De eerste algemene verkiezingen sinds generaal Musharraf in 1998 aan de macht kwam door een militaire staatsgreep, kunnen geen oplossing bieden voor de Pakistaanse arbeiders en boeren. President Musharraf hoopte dat de verkiezingen van 10 oktober een vreedzame overgang zouden betekenen naar een burgerlijke democratie en dat de huidige explosieve situatie zou stabiliseren. Net zoals het een echte dictator betaamt, koos hij er voor alle veiligheid voor om aanzienlijke macht in handen te houden. Het feit alleen al dat hij het parlement kan ontbinden wanneer hij dat nodig acht, duidt erop dat de werkelijke macht nog steeds bij het leger ligt. De zwaar vervalste verkiezingen zijn met andere woorden een voortzetting van de klucht in april, toen Musharraf met maar liefst 98 procent een referendum won.

Koningspartij en fundamentalisten winnen

De meeste zetels in het parlement komen op naam van de Pakistaanse Moslimliga Quaid-e-Azam, die daarmee de grote overwinnaar is. Dit is een onwaarschijnlijk succes voor een partij die minder dan een half jaar geleden opgericht werd. Ze staat bekend als de ‘Koningspartij’, omdat ze door Musharraf van bovenaf gecreëerd werd om hem een basis te verlenen in het parlement.

De islamitische fundamentalisten zijn eveneens een van de overwinnaars. Zes religieuze sekten gingen een alliantie aan (de MMA) en sleepten zestien procent van de zetels in de wacht. Voordien kregen de fundamentalisten nooit meer dan vijf procent van de stemmen. Terwijl ze vroeger elkaars grootste vijanden waren, waren ze nu verplicht samen te werken tegen het Amerikaanse imperialisme, dat hen sinds de oorlog in Afghanistan niet langer sponsort en hun grote vijand is geworden.

De fundamentalisten, die er vooral op vooruitgingen op het platteland, braken echter niet overal door. In Sindh bijvoorbeeld, waar twintig procent van de bevolking woont, konden ze geen enkele zetel veroveren en in Punjab, Pakistans grootste provincie, haalden ze slechts vier zetels. Musharraf is waarschijnlijk niet geheel ontevreden over hun vooruitgang. Paradoxaal genoeg kan dit hem meer Amerikaanse steun opleveren, aangezien hij nu nog meer als een marionet zal mogen dansen in handen van de Amerikaanse terrorismebestrijders.

De PPP en het parlement

De tweede grootste partij is de Pakistan People’s Party (PPP), wiens leider Benazir Bhutto in ballingschap is. De partij werd in 1967 gesticht door Benazirs vader, Ali Bhutto. Deze kwam eind de jaren ’60 met een socialistisch programma aan de macht in de nasleep van een revolutionaire beweging. Maar de PPP week af van haar manifest en werd zo een belangrijke factor die het zwakke kapitalisme in stand hield.

Pakistan is een land dat verscheurd is door nationale, etnische, religieuze en klasseconflicten. Het kersverse parlement zal geen enkele van deze problemen kunnen oplossen. Veeleer zal het een spiegel zijn waarin vele van deze tegenstellingen gereflecteerd zullen worden, met dien verstande dat de weerspiegeling vervormd zal zijn, aangezien de gewone werkende mensen in dit parlement helemaal niet in verhouding vertegenwoordigd zijn. Naarmate de contradicties groter worden, verhoogt de kans op een militaire dictatuur. Deze keer zou die echter veel brutaler zijn dan die van Musharraf en zou ze de vinger aan de trekker van een nucleaire arsenaal houden.

De opkomst van de ‘rode’ kandidaten

Terwijl de heersende elite zich voorbereidt om elk verzet in bloed te smoren, is er tegelijkertijd een groeiende oppositie ter linkerzijde. Op de dag voor de verkiezingen had het grootste Pakistaanse dagblad Jang het over “drie rode kandidaten”. Ondanks alle bedreigingen en intimidaties van het corrupte regime, organiseerden een aantal marxisten openlijk revolutionaire – in de ware zin van het woord – verkiezingscampagnes. Zij spraken over de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, de onteigening van de rijke kapitalisten en grootgrondbezitters en de oprichting van comités van arbeiders, boeren en soldaten om de economie aan hun democratische controle te onderwerpen.

De verkiezing van Manzoor Ahmed (zie het artikel 'Marxist verkozen in het parlement van Pakistan!' van 11/10/2002 op deze site) en de campagnes van de overige linkse kandidaten, tonen de enorme potentiële steun aan van grote delen van de bevolking voor een duidelijk socialistisch programma. Het is een indicatie voor de groeiende revolte die vroeg of laat tot een uitbarsting zal komen. Hetzelfde gebeurde in 1968, toen ook in Pakistan een revolutie uitbrak, die echter ontspoorde in nationalisme.

Deze keer is er echter een belangrijk verschil. Vandaag is er een erg actieve marxistische tendens actief binnen de PPP. Zij roepen zichzelf niet zomaar uit tot de zoveelste nieuwe arbeiderspartij (zoals een aantal splinterpartijtjes in de marge), maar verspreiden geduldig hun programma binnen de bestaande massaorganisaties, wat nu zijn vruchten begint af te werpen. De marxisten rond het blad ‘Class Struggle’ organiseren arbeiders en boeren van alle etnische en religieuze achtergronden in een gemeenschappelijke strijd tegen alle uitbuiters. Enkel een dergelijke organisatie die openlijk strijdt voor een revolutionair programma, is in staat te voorkomen dat een nieuwe dictatuur de macht grijpt.

Voor meer achtergrond over de geschiedenis van de PPP en de staatsgreep van Musharraf, zie het artikel 'Military rule once again' op http://www.marxist.com/Asia/coup_in_pakistan2.html (in het Engels)