Nog voor de officiële resultaten werden vrijgegeven, aanvaardde de Ierse regering reeds dat het Ierse electoraat het verdrag van Lissabon ter hervorming van de Europese Unie verwierp. De nee-stemmen haalden het in de overgrote meerderheid van de 43 electorale kantons, de ja-stemmen behaalden slechts een meerderheid in enkele kantons en die lagen allemaal in de Ierse hoofdstad Dublin. Dit is een slag in het gezicht van de Ierse regering en van de nieuwe eerste minister Brian Cowen. Het is ook een stok in de wielen van de waterdragers van de Europese Unie en hun beleid dat overduidelijk tegen de arbeidersklasse gericht is.

Tot op heden hebben 14 Europese lidstaten het verdrag van Lissabon geratificeerd in hun parlement en indien de ja-stem het zou gehaald hebben in Ierland, dan zou het verdrag ingaan vanaf 1 januari 2009. De uitslag van het Ierse referendum werpt nu donkere schaduwen over de toekomst van het verdrag dat was ontworpen om de Europese integratie te bevorderen. De bezorgdheid van de Europese bourgeoisie is overduidelijk aangezien de euro terugviel tot de laagste koers ten opzichte van de dollar in een laatste maand onmiddellijk nadat de eerste berichten over het resultaat van het referendum bekend werden.

De uitslag van het referendum is nog het meest verbazingwekkend omdat de drie belangrijkste Ierse politieke partijen campagne voerden voor een ja-stem. Zowel de boeren, het zakenleven als de vakbonden ondersteunden de ja-campagne. Zelfs de paus moeide zich en riep de Ieren op om ja te stemmen.

De uitslag drukt een veranderende stemming uit. Tot een tijdje geleden werd de Ierse republiek omschreven als een Keltische Tijger, een nieuwe snel groeiende economie. Tijdens het afgelopen jaar zijn de huisprijzen echter ingestort, terwijl de rente van de hypotheken omhoog gaat. Tussen 2002 en 2006 groeide de Ierse economie jaarlijks met een gemiddelde van 5 procent. De eerste prognoses voor dit jaar spreken over een groei van slechts 2 procent en een verdere vertraging is niet onwaarschijnlijk aangezien de Ierse economie sterk gericht is op export naar de VS en de Europese Unie. De inflatie staat vandaag op 4,3 procent en neemt toe. De Ierse economie was aantrekkelijk voor investeerders door de belofte van goedkope arbeid. Bovendien maakt Ierland deel uit van de Europese Unie zodat multinationale ondernemingen makkelijk kunnen exporteren naar de rest van Europa. Daarnaast konden buitenlandse investeringen ook rekenen op interessante belastingsvoorwaarden.

Onlangs kondigde de Franse regering echter aan dat onder haar voorzitterschap zou geprobeerd worden om de Europese bedrijfsbelastingen te harmoniseren. Dit wil eigenlijk zeggen dat op een moment dat de wereldeconomie in recessie gaat, de kapitalistische machten proberen om de eigen belangen te verdedigen en het niet meer aanvaard zal worden dat anderen hun de loef afsteken met speciale handelsvoorwaarden. Dergelijke tegenstellingen stellen zich in serieuze mate binnen de Europese Unie, waar elke lidstaat de eigen belangen verdedigt. De Ierse regering antwoordde op de Franse aankondiging door te stellen dat het een slecht tijdstip was, dat men had moeten wachten tot na het referendum van 12 juni om beleidsvoorstellen te lanceren. De mensen mochten eerst stemmen, pas dan zou men te horen krijgen wat de beleidsmakers voor ons in petto hebben.

De uitslag van het referendum is de uitdrukking van een instinctief wantrouwen ten opzichte van de Europese bureaucratie en haar beleid. De Europese Unie is immers altijd gebruikt als een excuus voor draconische maatregelen gericht tegen de arbeidersklasse. Het Verdrag van Maastricht bevatte bijvoorbeeld allerlei beperkingen op openbare uitgaven, zodat er bespaard moest worden in pensioenen, sociale zekerheid enzovoort. Alles werd steeds gemotiveerd met het excuus dat het wel moest als we deel wilden uitmaken van Europa. Zolang de economie bleef groeien, werd de aanval op de levensstandaard nog getolereerd. De groei zorgde immers voor jobs. Die jobs kenden slechte omstandigheden en lange uren maar er was werk. Vandaag neemt de werkloosheid toe, de inflatie stijgt en de arbeidersklasse voelt de gevolgen, overal in Europa.

De uitslag van het referendum betekent ook een afwijzing van het beleid van de huidige Ierse coalitie. Vooraleer de voormalige Ierse eerste minister Bertie Ahern ontslag nam, werd er geredeneerd dat het Ierse electoraat het referendum zou misbruiken om het vertrouwen in hem op te zeggen. Nadat Ahern ontslag had genomen, dacht men dat dit probleem van de baan zou zijn. Hierbij vergeet men dat het Ierse volk slim genoeg is om te doorzien dat een nieuwe eerste minister voor hetzelfde beleid staat. Er is tegen het beleid gestemd, niet tegen individuen.

De uitslag van het referendum was eveneens een afwijzing van de belangen van de grootindustrie die de basis vormen van de Europese Unie. De verhoudingen zijn gewijzigd in Ierland. Het aantal stakingen neemt toe en we hebben reeds enkele zeer militante strijdbewegingen gezien onlangs. De leiding van de vakbonden voerde campagne voor een ja-stem maar is er niet in gelukt om de werkers te overtuigen. Dit zullen we nog zien in de toekomst. Dit was niet zomaar een klein referendum in een uithoek van Europa. Het is het topje van een ijsberg. Onder de oppervlakte groeit de instabiliteit en de polarisatie tussen de klassen. De arbeidersklasse en de kapitalisten bewegen zich in tegengestelde richtingen.