen besteden we geen aandacht. Dit artikel geeft onze mening over een aantal belangrijke standpunten uit de programma’s van SP.a en PVDA+ voor de verkiezingen van 25 mei. Wie echt wil weten hoe de een wat meer de brugpensioenen wil afbouwen dan de ander, de lonen meer of minder wil bevriezen, de index meer of minder wil afbouwen, de werklozensteun meer of minder wil beperken in de tijd, grote of zeer grote geschenken wil uitdelen aan de multinationals, enkele tienduizenden meer of minder banen wil schrappen in overheidsdiensten, verwijzen we naar de sites van CD&V, N-VA, Open VLD, Vlaams Belang en consoorten. De arbeidersklasse is zelden veel beter geworden enkel door verkiezingen, laat staan door op rechtse partijen te stemmen. 

SP.a en de PVDA hebben werk gemaakt van hun verkiezingsprogramma. Het SP.a programma telt 286 pagina’s. Het PVDA-programma telt 104 pagina’s maar is wel totaal anders opgevat. Voor de opmaak van dit programma heeft de PVDA een reusachtige enquête uitgevoerd bij 41.420 personen uit alle provincies van het land. Er wordt ruim geciteerd uit de resultaten van die enquête. Bovendien is het grootste deel van de PVDA-tekst besteed aan een analyse van de algemene maatschappelijke context en vooral de maatregelen getroffen door de regering(en). Het is een bijzonder lezenswaardige tekst, zowat in de goede stijl van het boek van PVDA voorzitter Peter Mertens. Er wordt op een vrij overtuigende manier aangetoond hoe regeringsbeleid netjes kaderde in de sociale afbouw die de kapitalisten internationaal eisen. Het eigenlijke verkiezings(eisen)programma neemt maar een beperkt deel van de tekst in. Maar natuurlijk vinden we dat het belangrijkste deel. Deze vergelijking zal dus uitsluitend gaan over de eigen voorstellen van SP.a en PVDA. Door plaatsgebrek zullen we slechts een deel van de thema’s kunnen aansnijden. Toch genoeg voor een evaluatie denken wij.

Armoede en werk

Er zijn een aantal gelijkenissen tussen beide programma’s. Zowel PVDA als SP.a willen de hoogte van alle vervangingsinkomens (werklozensteun, leefloon, pensioen, ...) optrekken tot minstens de armoedegrens en welvaartsvast maken. Beiden willen volwaardig werk en keren zich tegen minijobs die slechts een aalmoes opleveren (bv. 500 euro per maand). Beiden verdedigen de index en wijzen de beperking in de tijd van werkloosheidsuitkeringen categoriek af. Eén voorstel uit het PVDA-programma is al gedeeltelijk ingevoerd door de huidige regering: een BTW-verlaging op elektriciteit tot 6 procent. Tijdelijk voor een jaar weliswaar en PVDA eist ook een dergelijke verlaging op gas. Van De Lanotte stelde dat hij nog eens wil zien welke regering die verlaging weer teniet zou durven doen. Een strijdpunt in ieder geval, voor behoud (elektriciteit) en uitbreiding (gas). De verschillen: SP.a steunt het activeringsbeleid van werklozen en steuntrekkers. Ze hebben vrij gedetailleerde voorstellen in dat verband, voor betere samenwerking van overheidsdiensten zoals VDAB, RVA en OCMW’s, voor een vlugge begeleiding van jongeren die afstuderen. Daarnaast willen ze investeringen in de sociale economie (sociale restaurants, kringloopwinkels, …). PVDA zegt: maak jacht op de werkloosheid, niet op de werklozen. Zij willen de afschaffing van maatregelen die door de regering Di Rupo I zijn ingevoerd zoals de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd of de btw van 21 procent voor advocatuur. Zij willen de regionale tewerkstellingsdiensten VDAB, FOREM en ACTIRIS tot één enkele federale instelling fusioneren, die werk aanbiedt in heel het land, aan werkzoekenden uit alle gewesten. SP.a wil werkgelegenheid stimuleren door gerichte loonlastverlagingen voor jongeren, ouderen en laaggeschoolden. De verlaging van de ‘loonlast’, in werkelijkheid het onrechtstreekse of maatschappelijke loon van de werknemers, blijft het mantra van de SP.a. om werk te scheppen. Geen enkele studie tot nu toe heeft kunnen bewijzen dat het ook werkelijk werkgelegenheid schept. Wel zorgt het voor hogere winsten en dividenden. Lage lonen wil de partij optrekken door belastingsvermindering, maar van de loonstop wil de SP.a niet af. PVDA wil meer werkgelegenheid door oprichting van openbare bedrijven en investeringen in jobs en innovatie. Zij geven het voorbeeld van gemeentelijke of intercommunale bouwbedrijven, die zouden kunnen zorgen voor 25.000 nieuwe woningen per jaar en 50.000 jobs.

Belastingen

(en miljonairstaks)

SP.a besteedt veel aandacht aan belastingen en stelt een hele hoop wijzigingen voor. De voornaamste bedoeling is om de belastingen van arbeid te verminderen, die van vermogens te verhogen, de fraude te bestrijden en meer delen van de economie uit de zwarte sector te halen. Zij verwerpen een verhoging van de BTW én van de milieutaksen omdat die toch weer een verschuiving van rijk naar arm zouden betekenen in de praktijk. Er zijn technische interessante voorstellen bij. SP.a wil ook een progressieve taks invoeren voor vermogenswinsten. Maar alles samen vinden we dat de impact van de voorstellen eerder klein is. Zeker als men bedenkt dat de tekst in alle toonaarden zwijgt over de notionele interestaftrek. Dat monster van de fiscaliteit maakt dat de belastingen in België rond de zes miljard (de cijfers variëren naargelang wie ze berekent) mislopen. Zoals PVDA terecht stelt, zorgt de notionele interestaftrek ervoor dat de poetsvrouw van ExxonMobil vorig jaar meer belastingen betaalde (4.140 euro) dan het bedrijf zelf (0 euro op een winst van 2,9 miljard euro netto). PVDA stelt wel de afschaffing voor van de notionele interest en daarna haar meest gekende programmapunt: de miljonairstaks. We citeren even: “Invoering van een miljonairstaks (op de vermogens boven 1,5 miljoen euro). Een taks van 1 procent op de grote fortuinen van meer dan een miljoen euro, van 2 procent op de fortuinen van meer dan 2 miljoen euro en van 3 procent op de fortuinen boven 3 miljoen euro. Deze miljonairstaks slaat maar op een klein gedeelte van de bevolking, hij treft slechts de 3 procent rijksten. Opbrengst = 8 miljard euro.” Daarnaast wil PVDA alle inkomens samenvoegen (beroeps- financiële- en onroerende inkomsten) en die onderwerpen aan progressieve belastingsschalen. Een verruiming van het SP.a-voorstel dus. Gewoon al de cijfers tonen dat de PVDA voorstellen veel verder gaan. Wij steunen dit volmondig maar er schuilt ook wel een gevaar in. PVDA steunt volgens ons wat te veel op haar miljonairstaks. De partij wil het onderwijs herfinancieren met 1,6 miljard, 400 naar scholenbouw en wetenschappelijk onderzoek, 3 miljard voor het optrekken van de wettelijke pensioenen, allemaal te betalen uit de rijkentaks. Men zou de valse indruk kunnen krijgen dat er enkel een verschuiving van cijfertjes nodig is om alles op te lossen. Natuurlijk is er veel meer dan dat. Om te beginnen: zelfs als de miljonairstaks zou worden ingevoerd is er nog een politieke beslissing nodig om te weten wat met het geld wordt gedaan. We kunnen u zo enkele partijen opnoemen die dit zouden willen aanwenden om de belastingen van de bedrijven te verlagen. En we wensen zowel de PVDA als de SP.a een uitstekend resultaat toe in de volgende verkiezingen, maar de kans dat ze een meerderheid krijgen is natuurlijk zeer klein. Betekent dit dan dat we gerechtvaardigde eisen zoals het optrekken van de wettelijke pensioenen en de herfinanciering van het onderwijs moeten laten vallen? Natuurlijk niet! De klassenstrijd stopt niet de dag na de verkiezingen. Een partij kan deze voorstellen promoten in de vakbonden en er samen met hen voor strijden. Zo kan er veel meer worden afgedwongen, soms zelfs van rechtse regeringen. Als de miljonairstaks er wél zou komen dan zullen de kapitalisten die bestrijden met alle middelen die zij hebben: klachten bij de raad van state, campagnes in de kapitalistische pers (er is er nauwelijks andere), kapitaalvlucht naar het buitenland… Het kapitaal zal zelf de klassenstrijd organiseren. Zelfs de onschuldige progressieve taks op bedrijfswagens, die bedrijfsleiders verhinderde hun Jaguar of  Ferrari aan te geven als bedrijfswagen, leidde al tot een storm van verontwaardiging bij het kapitalistendom. Zij spraken van pestbelastingen en noemden Di Rupo een marxist (was het maar waar!). De miljonairstaks heeft dus enkel zin als ze kadert in een algemene mobilisatie van de arbeidersklasse en de bereidheid om veel verder te gaan. Bovendien denken we dat er betere methodes zijn om gerechtvaardigde eisen te financieren en de economie op een socialistische manier uit het moeras van de crisis te trekken. Dit voert ons naadloos tot het volgende puntje. 

De banken

Dit vinden we het meest teleurstellende onderdeel van beide programma’s. Wij vinden het essentieel dat de banksector in gemeenschapshanden komt en onder democratische controle van de bevolking. Zo niet geheel de sector, dan toch alle grootbanken. Leek dit tien jaar geleden nog onmogelijk, dan heeft de kapitalistische crisis dat al een stuk dichterbij gebracht. Herinner u 2008 en 2009 toen alle Belgische grootbanken bij de regering kwamen bedelen om hen met garanties en belastingsgeld te redden. Hadden SP.a en PS het toen hard gespeeld, dan hadden alle toenmalige grootbanken (Fortis, Dexia, KBC) genationaliseerd kunnen zijn. In plaats daarvan hielden we er een drastische verhoging van de staatsschuld aan over, éen ‘gezonde’ staatsbank (Belfius) en éen toxische bank die de staatsfinanciën nog jaren in gevaar kan brengen (Dexia). Zowel SP.a als PVDA beperken zich in hun eisen voornamelijk tot betere controle op de banken en verhoging van het kapitaal dat de banken aanhouden. PVDA spreekt ook nog van de oprichting van een openbare bank 2.0, een rol die ze eigenaardig genoeg aan De Post toebedeelt. Daarentegen zei PVDA voorzitter Mertens op TV bij Reyers Laat, dat er economische sectoren zijn die te belangrijk zijn om ze aan de privé over te laten en die dus in gemeenschaphanden moeten komen. Hij noemde de energiesector en de banksector. PVDA zal hierover nog eens de violen moeten gelijkstemmen.

Als men zich toch zou willen beperken tot éen openbare bank dan lijkt Belfius toch het eerste waar men zich mee moet bezighouden. Zowel het SP.a als het PVDA programma zwijgen hierover in alle talen. Nu wordt Belfius uitgebaat als een kapitalistische bank. Men zou het bestuur ervan kunnen organiseren met inspraak van de vakbonden, de consumentenverenigingen en een planningscommissie van de regering die nagaan welke prioriteiten er zijn voor de sociale en ecologische belangen van de meerderheid van de bevolking. Maar veel verder dan wat de oude ASLK heeft gedaan zal zo een bank niet geraken. De ASLK net zoals het Gemeentekrediet verdronken in de zee van private financiële instellingen die uiteindelijk in de crisis hun wil hebben opgelegd aan deze overheidsbanken. Zo werden ze bijvoorbeeld instrumenten voor drastische bezuinigingen op gemeentelijk vlak.

Pensioenen

Zowel PVDA als SP.a willen de pensioenen optrekken tot 75 procent van het loon en ze ook welvaartsvast maken. Praktisch komt het er op neer dat iedereen even goede pensioenen zou hebben als de openbare diensten nu. SP.a wil dat doen door naast wettelijke pensioenen (die opgetrokken worden voor de laagste lonen), de tweede pijler te voorzien voor alle werknemers. Die tweede pijler zou moeten uitgebouwd worden door onderhandelingen tussen vakbonden en patroons. Een minimum opbrengst van 3,25 of 3,75 procent wordt gegarandeerd, zoals vandaag. Voor wie dan nog niet de drempel van 75 procent bereikt, is er nog de derde pijler van het individueel pensioensparen. Dat zou niet langer fiscaal ondersteund worden boven de 75 procent drempel. SP.a wil iedereen een volledig pensioen garanderen 42 jaar na het betreden van de arbeidsmarkt. Ook wie niet kan werken wegens ziekte, tijdelijke onderbreking of werkloosheid, blijft pensioen opbouwen. Voor iemand die de school verlaat op 18 jarige leeftijd zou dat dan op 60 jaar zijn, voor wie verder studeert later. Wie langer dan 42 jaar werkt krijgt een hoger pensioen.

PVDA wil meer banen voor jongeren door ouderen de mogelijkheid te geven vervroegd op pensioen te gaan en hen verplicht te laten vervangen door jongeren. Zij willen mogelijkheid van vervroegd pensioen op 60 jaar, van brugpensioen in het algemene stelsel op 58 jaar,  beiden met een vereiste loopbaan van 35 jaar. Dat betekent een terugdringen van de recente regeringsmaatregelen. Het optrekken van de pensioenen tot 75 procent van het loon van de laatste tien werkjaren wil PVDA enkel via de eerste pijler bereiken. Het PVDA-standpunt strookt het meest met dat van de vakbonden. Ook zij willen de pensioenen verbeteren via de eerste pijler. Het is de meest logische en veilige methode, gebaseerd op solidariteit tussen alle loontrekkers. Stelsels als de tweede en derde peiler werken via beleggingen door de banken en zijn onzeker. Zelfs met een garantieregeling zou het de staat zijn die moet opdraaien als de beleggingen van de banken verkeerd uitpakken, wat niet de bedoeling kan zijn. Het SP.a voorstel om alle jaren vanaf het afstuderen mee te laten tellen voor pensioenopbouw is op zich interessant. Het vermijdt de discussie over pensionering op 60, 65 of meer zoals rechtse partijen willen. Maar er zijn gevaren aan verbonden. Ook nu al bestaan de zogenaamde “gelijkgestelde periodes”, zoals ziekte, staking, onvrijwillige werkloosheid of tijdskrediet die meetellen voor het pensioen. Maar net de regering Di Rupo heeft onlangs wijzigingen in de wet aangebracht zodat deze periodes minder vergoed worden dan gewerkte jaren. Nog verontrustender is dat de SP.a-tekst met geen woord rept over de brugpensioenen. Is SP.a niet langer bereid die te verdedigen? De bijval dat het pensioenvoorstel kreeg bij de rechtse partijen kondigt alleszins niets goed aan.

Eenheid en strijd

De verdienste van beide verkiezingsprogramma’s is dat ze voorstellen doen om de toestand van de bevolking ernstig te verbeteren. Het werd tijd! Vooral voor de SP.a vinden we dat een vooruitgang na jarenlang meewerken aan een beleid van snoeien en sociale achteruitgang. De kritiek van de vakbonden en de hete adem van de PVDA verklaren dit in grote mate. Het is natuurlijk ook het zwakke punt van SP.a. Velen denken: moeten we nu hun woorden geloven of kijken naar hun daden? De spreidstand tussen eigen voorstellen voor vooruitgang en het mordicus verdedigen van het voorbije regeringsbeleid is pijnlijk. De PVDA voorstellen sluiten meestal beter aan bij wat wij nodig vinden in de huidige tijd, al hebben we ook daar op zijn minst een aantal bedenkingen. Veel van de voorgestelde hervormingen vereisen immers een grondige verandering van de maatschappij. Binnen het kapitalisme in crisis kunnen deze niet worden verwezenlijkt. Verkiezingen zijn ook het moment om dit uit te leggen.

Marxisten zien verkiezingen als een belangrijke etappe van de klassenstrijd, maar ook niet meer dan dat. Velen zullen u willen wijsmaken dat, eenmaal de stemmen geteld, de toekomst van ons land voor vier of vijf jaar vast ligt. Niets is minder waar. Na de verkiezingen blijven dezelfde sociale krachten spelen als voordien. Hopelijk zullen SP.a en PVDA daarbij zij aan zij staan, want ze hebben ook heel wat gelijklopende eisen. Belangrijke sociale verwezenlijkingen zijn er lang niet altijd door het parlement gekomen. Klassengevechten zoals algemene stakingen liggen veel meer aan de basis ervan. Fundamentele veranderingen in de maatschappij worden zelfs bijna altijd op straat uitgevochten in revolutionaire situaties, die van lange duur kunnen zijn. Degene die beweren dat dit vandaag niet meer mogelijk is hebben duidelijk het wereldnieuws niet gevolgd de laatste jaren.