Deze zomer ontmoetten we Lasse, een Deense "leerjongen"-schilder. In het Deense model, nog recent opgehemeld door onze minister Miet Smet, moeten vele jongeren een stage- of leercontract periode doormaken waarbij zij slechts een fractie van het normale loon verdienen. Het belet hen niet om actief aan de arbeidersstrijd deel te nemen, zoals uit dit interview zal blijken. Lasse vertelt ons over de recente algemene staking in Denemarken

Vonk: In mei van dit jaar kende Denemarken een van de grootste stakingsbewegingen uit zijn geschiedenis. Hoe geraakte jij erin betrokken?

Lasse: Ik had goed de besprekingen gevolgd naar aanleiding van het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst in de privé-sector. Toen ik een telefoontje kreeg dat de vakbondsafgevaardigden het voorstel van de patroons hadden afgekeurd wist ik dat dit staking betekende. Er was nog een probleempje: wettelijk hebben leerjongens bij ons geen stakingsrecht; maar ja, ik ben ziek geweest die periode... (lacht). Vonk: Wat was de inzet van de staking? Lasse: Bij de vakbondsafgevaardigden was een oppositiegroep gegroeid die een duidelijk eisenprogramma had opgesteld. De hoofdeisen waren: * 1 week bijkomend verlof * een 35-urige werkweek, zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen * een loonsverhoging Dit was volledig te verantwoorden door de gigantische winsten die de bazen de laatste jaren hebben gemaakt én door de overal gestegen werkdruk. De arbeiders moeten de winsten van de patroons bekopen met hun gezondheid. Deze eisen waren niet meer dan redelijk.

Vonk: Was dat ook de mening van de vakbondsleiding?

Lasse: Helaas niet. De leiding van de overkoepelende vakbond sprak een heel andere taal. Zij wezen erop dat Denemarken nu al meer importeert dan exporteert, dat het ogenblik niet geschikt was voor dergelijke eisen, dat de bazen zich dit niet kunnen veroorloven... . Ze stelden voor een betoging te organiseren ter verdediging van de pensioenen. Wat de eisen betreft vonden ze alleen een kleine loonsverhoging realistisch. Door deze houding voelden de patroons zich gesterkt om met een zeer slecht voorstel op de proppen te komen: een lichte verhoging van de kleine pensioenen en één bijkomende vakantiedag op kerstmis. Dan moet je weten dat 70% van de arbeiders in de privé-sector kerstdag al vrij hebben! Dit voorstel werd met een grote meerderheid door de vakbondsafgevaardigden verworpen en dat was het begin van de staking.

Vonk: Hoe verliep de staking?

Lasse : Op dinsdag was een grote betoging in Kopenhagen en dagelijks was er een grote vergadering van vakbondsdelegees. In de praktijk werd de staking volledig door de delegees georganiseerd. Je moet weten dat wij in Denemarken een zekere traditie hebben op dat vlak: bij een staking staakt iedereen. In het begin waren er wel piketten, maar op de meeste plaatsen waren die feitelijk niet nodig. De eerste twee dagen waren er enkele patrouilles en waar er nog mensen aan het werk waren zegden de delegees gewoon: "het is staking, jullie moeten naar huis gaan" en dat gebeurde. Wij hebben met de Rode Jeugd en het Marxistisch blad "Socialisten" letterlijk duizenden pamfletten verspreid op betogingen en vergaderingen van delegees met de oproep dat de delegees zouden stand houden en zich zouden houden aan de oorspronkelijke eisen. De vakbondsleiding probeerde voortdurend de eisen te verwateren. Tegen het einde van de staking spraken zij alleen nog over de eis van een bijkomende week vakantie en niet meer over de 35-urenweek of loonsverhoging. Al bij al was de staking zeer solide: 500.000 arbeiders uit de privé legden gedurende anderhalve week het werk neer. Ook tegen het einde was er absoluut geen stakingsmoeheid. Gedurende de staking werden door de meeste bedrijven akkoorden getekend met de vakbonden over de toegankelijkheid van de gebouwen, veiligheid e.d.. Ook dat is een traditie in Denemarken. Maar voor het eerst waren er ook bedrijven waar er geen akkoorden werden gesloten. De delegees moesten dikwijls de zaken in handen nemen, want het was niet onze bedoeling heel Denemarken te verlammen.

Vonk:????

Lasse: We stelden het zo: de patroons willen Denemarken verlammen, wij willen enkel de patroons, de kapitalisten verlammen. De patroons van de elektriciteitssector bv. dreigden met een lockout. Zij wilden dat er nergens en onder geen enkele omstandigheid elektriciens zouden werken. De vakbond van elektriciteitsarbeiders reageerde scherp: jullie zouden dat wel willen om de staking in een slecht daglicht te plaatsen. Maar als sommige mensen dringende herstellingen nodig hebben zullen wij gewoon het werk uitvoeren. De patroons wilden alle supermarkten sluiten en weer kwamen de vakbonden tussen om ervoor te zorgen dat er steeds een grote supermarkt openbleef zodat de mensen zich konden bevoorraden. Wij zorgden ervoor dat dit alles georganiseerd werd. Als er tekorten waren aan bepaalde goederen, zorgden de vakbonden voor de bevoorrading. Ook voor de ouderen en de zieken werd gezorgd.

Dat is wel opvallend: tot voor kort werkten degenen die instaan voor het schoonmaken van hospitalen, woningen van bejaarden enz... in openbare dienst. Recent werden deze sectoren geprivatiseerd, met het gevolg dat ook zij deelnamen aan de staking van de privé-sector. Maar ook hier zorgden de vakbonden ervoor dat enkel de patroons getroffen werden en niet de bevolking. De vakbonden zorgden ervoor dat de ambulances benzine kregen, want niemand anders kon benzine krijgen. Ook de politie moest een papier voorleggen, ondertekend door de vakbond van de transportarbeiders, anders kregen ze geen benzine. Dat toont waartoe een staking van 500.000 man in staat is. Op vele plaatsen namen de stakers de organisatie van de maatschappij over. Was de staking ook overgeslaan naar de openbare sector, zou de arbeidersbeweging de werkelijke controle verworven hebben van het land. Er zijn geen grote vergaderingen geweest om de arbeiders te vertellen hoe ze zich moesten gedragen tijdens de staking. Het maakt deel uit van het bewustzijn van de arbeiders dat zij ervoor moeten zorgen dat niemand leed werd aangedaan.

Vonk: Hoe kwam er uiteindelijk een einde aan de staking?

Lasse: Na anderhalve week staking werden de patroons steeds meer zenuwachtig. Het is onder hun druk dat de regering een wet uitvaardigde die de staking beëindigde 'omdat de economie van het land in gevaar kwam'. De tekst van die wet was, op enkele details na, dezelfde als het voorstel dat de arbeiders voor het begin van de staking hadden verworpen. Het hield bv. maar één extra vakantiedag in.

Vonk: Hebben de stakers zich daar zomaar bij neergelegd?

Lasse: Het beslissende moment was een vergadering van ongeveer 2.000 delegees vlak na de goedkeuring van die wet. Wij hebben daar 1500 pamfletten verspreid met een oproep om de staking uit te breiden tot een algemene staking (de openbare sector inbegrepen dus). Bij het uitdelen van de pamfletten kregen we onmiddellijk veel bijval. Maar voor de nationale leiding was de zaak beklonken: "deze wet is gestemd, dus moeten wij de staking stoppen". Ze herhaalden een veel gebruikte slogan: "Wij gaan samen naar buiten, wij staken samen en wij gaan samen naar binnen". Toen wij het woord kregen verklaarden wij ons akkoord met dat principe, maar niet met het feit dat we de staking moesten stopzetten op het ogenblik dat we op het punt stonden ze te winnen.

Je moet teruggaan op het ogenblik dat je op het punt staat een staking te verliezen en dat was nu zeker niet het geval. "De eis van een bijkomende week vakantie is volledig gerechtvaardigd, gezien de druk die er is op de arbeiders", stelden wij "en indien we nog een week verder staken zal die eis zeker behaald worden. De enigen die zouden verantwoordelijk zijn voor het feit dat de arbeiders die extra week niet behalen zou de nationale leiding zijn die hier vooraan zit." Toen kwamen enkele andere delegees naar voor, die duidelijk gesproken hadden met de nationale leiding, om uit te leggen hoe we de staking moesten beëindigen, dat er niet meer te halen viel,... Ze spraken zeer langzaam en namen al de spreektijd in beslag. Toch kon de leiding niet verhinderen dat ook anderen aan het woord kwamen die pleitten voor een algemene staking. De reacties uit de zaal waren duidelijk. Wie zich uitsprak voor het beëindigen van de staking kreeg hooguit een beleefd applaus, wie zich uitsprak voor een algemene staking werd stormachtig toegejuicht. Was er een stemming geweest, dan zou ongetwijfeld een meerderheid zich uitgesproken hebben voor de algemene staking. Door allerlei manoeuvres wist de leiding echter een stemming te vermijden. Dat was een zeer slechte zaak.

Vonk: Wat kwam er in de media die dag? Kwam de vakbondsleiding aan het woord?

Lasse: De media kondigden het einde van de staking aan en zegden dat er hoogstens nog enkele geïsoleerde acties zouden zijn. De vakbondsleiding vertelde dat de gestemde wet zeer slecht was en ze de sociaal-democraten in de regering niet langer zou steunen... Maar in feite denk ik dat ze blij waren dat de regering de verantwoordelijkheid van hun schouders had genomen.

Vonk: Hoe reageerden de arbeiders nadien?

Lasse: Wel, natuurlijk hebben de arbeiders niet gehaald wat zij wilden. Maar toch werd het niet gezien als een nederlaag omdat ze gezien hebben over welke macht ze beschikken en ook omdat de test van een volgehouden staking er niet was geweest. Niemand was stakingsmoe. Veel stakers waren ook leden van de sociaal-democratische partij. Zij zegden: "Wij betalen ons lidgeld, wij stemmen voor hen, waarom nemen zij dan het programma van de bazen over?" Als ze dan toch moesten tussenkomen hadden zij evengoed een wet kunnen stemmen die de 35-uren week inhield en een extra week verlof. Dat hadden zij moeten doen! Velen dachten dat door de houding van de leiding de vakbonden leden zou verliezen, maar precies het omgekeerde gebeurt: de vakbonden winnen nog leden bij, omdat uit ervaring gebleken is welke macht zij kunnen betekenen in de maatschappij. Na de staking waren er op veel werkplaatsen onderhandelingen en in veel grote fabrieken hebben de arbeiders een bijkomende week vakantie bekomen. Vooral jonge mensen zijn veel dichter bij de vakbond gekomen dankzij de staking. Zij zullen in de toekomst de vakbonden omvormen tot strijdbare organisaties. Wat de sociaal-democratie betreft sluiten wij ons aan bij de voorzitter van de vakbond in Kopenhagen, die stelde: "Het is niet omdat de leiding van de sociaal-democratie verkeerde beslissingen neemt dat wij de partij de rug moeten toekeren. We moeten erin gaan om ervoor te zorgen dat zij een politiek uitvoert in het belang van de arbeiders."