* Strenge selectie bij het aanwerven van nieuw personeel, zodat elke arbeider die nog "besmet" is met de "geest van Clabecq" en doordrongen is van een sociaal rechtvaardigheidsgevoel, opgebouwd in de loop van 20 jaar syndicalisme, uitgesloten wordt.

* Deze uitsluiting is pas mogelijk geweest als gevolg van een eerste, meer fundamentele uitsluiting: deze van de syndicale militanten en delegees van het ACV en vooral het ABVV. Zoals D’Orazio juist analiseert, "Het is niet de kwestie van mijn persoon of andere delegees, maar van de syndicale organisatie als dusdanig die uit het bedrijf wordt gehouden; de syndicale organisatie die de mensen organiseert, kanaliseert en tot bewuste actie brengt".

* De uitsluiting is niet alleen politiek, ze is ook sociaal: alle verwonde arbeiders of diegenen die lijden aan ziektes die ze meestal hebben opgelopen als gevolg van het ongezonde werk, zijn stelselmatig van de wervingslijsten geschrapt.

* Hierbij hebben ze kunnen rekenen op de samenwerking van de Forem (de Waalse tegenhanger van de VDAB), waarvan de psychologen aangezet werden om te onderzoeken of de persoonlijkheden van de kandidaten wel overeenkwamen met de "nieuwe bedrijfscultuur". Dat de patroon dat probeert, tot daar aan toe, maar dat een openbare dienst achter de kar gespannen wordt van het patronaat, is een schande!

* De leiding van de metaalcentrale van het ACV heeft ook geholpen bij het opstellen van een zwarte lijst; de eigen militantenkern (47 man) van het ACV prijkte aan de kop.

* Doorgedreven flexibiliteit en polyvalentie.

* Alle CAO’s die in het vorige bedrijf in voege waren zijn met de voeten getreden

* Loonsvermindering tot 30%

* Afwezigheid van elke syndicale controle op de toepassing van de veiligheidsregels.

* Afwezigheid van democratische verkiezingen om syndicale ploegen samen te stellen (O.R., KVG en syndicale delegatie).

"Het algemeen belang van het bedrijf en van de Regio" verbergt de egoïstische belangen van het patronaat. Dat is eigenlijk het model dat het patronaat graag in alle bedrijven zou proberen op te leggen.

Niets is nog "normaal" voor een baas. Maar het is een aberratie dat socialistische leiders, zowel in de PS als in de vakbonden, zoiets gaan steunen. Hier is slechts één verklaring voor: deze leiders zijn totaal doordrongen van het valse idee dat arbeiders en patroons gemeenschappelijke belangen hebben. Maar achter het algemeen belang van het bedrijf en de Regio gaan zeer particuliere belangen schuil van de patroons en de bankiers. Dit type syndicalisme is enkel en alleen maar "verantwoordelijk en realistisch" in de ogen van de bazen, maar niet in deze van de arbeiders en hun gezinnen.

Deze leiders kunnen en willen zich geen andere samenleving inbeelden dan deze waarin wij leven. Op zijn best stellen ze ons een ander "sociaal model" voor van het kapitalisme. Misschien hebben ze het over het model dat in de jaren ‘60 en ‘70 bestaan heeft, toen er volledige tewerkstelling was en er belangrijke sociale verworvenheden zijn bekomen. Maar deze periode is definitief voorbij en bovendien was ze een uitzondering in de ontwikkeling van het kapitalisme. De keuze waarvoor we staan is niet één tussen twee modellen van kapitalisme: het ene sociaal en productief en het andere wild en speculatief.

Een nieuwe overproductiecrisis is in de maak

Ons syndicalisme vertrekt vanuit het standpunt dat de winsten van de patroons het niet betaalde loon zijn van de arbeiders. Vertrekkende van dit principe kan er geen gemeenschappelijk belang zijn tussen beide. De echte keuze waarvoor we staan is uiteindelijk: kapitalisme of socialisme. De economische groei die we in België en Europa thans meemaken zal niet lang meer duren. De financiële crisis in Zuid-Oost Azië is slechts de verborgen zijde van een overproductiecrisis. Deze gaat de economiëen doen vertragen en zelfs in een recessie storten. In zo’n situatie gaat de interkapitalistische concurrentie toenemen.

De staalnijverheid is zeer conjunctuurgevoelig. De berekeningen die in het verslag van de rode metaal-centrale van Charleroi staan zijn bijna apocalyptisch: 200.000 jobs zullen gepletwalst worden in deze sector binnen de vijf jaar. Onnodig te zeggen dat Duferco-Clabecq niet gespaard zal blijven. Roberto Grosso, tot nu toe eigenlijk beter thuis in de verwerking van oude industriële terreinen tot schroot, zal sterk geneigd zijn in deze situatie de Forges de Clabecq hetzelfde lot te laten ondergaan.

In de volgende periode zullen de afbakeningen tussen verschillende concepten van syndicalisme scherper zichtbaar worden. Een stroming in de vakbonden wil de ellende van de opeenvolgende crisissen van het kapitalisme (minder en minder) sociaal begeleiden. Dit begrip van syndicaal werk herleidt de activiteit van de syndicale militanten tot deze van sociale assistenten. Een andere stroming is zichtbaar geworden in het kielzog van de strijd van Clabecq en de Veelkleurige Marsen voor Werk. De Beweging voor VakbondsVernieuwing is hiervan de belangrijkste en duidelijkste uitdrukking. Er rest de BVV nog een lange weg. Opdat de BVV een echte interventiekracht zou worden in de vakbond, moet er een eisenprogramma opgesteld worden die beantwoordt aan de dringende eisen van de werkers en ze verbindt met de noodzaak tot maatschappijverandering. De BVV kan enkel maar een betekenis krijgen wanneer ze een hefboom voor de verandering van onze vakbond wordt.