De Europese actiedag tegen de soberheid op 14 november luidt een nieuwe etappe in naar de organisatie van de strijd tegen de soberheid op Europese schaal. Eveneens is het een eerste stap naar een Europese algemene staking.
Maar de omvang van de mobilisatie was nog ontoereikend. Ongetwijfeld was de mobilisatie een succes in Spanje en Portugal. Daar kon men echt spreken over een Iberische algemene staking, de eerste uit de geschiedenis. In Spanje werd volgens de vakbonden de staking opgevolgd door 76 procent van de werknemers. Massabetogingen vonden plaats in heel het land. 9,1 miljoen mensen legden die dag het werk neer van de 11,9 miljoen die werden gevraagd te staken met uitzondering van zij die de minimumdiensten bemanden.
In Portugal was de deelname aan de werkonderbreking eveneens zeer groot. Volgens de CGTP vakbond, was de actie zonder twijfel een succes. De organisatoren schatten zelf dat dit de grootste staking ooit in de geschiedenis van het land was. Een ander belangrijk element is de deelname van sommige federaties van de socialistische UGT. In beide landen kan men zonder aarzelen zeggen dat het de grootste stakingen waren sinds de val van hun dictaturen in de jaren 70.
De dynamiek van de mobilisatie wordt echter nog sterk beïnvloed door de nationale realiteit. In andere landen was de respons van de vakbondsleiding zeer gematigd. De mobilisatie werd er opzettelijk klein gehouden. In Italië, heeft de CGIL opgeroepen tot een 4-urenstaking. Enkel de vakbonden die het hardst worden getroffen door de crisis of de meest linkse waren bereid buiten het officiële ‘strijdkader’ te treden.
De Italiaanse metallo’s van de CGIL deden dit in sommige regio’s van Italië net zoals de gemeentevakbond in Griekenland de POE-OTA.

In België waren het de spoormannen en -vrouwen van de ACOD-CGSP die de spits afbeten met een 24-urenstaking. Zij grepen de kans van de vage ordewoorden van het EVV en eveneens van het ABVV en het ACV om het hele spoornet te verlammen of ernstig te verstoren. Het werd een succes. De Franstaligen en de christelijke bediendenvakbond uit de privé, de CNE (LBC in Vlaanderen) brak ook uit het opgelegde stramien. Met een zeer strijdbare betoging trokken ze door de ‘Europese wijk’. De rode metaalvakbond in Brussel en Wallonië riep eveneens op tot een algemene staking net zoals de Franstalige ACOD. De socialistische gemeentevakbond in Brussel was er ook als de eerste bij om het werk neer te leggen en de collega’s van het spoor met hand en daad bij te staan met spoorbezettingen. Vijf regio’s van het Waalse ABVV waren ook in algemene staking. Ondanks de inactiviteit van de vakbondsleiders in Vlaanderen werd het werk toch in een paar bedrijven neergelegd. Dit alles toont aan dat een belangrijk gedeelte van de vakbondstop nog gevangen is van de illusies van het ‘sociaal overleg’ en de mogelijkheden van een economische relance om uit het slop te geraken. Zij begrijpen nog steeds niet dat dit een nieuw tijdperk is, overheerst door recessie of een stokkende groei en van sociale confrontatie. De bazen echter hebben dit wel begrepen. Ook doet men er best aan te begrijpen dat het proces van radicalisering en mobilisatie van de arbeidersklasse in Europa op verschillende snelheden vooruitgaat. De eerste breuklijnen binnen de vakbondsbureaucratie over strategie en eisen zijn echter al zichtbaar.

In andere landen zoals Duitsland, Oostenrijk, Nederland of Groot-Brittannië was de mobilisatie sterk afhankelijk van linkse groepen of nog steeds sterk onder controle van de vakbondsbureaucratie. Deze laatste weigert nog steeds aan haar achterban uit te leggen dat de crisis ook bij hen hard gaat toeslaan. De acties waren ook zeer zwak in Centraal- en Oost-Europa. Zeker in vergelijking met de reuze mobilisaties de laatste twee jaar in Roemenië, Tsjechië of Hongarije en de grote electorale verschuivingen in landen zoals Slovakije. Potentieel voor een Europese mobilisatie op een hoger niveau is mogelijk maar vereist een veel sterker internationaal bewustzijn in de eerste plaats van de vakbondsleidingen in de verschillende landen.

Geen soelaas binnen grenzen van het kapitalisme.

Het Europees Vakverbond droomt, zoals veel vakbondsleiders in de EU, van een nieuwe ‘sociaal contract’, een terugkeer naar het idyllische verleden waar alles rustig kon worden bedisseld aan de onderhandelingstafel. De vraag die we ons moeten stellen is waarom het huidige sociale model onder vuur wordt genomen door de bazen? De waarheid is dat de kapitalisten zich niet meer dezelfde toegevingen (of gewoon geen toegevingen) kunnen veroorloven als in het verleden. En zelfs in het verleden kregen we enkel nog maar de kruimels toegeschoven. Het antwoord is niet heimwee naar een toestand van het verleden maar een vakbondsstrategie aangepast aan de nieuwe objectieve realiteit. Zelf in het verleden werden de hervormingen bekomen door harde strijd en niet door het vriendelijk te vragen, op je knieën te gaan of door lobbywerk.
Het EVV ziet ook heil in een relancebeleid om het kapitalisme weer groei in te pompen. Nu zijn ‘groei, kwaliteitsjobs en sociale rechtvaardigheid’ waarvoor het EVV pleit natuurlijk lovenswaardige doelstellingen. Wie kan hier tegen zijn? Jens Weidmann, aan het hoofd van de Bundesbank zegt dat ‘Groei natuurlijk altijd een goed ding is. Maar voorstander zijn van groei is zoiets als voorstander zijn van wereldvrede’.
Hoe moet groei worden bekomen volgens het EVV? Via het belasten van de rijken, de bestrijding van de fiscale fraude, een tobintaks en Eurobonds.

Het beleid van de Franse socialistische president toont hoe de kapitalisten zullen reageren als er een serieuze poging wordt ondernomen om dit beleid door te voeren. De Franse PS kwam aan de macht met een beleid zoals het EVV voor staat. De poging van Hollande om de rijken te belasten werd onmiddellijk ondermijnd door de aankondiging van prominente kapitalisten dat ze hun fiscaal adres zouden verhuizen naar het buitenland, namelijk naar het fiscale paradijs in België. Hollande reageerde hierop door zijn programma te verwateren. Een heuse bezuiniging van 30 miljard euro werd aangekondigd, gevolgd door 20 miljard euro belastingvoordeel voor de rijksten betaald door en verhoging van de BTW en bijkomende bezuinigingen.
Eurobonds uitbrengen betekent dat het de Duitse bankiers en kapitalisten zijn die de risico’s overnemen van hun zwakkere Griekse, Spaanse, Portugese, Italiaanse, Ierse enz. collega’s. Dat willen ze niet doen. Moesten ze dit willen doen, zullen ze niet aarzelen de rekening door te schuiven naar de Duitse werknemers…

Onze vakbonden moeten dus beginnen ‘out of the (capitalist) box’ te denken en buiten de nationale grenzen te handelen. 14 november is een eerste stap in de goede richting. Samen strijden om samen te winnen is de boodschap.

Rome_14-11-2012

14 november: scholieren, studenten en leraren nemen in Rome het voortouw in de strijd tegen de besparingen.