De verkiezingsuitslag van het Front National (FN) in Frankrijk na de Europese verkiezingen heeft veel mensen gechoqueerd. Maar hoe kunnen we op een efficiënte manier tegen extreem rechts strijden? Twee jaar na de verkiezing van François Hollande is het duidelijk dat zijn campagneslogan “De verandering komt nu!” is wat hij altijd al is geweest; een gigantische politieke oplichterij. Vijf à zes miljoen Fransen zijn op zoek naar werk. Werk dat er niet is. Het is niet zo dat er geen behoeften te bevredigen zijn, maar de kapitalisten zien er het belang niet van in. Ze hebben de staat geplunderd en die stevent nu af op een solvabiliteitscrisis. De gebreken van het systeem zijn jaren verdoezeld door bedrijven te subsidiëren, miljarden bij te schieten aan de armen en de werklozen die verworpen worden door het systeem en jaar na jaar miljarden aan interesten aan banken te betalen. De kapitalisten zijn de hele samenleving aan het ruïneren. Spreken over ‘verandering’ zonder de dictatuur van de beurs aan te pakken is slechts cynisch bedrog.

Het was te verwachten dat de nederlaag van de Parti Socialiste - 14 procent van de stemmen bij de Europese verkiezingen - winst zou beteken voor het Front de Gauche en rechts. Maar het Front de Gauche strandde op 6,61 procent van de stemmen. De allianties van PCF en PS enerzijds en de Parti de Gauche met “les Verts” (die in de regering zitten) anderzijds, hebben de aantrekkingskracht van het Front de Gauche sterk doen afnemen. Maar het ontbreekt het linkse front vooral aan een echt revolutionair programma. We komen daar verder in dit artikel op terug. De uitslagen van de Europese verkiezingen van 25 mei tonen dat de desillusie zich vooral uit in onthouding en stemmen voor rechts. Vooral het FN komt daarbij als overwinnaar uit de bus en krijgt een vierde van de stemmen of  24,85 procent. Het is een echte aardverschuiving die echter niemand zou moeten verbazen.

Want zoals Résistance.be opmerkt heeft het FN minder kiezers gemobiliseerd dan in 2012. Het FN heeft 4.500.000 stemmen behaald tijdens de afgelopen Europese verkiezingen. Dat betekend een verlies van 2 miljoen stemmen ten opzichte van de presidentsverkiezingen in 2012.

Het is wel zo dat het Front National en haar haatdragende boodschap een belangrijke plaats krijgen in de grote media. Dat verklaart echter niet alles. De oorzaken voor de vooruitgang van het FN liggen veel dieper. De massale werkloosheid duwt miljoenen mensen in de wanhoop. Een enorme woede tegen ‘het systeem’ stapelt zich op. Het aantal families die niet eens genoeg te eten hebben neemt toe. De stemming onder deze ‘vergeten’ bevolkingsgroep is besmettelijk. Miljoenen arbeiders voelen aan dat er echt niet veel nodig is om hun situatie te doen kantelen en ook in armoede terecht te komen. De woede verspreidt zich ook naar de kleine winkeliers, zelfstandigen, ambachtslui, etc.  die zich in de moeilijkheden voelen wegglijden. Hoewel de miserie toeneemt aan de basis van de samenleving lopen de zaken aan de top helemaal anders. De rijken worden nog steeds rijker.

De staatsinstellingen zijn gediscrediteerd. De politieke vertegenwoordigers veranderen van tijd tot tijd, maar de sociale en economische problemen blijven duren en worden erger. Regeringen - zowel van rechts als van ’links’ - zijn slechts tijdelijke beheerders van een gecorrumpeerd staatsapparaat. Financiële en andere schandalen volgen elkaar in sneltempo op.

Het devies van de Franse Republiek is ”vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid”, maar het is een kapitalistische republiek, die integraal deel uitmaakt van een systeem dat gebaseerd is op de uitbuiting van één klasse door een andere. Er is niet een van die ‘grote contracten’ die miljoenen opbrengen aan zakenlui en speculanten waarin de republiek niet op een of andere manier betrokken is. Het is het regime van de machtigen, de staat van de rijken.

Is het in deze context verwonderlijk dat de partijen van het status quo - het behoud van de gevestigde orde - zich discrediteren en verzwakken? De steun die aan het Front National wordt gegeven kan verklaard worden door haar zorgvuldig opgebouwde imago van een partij die zich buiten het ‘systeem’ bevindt, van een partij die een radicale verandering voorstelt. De nood aan een dergelijke verandering wordt duidelijk gevoeld door een steeds groter wordend en steeds wanhopiger deel van de Franse samenleving.

In realiteit is het FN echter een partij in dienst van de gevestigde orde. Het racisme, dat diep geworteld zit in de politiek van het Front National, dient volledig de belangen van de kapitalistische klasse. Als het FN de ‘immigranten’ en de ‘vreemdelingen’ aanduidt als de schuldigen is dat om de echte verantwoordelijken voor deze crisis vrij te pleiten. De arbeider die zijn haat op zijn buur met een andere huidskleur of een ander religieus geloof richt, ziet niet dat de kapitalisten de echte verantwoordelijken voor zijn moeilijke situatie zijn.

Het racisme van het Front National en de UMP is een gif. De strijd tegen het racisme is een van de belangrijkste aspecten van onze strijd tegen het kapitalisme. Maar het volstaat niet het racisme ‘aan te klagen’, zich te verontwaardigen, zelfs niet te zeggen dat de kapitalisten de echte schuldigen van de crisis zijn. Dat soort van ‘antiracisme’ heeft nagenoeg geen enkel effect, want het geeft geen antwoord op de concrete problemen die zich stellen en waarmee het racisme zich voedt. Onder de ‘besmette’ arbeiders, horen we vaak het volgend discours: “Jullie zeggen dat de kapitalisten verantwoordelijk zijn voor de werkloosheid. Dat versta ik goed. Ik weet dat ze ons uitbuiten en dat ze zich enkel interesseren voor hun winsten. Maar zo steekt de wereld nu eenmaal in elkaar. ‘Links’ beweert dat het zich tegen het kapitalisme afzet, maar ik stel vast dat elke keer dat we ze de kans geven om er iets tegen te doen ze die kans niet aangrijpen. Het Front National wil het kapitalistische systeem niet omverwerpen. Maar ‘links’ ook niet. Dus concreet: als er één job is voor twee werklozen, wat ook hun verhaal is, zal een van de twee werk vinden en de andere niet. En als het FN voorstelt om de prioriteit aan de Fransen te geven, dan komt me dat als Fransman goed uit!”

Dat is de kern van het probleem. Net zoals nationalisme in het algemeen is racisme in essentie een kwestie van ‘het dagelijkse brood’. De sociale crisis is te diep en te ernstig om opgelost te worden door oppervlakkige maatregelen, door enkele kleine ‘hervormingen’. Grote problemen eisen grote middelen. De enige politiek die het racisme echt kan bevechten is een revolutionaire politiek, die op concrete wijze aan de arbeiders van alle mogelijke origines toont hoe we een einde maken aan het huidige systeem. Het antwoord van president François Hollande en zijn eerste minister Manuel Valls, geconfronteerd met het resultaat van het Front National, gaat echter in de tegengestelde richting. Manuel Valls verklaart “dat hij zijn werk zal voortzetten om het land weer op het juiste spoor te zetten”.

“Er is een plan opgesteld waarvan ik niet wil afwijken”. De besparingspolitiek en de verarming van de bevolking zullen zich dus onafgebroken voortzetten.

Om uit de crisis van het kapitalisme te geraken is het nodig om - via revolutionaire weg - de banken en alle grote bedrijven in bezit te nemen, met al hun productie- en financiële middelen. Het Front de Gauche mag zich niet beperken tot het aanklagen van de financiële speculatie. We willen de beurs afschaffen en de economie en de arbeiders bevrijden van het juk van de kapitalisten. De kolossale rijkdommen - en de middelen om nieuwe rijkdommen te produceren - zijn op dit ogenblik in handen van de kapitalisten. Het is nodig om deze middelen in publiek bezit te brengen en zo de logica van de winst, die de economie aan het vernietigen is, te vervangen door de logica van het algemeen belang.

Met de productiemiddelen onder hun controle en leiding zullen de arbeiders ze kunnen gebruiken om hun eigen behoeften te bevredigen. Ze zullen niet meer afhankelijk zijn van de kapitalisten. In een dergelijke nieuwe samenleving zijn het de arbeiders zelf die de macht in handen hebben om te beslissen waaraan prioriteit wordt gegeven: ziekenhuizen, scholen, crèches, bibliotheken, ruime en kwaliteitsvolle woningen, nette en goed uitgeruste wijken, de macht om zich simpelweg de bestaansmiddelen te verschaffen om als mensen op waardige manier te leven.