De NAVO-bezetting heeft van Kosovo een westers protectoraat gemaakt. De officiële oorlogsdoelstellingen van de NAVO zoals het omverwerpen van Milosevic en het stopzetten van de etnische zuiveringen zijn dode letter gebleven. Nu is het de Servische bevolking, bevreesd voor de terreuractiviteiten van het nationalistische Albanese UCK, die Kosovo ontvlucht. De westerse troepen begeleiden in werkelijkheid deze nieuwe etnische zuivering.

Milosevic zit nog steeds in het zadel en de NAVO moet met hem onderhandelen. De aandacht van de hele Westerse media is gericht op de interne oppositie tegen Milosevic. De verschillende betogingen tegen de Servische president in de tweede helft van augustus gaven aanleiding tot een nieuwe golf van euforie. "Er komt eindelijk democratie in Servië" luidde het. Hoog tijd dus om de "democratische oppositie" door te lichten die in Belgrado een gooi doet naar de macht.

Twee pro-kapitalistische kampen

In vorige artikels legden we uit hoe de NAVO-bombardementen de positie van Milosevic enkel hebben versterkt. Tegelijkertijd wezen we op het feit dat het massaprotest in Servië tegen de bombardementen niet synoniem was van politieke steun voor de regering in Belgrado. Recente opiniepeilingen duiden aan dat 70% van de Servische bevolking Milosevic liever kwijt wil. Maar 40% van de ondervraagden heeft ook geen vertrouwen in de door het Westen bewierookte oppositie. Het probleem is dat twee pro-kapitalistische kampen het politieke toneel overheersen. De arbeidersklasse heeft geen eigen onafhankelijke politieke stem. Zowel de oppositie als Milosevic willen de economie privatiseren. Hun meningsverschillen reiken niet verder dan de manier waarop de uitverkoop van de economie moet plaatsvinden en natuurlijk wie er met de buit gaat lopen.

Milosevic wenst zijn greep op het privatiseringsproces niet los te laten. Het gaat hier om de belangen van zijn familie en een breder persoonlijk netwerk. De "democratische oppositie" ziet de uitverkoop graag tegen een verhoogd tempo vooruitgaan, hierbij aangepord door haar westerse sponsors. Welke weg ook ingeslagen wordt, de arbeiders en boerenbevolking zullen er geen baat bij hebben. Ze zullen snel beseffen hoe een arrogante opkomende burgerij of een kliek van cynische ex-stalinistische bureaucraten de rijkdom die ze produceren ontfutselen.

Economie zwaar gehavend

De Servische economie zit op haar knieën. Voor de bombardementen was ze al zwaar toegetakeld. Vandaag is de toestand ronduit rampzalig. 62% van het transportstelsel, 70% van de energiebevoorrading en 80% van de olieraffinaderijen is vernietigd. De economische productie van het land bedraagt maar de helft meer van tien jaar geleden. Het maandelijks gemiddeld inkomen daalde in dezelfde periode van 24.000 tot 4.200 BEF. Veel werkers zagen sinds maart geen loon of pensioen meer.

Een chronisch gebrek aan investeringen verlamt de economie. Het handelsembargo van de "internationale gemeenschap" heeft dit nog verergerd. Maar de zwarte markt en economie hebben de wind in de zeilen. De plaatselijke Maffia ziet zijn inkomen aanzwellen. Deze Maffia heeft nauwe banden met Milosevic.

De kliek rond de president heeft op haar manier de economie geprivatiseerd. Zo verkocht ze de helft van de nationale telefoonmaatschappij voor één miljard dollar aan een Griekse en Italiaanse maatschappij. De cementindustrie, de petroleumbedrijven en de suikerraffinaderijen zijn het zelfde lot beschoren. De voormalige stalinistische bureaucraten werden eigenaars en kapitalisten dankzij deze winstgevende uitverkoop.

De oppositie is niet veel beter. Ze is verdeeld en ondermijnd door persoonlijke rivaliteiten en corruptieschandalen. Ze houdt enkel een moeilijke en tijdelijke schijn van eenheid in stand rond het idee van een overgangsregering voor de "hervorming" van de economie. Zo'n regering moet de kern vormen van het zogenaamde "stabiliteitpact voor Servië", opgesteld door een groep plaatselijke economisten. Hiermee willen ze zich inschrijven in de strategie van regionale stabiliteitplannen van het Westers imperialisme. Het Westen heeft Servië bewust niet opgenomen in dit regionaal pakt zolang Milosevic aan de macht blijft. In die zin is de oppositie een verlengstuk van het westers imperialisme.

Kruistocht voor de "vrije markt" in de Balkan

Het Franse tijdschrift Le Monde Diplomatique (juli 1999) heeft een scherpe kijk op de essentie van dit project: "Dit pakt wil hoofdzakelijk marktmechanismen opleggen overal waar dit mogelijk is. Het is gemakkelijk te voorspellen dat veel Balkanstaten deze heropbouw al even pijnlijk zullen ervaren als de oorlog." Servië bevindt zich op een strategische plaats in de Balkan voor de Westerse imperialistische belangen. De oppositie beweert dat zodra Milosevic verwijderd is en zij de teugels in handen krijgt, het Westen de geldkranen voor de heropbouw van het land zal opendraaien. Hierop steunt een groot deel van haar propaganda. Opnieuw wordt er luidop gedroomd van een Marshall-plan.

Meer nuchtere analyses wijzen op een schril tekort aan fondsen om de verleidelijke beloften van de Europese Unie, de Verenigde Staten te verwezenlijken. "Tot nu toe heeft het Hoog Commissariaat voor Vluchtelingen van de VN slechts 160 miljoen dollar ontvangen van een beloofde begroting van 400 miljoen voor de terugkeer van de bevolking van Kosovo. Indien de bijdragen op zich laten wachten voor de meest dringende taak, dan is het moeilijk in te zien hoe dit geld beschikbaar zal zijn voor lange termijn projecten. Het is ook niet het begin van een geldstroom: de Verenigde Staten hebben duidelijk gemaakt dat hun bijdrage van 500 miljoen dollar niet de voorsmaak is van toekomstige giften, maar het plafond van hun vrijgevigheid" (Dr Jonathan Eyal, Director of Studies at the Royal United Services Institute in Londen). Dit is de werkelijkheid van de zogenaamde Westerse hulp. Achter dit rookgordijn is een harde strijd aan de gang tussen verschillende regeringen en bedrijven om de meest winstgevende contracten binnen te slepen. De Servische oppositie bedriegt de massa's met haar beloften.

De arbeiders, arme landbouwers en jeugd van Servië hebben van beide kampen niets te verwachten. Het is een keuze tussen Lucifer en Belzebub. De betogingen van de laatste weken toonden aan dat de oppositie niet de steun geniet van de brede massa's. Een aantal figuren, zoals de voormalige bevelhebber van het Joegoslavische leger Perisic, begrijpen dat de oppositie geen kans maakt indien ze overkomt als een marionet van het Westen. Het Westen wil ook niet dat een massabeweging Milosevic omverwerpt, maar verkiest een interne coup met de hulp van een gedeelte van het staatsapparaat.

Wij willen voor Servië de opbouw van een internationalistisch en marxistisch alternatief door de arbeidersklasse. Wij staan voor de omverwerping van Milosevic, het stopzetten van de privatiseringen en een democratische planeconomie. Voor het einde van de nationalistische en etnische barbarij en voor een democratische en socialistische federatie van de Balkanvolkeren.