Op het moment dat we dit artikel begonnen te schrijven, zaten de onderhandelingen voor een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA) muurvast en zag het er niet naar uit dat er veel te rapen zou zijn. Ondertussen is er een minimaal akkoord rond de loonnorm en zijn er inderdaad niet veel kruimels van de tafel gevallen.

De kruimels zijn geworpen

Een loonnorm van 5,4 procent voor de komende twee jaar. Wanneer we de indexaanpassing van 3 procent en de baremieke loonsverhogingen van 0,6 procent daar afhouden, dan blijft er nog 1,8 procent over. Weliswaar gespreid over twee jaar, dus 0,9 procent per jaar. En dat is heel moedig. “Want die loonnorm is maar indicatief”, zal de leiding zeggen. “Dus hebben we toch een minimale garantie en in de sterke sectoren zullen ze er wel boven gaan?” We zijn er vet mee.

Tja, de basis zal blij zijn. Want over andere zaken is er blijkbaar helemaal niet gesproken. Alle heikele punten die in de vorige IPA’s ten minste nog besproken werden, worden nu helemaal doodgezwegen. Gingen we ook niets doen aan de werkdruk en de flexibiliteit? En wat met de almaar verdergaande uitbesteding aan onderaannemers? En gingen we het Tijdskrediet niet verbeteren? En het statuut arbeiders-bedienden?

“Weet je wel hoe ver de werkgevers wel niet willen gaan” en “we beschikken niet over de krachtsverhoudingen”, wordt er dan gezegd. Jammer natuurlijk voor de mensen op de vloer. Want alhoewel het hier in België op het eerste zicht nog wel lijkt mee te vallen met de flexibiliteit (en men bedoelt dan vooral de externe flexibiliteit tussen bedrijven) begint de interne flexibiliteit binnen de bedrijven de spuigaten uit te lopen. Volcontinu werken, ook ’s nachts en tijdens het weekend is al langer de norm aan het worden in de industrie. En ook in andere sectoren is de competitiviteit ondertussen de norm geworden en worden de mensen geconfronteerd met onregelmatige uren en een hoge werkdruk. Ondertussen zijn we al bijna het meest productieve land ter wereld. Ook met de uitbesteding begint het de spuigaten uit te lopen. Niet alleen betekent uitbesteding een regelrechte aanval op de lonen en de arbeidsomstandigheden. Het betekent meestal ook een aanval op de veiligheid. Denken we maar aan Cockerill. Lage lonen, lange uren, weinig of geen opleiding en een voortdurende verandering van werkplaats.

Het begint soms op de aankondiging van een survival te lijken. Wordt het dat immers niet wanneer je zonder opleiding een bedrijf binnenstapt om daar een shift van 10 of 12 uur te draaien en je dan naar het volgende bedrijf rijdt om daar een volgende shift te draaien? En daarna misschien nog een. Over het Tijdskrediet is er ook niet gesproken. Ook hier zal er gezegd worden “al goed, want de werkgevers wilden het Tijdskrediet immers opnieuw inperken”. Maar we hebben de problemen ook hier niet aangepakt. En voor een eengemaakt statuut voor arbeiders en bedienden zullen we maar wachten op een voorstel van de regering zeker?

Kroniek van een aangekondigde dood?

Wanneer iedereen ruim op voorhand inziet dat het zware onderhandelingen gaan worden, dan zou je toch verwachten dat de vakbonden zich voorbereiden op die onderhandelingen door ruim op voorhand de leden te informeren en te raadplegen, de militanten te mobiliseren en aldus krachtsverhoudingen op te bouwen. Reële krachtsverhoudingen die de onderhandelingen effectief beïnvloeden. Niets lijkt echter minder waar. De leiding van de vakbonden mort wel wat, maar het lijkt alsof zij niet goed weten wat te doen om hun protest ook daadwerkelijk kracht bij te zetten. Net een klein kind dat verkeerdelijk in de hoek is gezet maar nog niet de woorden vindt om uit te leggen wat er echt aan de hand is. Of misschien eerder een ouwe zatlap die doet alsof hij slaapt, om niet uit zijn luie zetel te moeten komen?

Zolang we de kapitalistische winstlogica blijven aanvaarden, zullen we ook blijvend met de gevolgen ervan geconfronteerd worden. Hoewel we de gevolgen van de crisis nu volop beginnen te voelen, zal de druk op de lonen en de arbeidsomstandigheden, de roep naar meer flexibiliteit en de pogingen om de werkdruk op te drijven niet verminderen wanneer het opnieuw ‘beter’ begint te gaan. Want hoewel de werkloosheid nog niet dramatisch toeneemt in cijfers, wordt er nooit gesproken over de enorme verdoken werkloosheid, namelijk de tijdelijke of economische werkloosheid. Die zou ongeveer 20 procent bedragen. En gaan we dat ook invoeren voor bedienden wanneer we naar één statuut gaan? En indien niet, gaan we dan aanvaarden dat de bedrijven massaal zullen ontslaan? En wat met de brugpensioenen? Behouden we die of zullen ze afgeschaft worden, zoals Europa en de regering vragen?

Herverdeling nu!

De huidige positie van de leiding van de vakbonden is ronduit schandalig. De sociale strijd is niet dood maar wordt stil gehouden. De verantwoordelijkheid voor het ontbreken van de nodige krachtsverhoudingen ligt dus volledig bij hen. De mensen zijn het meer dan beu.

De loonmatiging duurt nu ondertussen al twintig jaar, terwijl de productiviteit, de flexibiliteit en het rendement van de ondernemingen alsmaar blijven toenemen. En nog durft het patronaat te stellen dat we niet concurrentieel genoeg zijn omdat de sociale lasten in ons land veel te hoog liggen. Komaan zeg, het wordt tijd voor herverdeling ja! Want ondanks alle negatieve verwachtingen over de economie, blijven de winsten wel overeind en neemt de ongelijkheid en de armoede toe. Volgens Eurostat verdient 9 procent van de loontrekkenden in België minder dan 60 procent van het gemiddelde loon en bedraagt de armoede onder loontrekkenden al 6 procent. Verder behoort reeds 26 procent van de loontrekkenden tot de categorie van de lage lonen en binnen die groep van lage lonen zijn er al 18 procent armen. En dan spreken we nog niet over de sociale uitkeringen en de vervangingsinkomens voor diegenen die niet werken. Verdelen dus die vetpotten en verdelen ook de stijging van de productiviteit.

Dat betekent dat de aloude eis van arbeidsherverdeling met behoud van loon en met verplichte aanwervingen misschien actueler is dan ooit. Immers, nu de nadelen van het Tijdskrediet voor iedereen duidelijk worden, begint de discussie over een veralgemeende arbeidsherverdeling naar 32 uur, met behoud van loon en met verplichte aanwervingen, hier en daar weer gehoor te vinden. Aanzwengelen die boel!