24 november 2010 zal de Portugese geschiedenis ingaan als een uitzonderlijke dag van massaal arbeidersprotest tegen het door de regering Sócrates (PS) gevoerde soberheidsbeleid. Meer dan 3 miljoen werkenden waren betrokken bij de grootste staking ooit in het land waartoe de vakbonden CGTP-IN en UGT hadden opgeroepen. De talrijke politieke en patronale dreigementen, de chantage, de illegale druk op stakerspiketten... niets kon de massa tegenhouden. Werklozen en studenten sloten zich aan bij het protest. 

De arbeidersklasse had dan ook redenen te over om te protesteren tegen de zware besparingsplannen van de regering. De eerste twee "PEC’s” (Programma's voor stabilisatie en groei) die voorzagen in privatiseringen, een bevriezing van de ambtenarenwedden en besnoeiingen in de sociale uitgaven, werd door Europa als onvoldoende bestempeld. De PS gaf toe aan de druk en verhoogde de belastingen, vooral de btw. Ook dat volstond niet voor de Europese burgerij. Op 3 november jl. keurde de regering een nieuw plan goed dat voorziet in een verlaging van de ambtenarenwedden met 3-5 procent tot 10 procent, een bevriezing van de pensioenen, verdere besnoeiingen in de sociale uitgaven en een bijkomende verhoging van de btw.

Daarmee was de maat vol voor de vakbonden. Volgens CGTP en UGT hebben meer dan 3 miljoen van de 5,6 miljoen werkers deelgenomen aan de staking van 24 november. Bijna al het verkeer lag stil: treinen, ferry’s, bussen, trams, metro... Idem wat betreft de scholen, de universiteiten, de rechtbanken. Maar de plek waar het meest werd gestaakt was de luchthaven (90 procent van de vluchten afgelast). In de privésector kende de actie dan weer veel succes in het industriële centrum van Palmela, waar de grote VW-fabriek is gevestigd en in de sectoren van de kurkproductie, de energie, de gezondheidszorgen (zelfs een aantal dokters staakte mee) enzovoort.

De vakbonden willen het succes van de actie nu verzilveren door hun eisen kracht bij te zetten, o.a. op het vlak van de minimumlonen en de werkloosheid. Daarbij willen zij, met de steun van de politieke linkerzijde, de regerende PS tot een koerswijziging dwingen.

Aangezien de Portugese economie zich in een belabberde staat bevindt - de publieke schuld bedraagt 85 procent, terwijl de EU slechts 60 procent toestaat, het budgettaire deficit bedraagt 9,6 procent - zal de arbeidersklasse het niet onder de markt hebben om haar rechtmatige eisen om te zetten in verworvenheden. Zoals elders liggen ook hier de financiële markten als een krokodil op de loer.

Er is één lichtpunt en daar onderscheidt Portugal zich wellicht van de andere Europese landen: er bestaan namelijk twee sterke partijen ter linkerzijde van de sociaaldemocratie. Enerzijds is er de stevig gewortelde PCP (de communistische partij), anderzijds is er het Bloco de Esquerda (het Links Blok, een fusie van maoïsten, trotskisten en leden van de vroegere eurocommunistische sector van de PCP). Benieuwd of zij in staat zullen zijn en bereid blijven om de Portugese arbeidersklasse te steunen in haar moedige strijd.