Heeft Vlaanderen al nagedacht over de autosector? vraagt Jo Van Biesebroeck zich af in De Standaard van 16 april. Wie A zegt moet B zeggen. En laat ons de vraagstelling meteen verbreden: heeft België al nagedacht over zijn industriële tewerkstelling? Want ook andere grote bedrijven schrappen banen of sluiten fabrieken: bij Arcelor Mittal verliezen de werknemers honderden euro's per maand door de economische werkloosheid. De kans is groot dat de stilgelegde hoogovens niet meer zullen opstarten. Aluminiumproducent Aleris schrapt in Duffel 770 banen. Dat alles om 'de toekomst van de bedrijven te verzekeren'. Maar dat belet Arcelor Mittal niet om dit jaar nog eens 1 miljard dollar uit te keren aan de aandeelhouders. Die moeten in de watten worden gelegd. Zoniet deponeren ze hun kapitaal elders. Arbeiders daarentegen kunnen niet zomaar elders naartoe.

Zo werkt het kapitalisme. Er stak een storm van verontwaardiging op toen de experts van de bankencommissie rapporteerden dat het beleid bij Fortis, Dexia en Ethias gedreven werd door winstbejag. Wat mij verbaasde was de verbazing daarover. Geloofden we dat sprookje over de stakeholders nu écht? Voor mij had het iets van een stel geleerde biologen die na grondige studie tot de vaststelling komen dat de tijger vlees eet...

Voor de aandeelhouders en CEO's van GM, Arcelor Mittal en Aleris produceren die fabrieken geen auto's, staal of aluminium. Ze produceren in de eerste plaats winst. Onze economie wordt aangedreven door private investeringen die dat ene doel voor ogen hebben: winst maken, en wel zoveel en zo snel mogelijk. Als dat perspectief wegvalt bevriest de economie en wordt het crisis. Een crisis die niet betaald wordt door de vermogens die vergaard werden tijdens de vette jaren, maar wel door de tienduizenden arbeiders en bedienden die overal aan de deur worden gezet.

Hoe uit deze helse cirkel geraken? Alleen radicale en lineaire maatregelen die het belang van gewone werkende mensen weer centraal stellen kunnen hier soelaas bieden. Daalt de productie? Dan moeten we de arbeid herverdelen met een lineaire arbeidsduurvermindering zonder loonverlies. De aandeelhouders zullen ditmaal moeten betalen. De familie Mittal bijvoorbeeld, die 45 procent van de aandelen van de wereldwijde staalreus in handen heeft streek in december 2008 nog 233 miljoen dollar aan dividenden op. Zij kunnen er nog een tijd tegen.

Of wil een bedrijf zoals GM een fabriek sluiten? In mijn boek 'Rooddruk voor een nieuw socialisme' schrijf ik daarover dat de gemeenschap - vertegenwoordigd door de overheid - dan alle steun moet terugvorderen en zelf industrieel initiatief moet ontplooien. Dat is heel wat anders dan zomaar belastinggeld overhandigen aan automultinationals die daarmee de achterhaalde structuren van de overproductie in stand houden. Ze moet rechtstreeks in dialoog treden met de mensen die weten hoe wagens geproduceerd worden: de arbeiders, de bedienden, de ingenieurs. Daarop rust momenteel een levensgroot taboe. Dat is begrijpelijk. Het zou de almacht van de grote monopolies breken. Het stelt de huidige machtsstructuren in vraag. Het zou de mogelijkheid openen om vragen te stellen zoals: welk wagenpark (of een ander vervoerssysteem) met welke brandstof willen wij in Europa in het jaar 2020? Welke technologische kennis is er in België en in Europa aan onze universiteiten en in onze bedrijven aanwezig om dit soort wagens te produceren? Welke rol zal de fabriek van Opel in Antwerpen daarin spelen? Met andere woorden: hoe kunnen we die fabriek laten draaien volgens de behoeften van de samenleving?

Van zieltogende concerns zoals GM verwachten we niet dat ze binnen dit en tien jaar een technologische revolutie zullen presteren. Die revolutie is nochtans dringend nodig: om sociale en om ecologische redenen. En daarvoor is een open, democratisch aangestuurde en multidimensionale economie nodig die onze verouderde eendimensionale winsteconomie naar de prullenmand van de geschiedenis wijst.

Is dit utopisch? Het is even utopisch als de democratie dat was ten tijde van de feodaliteit. En toch leven we niet meer in de feodaliteit. Het alternatief op de utopie is trouwens de miserie: volgens sommige economen staan ons tien of twintig jaar van verarming te wachten als we het roer NU niet drastisch omgooien.

De tijger eet vlees. Ons vlees. We moeten van dat beest af.