Wie de politieke kaart van Europa analyseert, ziet dat extreemrechts de laatste jaren steeds populairder wordt. Salvini in Italië, Marine Le Pen in Frankrijk, Van Grieken in Vlaanderen, Orban in Hongarije… De stille meerderheid, dixit Van Langenhove, heeft haar sterke leiders te pakken. Hun boodschap, waar de originaliteit van afdruipt, is duidelijk: eerst onze mensen, prima gli italiani, les Français d’abord… Het extreemrechtse gedachtegoed is zelfs zodanig mainstream geworden dat sommige linkse partijen af en toe vergeten dat ze zich aan de andere kant van het politieke spectrum bevinden. John Crombez (sp.a) die doodleuk vertelt dat Francken te ‘soft’ was op migratie is daar een voorbeeld van. Gelukkig bestaat er ook een belangrijke tegenkracht met een andere boodschap: tegen racisme en tegen haat!

Waarom extreemrechts ‘in’ is?

De laatste tijd vertonen de verkiezingen in de wereld een wederkerend patroon: extreemrechts boekt vooruitgang. Voor veel mensen is dit een onverklaarbaar fenomeen en politici van de traditionele partijen helpen niet om het fenomeen te verklaren. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld schoof Hillary Clinton haar verkiezingsnederlaag volledig in de schoenen van Rusland. Op die manier verbergt ze de structurele redenen achter de opkomst van Trump en wordt het beleid van Barack Obama volledig buiten schot gehouden. Ook in België tasten politici in het duister. Sammy Mahdi is daar een voorbeeld van wanneer hij beweert dat men in tijden van Trump en Orban nood hebben aan wat meer Obama.

De onderliggende oorzaak van de opkomst van bovenvermelde figuren dient eerst en vooral (dus niet uitsluitend) gezocht te worden in de slechte economische situatie. De economische crisis van 2008, en de daaropvolgende harde besparingen treffen zeer veel mensen. De opgelegde besparingen zijn geen politieke keuze, maar een economische noodzakelijkheid om de winsten van de kapitalisten hoog te houden. Met andere woorden: het kapitalisme in crisis geeft de politici van het Establishment geen andere keuze dan de levensstandaard van de werkende bevolking steeds meer te ondermijnen.

Tijdens het voorzittersdebat op verkiezingsavond bevestigde Bart De Wever dit door aan te kondigen dat de volgende regering, ongeacht de politieke samenstelling, verder zal moeten besparen. Dat de besparingen nefaste gevolgen hebben voor de doorsnee werkende mens is nochtans goed becommentarieerd. De onderzoekers van het Re-InVEST project1 schrijven het volgende over de gevolgen van de besparingen: ‘Niet alleen de crisis zelf, maar vooral de harde besparingen op sociale uitgaven hebben een blijvende schade aangericht in het leven van heel wat kwetsbare mensen in Europa. Depressies, uiteengevallen gezinnen, zware gezondheidsschade, zelfdodingen, massale uithuiszettingen, stijgende dakloosheid… zijn zoveel tragedies die wijzen op een erosie van fundamentele rechten. Die schade is vaak hetzij onherstelbaar, hetzij zeer langdurig.’

Zulke taferelen vergroten de woede en onvrede onder de bevolking. De politieke partijen die meegeholpen hebben aan het implementeren van een dergelijke besparingspolitiek, de meeste traditionele partijen, worden terecht verantwoordelijk gesteld voor de verslechtering van de levens- en werkomstandigheden. De economische crisis en de daaropvolgende sociale onrust heeft dus geleid tot een grote politieke instabiliteit. Voorbeeld: de econoom Thiemo Fetzer toont aan dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de opgelegde besparingen en de Brexit.2

De Belgische situatie

Elke sociale ontevredenheid dient vroeg of laat een politieke uitdrukking te vinden. De rechterzijde speelt hier vandaag handig op in. De oorzaken van de sociale ravage worden volledig in de schoenen gelegd van de buitenlanders, de migranten, de vluchtelingen, de moslims… Het klinkt voor een deel van de bevolking als een radicaal discours, maar op die manier worden de schuldigen, de politici en het systeem dat ze vertegenwoordigen, buiten schot gehouden. De systematische banalisering van het racistisch discours, een bezigheid die de N-VA verheven heeft tot een kunst, heeft een duidelijk politiek nut: de aandacht van de echte problemen afleiden en de werkende klasse verdelen om zo het sociaal afbraakbeleid verder te zetten. Het is de enige manier waarop ze electorale steun kunnen werven voor hun politiek. Het is dus duidelijk dat het beleid van deze regering en de ideologische verantwoording ervan de weg voor het Vlaams Belang geopend heeft.

Op racistisch vlak kent het Vlaams Belang in België haar gelijke niet, maar toch heeft de partij beslist om niet al haar aandacht hierop te vestigen. In een artikel van het laatste nieuws staat het volgende te lezen: “Van Grieken reed ook een andere koers: hij koos op sociaal-economisch vlak voor een duidelijk links programma. Zo pleitte Vlaams Belang voor de laagste pensioenleeftijd, de hoogste pensioenen en een verlaging van de btw op elektriciteit. Deze combinatie slaat duidelijk aan.” Dit programma maakt van Vlaams Belang uiteraard geen sociale partij3, maar het toont wel aan dat de sociale kwestie van belang is voor veel werkende Vlamingen. Maar voor Vlaams Belang is het niet altijd even gemakkelijk om hun sociaal profiel hoog te houden: volgens Dries Van Langenhove is het normaal om de werkdruk te verhogen, te besparen op de kap van de werknemers en een riante ontslagvergoeding te verkrijgen. De CEO van bpost is hem eeuwig dankbaar…

Hoe extreemrechts bestrijden

In menig (linkse) kringen neemt het pessimisme de bovenhand wanneer ze geconfronteerd worden met de politieke situatie. ‘Iedereen is racistisch’, ‘het fascisme is terug’, ‘extreemrechts is niet te stoppen’ zijn slechts enkele van de vele uitspraken die terugkomen. Uiteraard is de huidige situatie niet de meest ‘plezante’, maar het is het logische gevolg van een in verval geraakt systeem. De extreemrechtse kiezers zijn niet allemaal doordrongen door een haat voor de ander. Veel extreemrechtse kiezers stemden vroeger voor links, maar zijn er zodanig in ontgoocheld (en je kan het hen niet kwalijk nemen) dat ze nu naar een andere oplossing zoeken. De woede van de extreemrechtse kiezer is terecht en hier moet bijgevolg rekening mee gehouden worden. Het is de taak van de linkerzijde om deze woede te richten naar de echte verantwoordelijken voor de huidige situatie: het establishment en het systeem dat ze vertegenwoordigen. Dat is enkel mogelijk door een radicaal andere maatschappijvisie aan te bieden. De crisis van het kapitalisme voedt extreemrechts. Om het te bestrijden is het bijgevolg noodzakelijk het kapitalisme omver te werpen. Enkel een socialistische revolutie kan dit teweegbrengen.

Bronnen