Wat leven we toch in een vreemd landje. Op het ogenblik dat we dit schrijven is het nog niet duidelijk of de regering van lopende zaken nog tot in het oneindige gerekt zal worden of dat we toch afstevenen op nieuwe verkiezingen. Vast staat in ieder geval dat alle records zullen worden gebroken. Op 21 april zal het een jaar geleden zijn dat de regering-Leterme gevallen is. Diezelfde regering oogt ondertussen fitter dan ooit. Er is nog een tweede paradox aan de gang. Terwijl bij de regeringsvorming eindeloos wordt gebakkeleid, terwijl men daar van het ene schimmengevecht in het andere verzeilt, schijnt er voor de rest van de politiek plotseling een verbazingwekkende eensgezindheid te zijn uitgebroken. Nieuwe gouverneurs aanstellen van de nationale bank, ten oorlog trekken in Libië, het interprofessioneel akkoord doordrijven tegen de wil van de meerderheid van de arbeiders in dit land, voor het eerst in twintig jaar radioactief afval laten verwerken in Mol… Het schijnt allemaal niet veel moeilijkheden op te leveren. Voor socialisten is dit het moment om dubbel op hun hoede te zijn. Want steeds gaat dergelijke eensgezindheid ten koste van de arbeidersbeweging. Steeds zal er een beroep worden gedaan op het ‘staatsmanschap’ van zowel de politici als de vakbondsleiders om de patronale agenda door te drukken.

Goede cijfers

Eén van de redenen waarom het uitblijven van een regering nog niet tot paniek leidt, zijn de goede economische cijfers. Enkele voorbeeldjes: België kreeg van Europa de opdracht om zijn begrotingstekort in 2010 te beperken tot 4,8 procent van het BBP. In werkelijk haalden wij 4,1 procent. Voor 2010 werd eerst een stijging van de werkloosheid met 100.000 voltijdse banen voorspeld. In werkelijkheid is de werkloosheid zelfs licht gedaald. Weinig Europese landen doen ons dit na. We zien twee grote oorzaken hiervoor: de index heeft ervoor gezorgd dat de koopkracht van de bevolking gehandhaafd bleef. Bovendien heeft België een uitstekende administratie, die de essentiële diensten draaiende wist te houden bij het uitbreken van de crisis in 2008 en 2009. Laat dat nu net de twee zaken zijn waar het patronaat storm tegen loopt! ‘Hervormen’ of afschaffen van de index! Snoeien in het overheidsapparaat! Dat willen de patroonsorganisaties. 

Ondertussen in Europa

Veel Europese landen zitten nog volop in de crisis: Griekenland, Ierland, Portugal, Roemenië enzovoort. De aasgieren van het bankwezen, ‘gered’ en vetgemest met overheidssteun, vinden in de schulden van die landen een gemakkelijke prooi om tegen te speculeren. Ondanks de goede economische cijfers komt ons land trouwens ook in de gevarenzone, door het uitblijven van een regering en omdat de indruk wordt gewekt dat België op splitsen staat. In zeven haasten werd een noodfonds uit de grond gestampt om de landen die hun schulden niet meer kunnen afbetalen bij te springen. Vooral Duitsland doet hierover enorm pissig en wil de ‘schuldigen’ draconische besparingen opleggen. ‘Onze’ Herman Van Rompuy is een van de uitvoerders van dienst. En wat is de boodschap die aan België wordt meegegeven door Merkel, Sarkozy en de Eurocraten? Twee keer raden: afschaffen van de index en snoeien in het overheidsapparaat. Het erge is dat al hetgeen de EU voorstelt de zaak alleen maar erger zou maken. Dat is niet alleen zo in België. Ierland is het beste voorbeeld. De drastische besparingspolitiek van dat land werd oorspronkelijk toegejuicht door alle kapitalistische denktanks. Twee jaar later heeft ze enkel geleid tot een nog grotere crisis met onder meer een tekort op de begroting van 32 procent. Zelfs vanuit kapitalistisch standpunt is de besparingswoede die Europa nu overspoelt dom en inefficiënt. Het zou het prille herstel van de wereldeconomie (4,6 procent groei in 2010) kunnen doen knakken, zeker na de rampen die in Japan zijn gebeurd. De Verenigde Staten en China hebben dat trouwens met zoveel woorden gezegd, maar zonder gevolg.

Onenigheid 

We mogen niet denken dat de patsituatie die nu al zo lang heerst in België zonder gevolgen zal blijven. De schijnbare eensgezindheid is trouwens aan het afbrokkelen. Op politiek vlak was er de rel tussen de (federale) CD&V-ministers en de N-VA via de open brief  “Máák dan een regering!”. Op syndicaal vlak was er natuurlijk de strijd rond het IPA. Met name de basis van het ABVV voelt duidelijk aan dat het nodig is om duidelijker met een eigen stem te spreken; dat het niet loont om braaf en begripvol te zijn. Helaas is er hierdoor ook een ernstige scheur gekomen in het gemeenschappelijk vakbondsfront. De verantwoordelijkheid van de ACV-leiding is groot. Willen zij echt de redders van het vaderland spelen, verzoenen wat niet te verzoenen valt? Maar ook het ABVV heeft een grote verantwoordelijkheid. Wij moeten met alle kracht proberen opnieuw te komen tot een verzoening en een gezonde samenwerking tussen de twee grote vakbonden. Dit moet kunnen zonder inhoudelijke concessies te doen maar door geduldige uitleg en een kameraadschappelijke houding. Periodes van politieke instabiliteit blijven immers niet duren. Dikwijls worden ze gevolgd door een regelrechte aanval op de arbeidersbeweging. Zo werd de instabiele periode van het einde van de jaren ’70 van vorige eeuw gevolgd door de volmachtsregeringen van Martens, die onder meer twee indexsprongen brachten. Het zou veel beter zijn dat de arbeidersbeweging ditmaal zelf in de aanval ging. Daarvoor zijn de vakbonden alleen niet voldoende, er is ook een politiek verlengstuk nodig. Helaas lijkt ook de PS van Di Rupo bevangen door het virus van het staatsmanschap. Enkele minieme aanvullingen aan het ontwerp IPA waren voor hen voldoende om het door te drukken, tegen de wil van het ABVV in. Het leverde hen de eerste achteruitgang in de peilingen op. Toegegeven, de sp.a heeft enkele amendementen ingediend op het IPA. Toen die niet werden goedgekeurd hebben twee parlementsleden (Bonte en Kitir) zich onthouden bij de stemming. We durven wedden dat niemand het gezien heeft. Er is duizendmaal meer nodig. Ballen, kameraden! Voor een offensieve en socialistische politiek!