Frankrijk wordt vaak afgebeeld als het moederland van de revolutie. Ze hebben daar inderdaad een prachtige traditie en dat weerspiegelt zich keer op keer in de sociale strijd. Mikael Duthu zakte de afgelopen week af naar Lille en Parijs om deel te nemen aan de mobilisaties.

Als lid van de Internationale Marxistische Stroming rond www.marxist.comwww.marxist.com ging Mikael onze Franse kameraden van La Riposte helpen om de rebellerende jeugd en syndicalisten een marxistisch programma aan te reiken. Want de gehate CPE is gewoon een maatregel van een kapitalisme in crisis. Met die maatregel wil de Franse heersende klasse de Franse economie ‘competitiever’ te maken, met andere woorden door verhoging van de uitbuiting de winsten opdrijven en zo kunnen opboksen tegen multinationals van andere grootmachten. Daarom dat strijd tegen deze specifieke maatregel enkel effect kan hebben als het leidt tot een algemene invraagstelling van het kapitalisme en een socialistisch politiek alternatief.

Mikael ging dan ook de analyses en het politiek programma van La RiposteLa Riposte mee verspreiden. En hij kwam zeer enthousiast terug!

Kan je ons vertellen over de sfeer op de betogingen in Lille op 23 maart en in Parijs op 28 maart?

Ja. Ik wil eerst praten over Lille, want er was een groot verschil tussen Parijs en een paar dagen voordien Lille. De betoging in Lille was niet interprofessioneel. Ze bestond hoofdzakelijk uit studenten en scholieren. Van de vakbonden waren vooral die van de leerkrachten aanwezig. Zij stonden in voor de security. Dit toont het gevoel van solidariteit tussen arbeiders en jeugd, in dit geval leerkrachten en hun leerlingen. Voor ons is dit zeer belangrijk, vanuit marxistisch standpunt zeggen we steeds dat een beweging enkel kan overwinnen als je de grote hoop van de werkende klasse meekrijgt.

In gesprekken met de studenten in Lille waren de reacties heel verschillend. Sommigen waren duidelijk bereid om een meer algemene strijd aan te gaan samen met de werkende klasse. Maar anderen toonden een zekere vrees, bijvoorbeeld voor de repressie en voor hun examens. We moeten niet vergeten dat ze hier enorme moed tonen om dit alles te trotseren. Gisteren eiste de minister van Onderwijs dat de schooldirecteurs de politie erbij halen om de blokkades te breken. In Lille had dit grote gevolgen. De directeurs willen de politie er niet bij halen om provocatie te voorkomen, hoewel ze niet noodzakelijk solidair zijn met de blokkades. Anderzijds blokkeren leerkrachten, studenten en ouders samen de scholen. Op het journaal zei een leerkracht zelfs dat niet de scholieren verantwoordelijk zijn voor de blokkades, maar wel de regering. Dit toont een serieus klassenbewustzijn. Sinds gisteren zijn ongeveer de helft van de 4.000 middelbare scholen geblokkeerd of verstoord.

In Parijs was de beweging ongelofelijk. Ik ben al naar veel betogingen en acties geweest. De betoging in Brussel tegen het Generatiepact was bijvoorbeeld heel indrukwekkend. Maar zoiets als vorige dinsdag in Parijs heb ik nog nooit gezien. Mensen moesten regen, kou en wind doorstaan, en achteraf verblindende zon. Toch verhinderde dit de syndicalisten en de jongeren niet om echt massaal op straat te komen. De studentendelegaties bestonden zowel uit ongeorganiseerde scholieren en studenten als georganiseerden van bijvoorbeeld de grote studentenvereniging UNEF. De scholierenorganisaties, die over het algemeen niet groot zijn, waren ook zeer zichtbaar. Net zoals de Communistische Jeugd en de Socialistische Jeugd.

Na die delegaties, die zeker bestonden uit honderdduizenden, kwamen de bataljons van de werkende klasse. De CFDT, de rechts-socialistische vakbond, mobiliseerde een groot gevolg als je hun traditie van consensus in acht neemt. Dit toont duidelijk de druk van onderuit, van de vakbondsbasis, zoals we in België in oktober zagen. Maar toen kwam hetgeen waarop wij met alle militanten van La Riposte het meest gewacht hadden: de CGT, de communistische vakbond, de grootste en meest strijdbare vakbond in Frankrijk. Hun delegatie was echt immens. Ze droegen rode toortsen en rode vlaggen, ze zongen de Internationale en Le Chiffon Rouge. Dit toont opnieuw een kloof tussen de basis en de leiding, die net zoals bij de CFDT eerder geneigd is tot compromissen.

Het feit dat de vakbondsleiding totnogtoe de totale afschaffing van de CPE vraagt in plaats van enkele aanpassingen, is een bewijs hoe sterk ze onder druk staan van een geradicaliseerde basis. De terugtrekking van de CPE zou nu een te gematigde eis zijn. Binnen de basis van bijna alle vakbonden wint de eis voor een algemene staking en de ontbinding van het parlement met nieuwe verkiezingen, nu steeds meer terrein. Elke andere uitkomst dan de val van de regering zou niet genoeg zijn bij de grootste beweging sinds mei ’68. Daarom is het zo belangrijk dat de werkende klasse zich aan het hoofd stelt van deze beweging. Zodat ze de sterke stakingen van 1995 kunnen herhalen want in aantallen is deze beweging duidelijk al veel groter dan in 1995, tijdens de protesten tegen het asociale beleid van de regering Juppé.

De media houdt ervan om de ‘casseurs’ (de relschoppers) te laten zien, maar hoe representatief zijn die eigenlijk? En wat is hun impact op de beweging?

Inderdaad, de media is in euforie elke keer als ze de casseurs kunnen laten zien. Dat is noch nieuw noch een verrassing. De casseurs zijn natuurlijk helemaal niet representatief en hebben spijtig genoeg een negatieve impact op de beweging. Ik zag dat met mijn eigen ogen. Ze maken geen onderscheid tussen kloppen op politie of op medebetogers. Daarom maakten de leerkrachten in Lille er zo’n punt van om de betoging te omkaderen, zodat scholieren niet gewond zouden geraken.

Je kan je afvragen wat die casseurs komen doen in de betoging. Oppervlakkig gezien komen ze gewoon stelen en rel schoppen. Maar eigenlijk zijn het jongeren die voornamelijk van de arme wijken komen waar in november de opstand was. Ze zijn duidelijk slachtoffers van het systeem, de meest verworpen mensen. Maar hun gedrag op de betogingen is een instrument voor de rechterzijde en vooral voor Sarkozy, de zeer rechtse minister van Binnenlandse Zaken. Hij wil voor zichzelf stemmen halen door enerzijds premier de Villepin (een partijgenoot) af te vallen en anderzijds te zeggen dat hijzelf tegen de casseurs vecht. Zo beeldt hij het af: de Villepin houdt zich bezig met de CPE die tegen de Fransen is, hijzelf houdt zich bezig met de casseurs die tegen de Fransen zijn. De rechterzijde is dus enorm verdeeld.

Welke impact hebben de mobilisaties op Communistische Partij (PCF) en de Socialistische Partij (PS)?

Zowel de PCF als de PS zijn zeer zichtbaar in de strijd tegen de CPE. Natuurlijk vanuit zeer diverse belangen. Enerzijds is er de rechtmatige druk van de basis van beide partijen. Anderzijds wil de rechtse leiding van de PS uiteraard gewoon electoraal gewin halen uit de beweging. Voorzitter François Hollande zei aanvankelijk dat een staking in niemands voordeel is. Waarschijnlijk zal hij dat niet tijdens de betoging zeggen. Het is duidelijk dat de PS-leiding de weg bereid van een nieuwe regering van ‘gauche plurielle’ zoals onder Jospin, nu onder leiding van Segolène Royal na de verkiezingen van 2007. Als dit gebeurt, dan zullen we net zoals tijdens de regering van Jospin een zeer ‘marktgerichte’ regering zien.

Natuurlijk zal zo’n regering veel minder manoeuvreerruimte hebben dan die van Jospin. Ze zullen onder serieuze druk staan van de vakbondsbasis. De toename in ledenaantallen van 10.000 voor de PS sinds het begin van deze beweging en 8.000 voor de PCF sinds het referendum, toont de radicalisatie van de massa en hoe ze keer op keer zich wenden naar hun traditionele partijen. Voor het eerst sinds eind jaren ’70 is de neergang van de PCF gekeerd. En de enige dagelijkse gazet die momenteel groeit in Frankrijk, is die van de PCF: L’Humanité. Hun toegenomen populariteit op basis van deze beweging betekent echter ook dat de PS en de PCF als ze in de regering komen enorm veel verwachtingen zouden scheppen. Wanneer de leiding niet tegemoet komt aan die verwachtingen en opnieuw een ‘marktgericht’ beleid voert, dan zouden er enorme kansen zijn voor een marxistische linkerzijde, iets waaraan La Riposte actief bouwt.

Wat verwacht je de volgende dagen?

Vandaag kwamen alle linkse partijen, van de PS tot de LCR, bijeen om een gemeenschappelijk standpunt in te nemen over de CPE en van Chirac te eisen die terug te trekken. Ze riepen op voor een grote opkomst voor de nieuwe betoging op dinsdag 4 april. Zelfs de opportunist van gisteren, François Hollande, verklaarde dat hij de toenemende frustratie onder jeugd begrijpt.

Chirac moet nu zelf de CPE goedkeuren. Maar hij verklaarde dat hij een “Grenelle Social” wil houden, waarmee hij verwijst naar de grote onderhandelingen tussen de vakbonden, het patronaat en de regering na mei-juni 1968. Na twee dagen onderhandelingen konden de vakbonden toen enkele belangrijke eisen doordrukken, dus de term “Grenelle Social” heeft vaak een linkse bijklank en het is iets wat de PS en de PCF regelmatig eisen. De CGT heeft echter gezegd dat ze daaraan niet willen deelnemen zolang de CPE niet is teruggetrokken.

Dit is slechts het einde van het begin. Grote dagen van mobilisatie kunnen verwacht worden en ik wil daar zeker opnieuw aan deelnemen!