De VLD wil de werkloosheidsuitkeringen verhogen, maar beperken in de tijd. Niets is in pre-electorale tijden immers zo lonend als goedkoop inspelen op wijdverspreide vooroordelen. Werklozen die niet willen werken en bijklussende ambtenaren scoren momenteel erg hoog in de hitparade van het rechtse populisme.

Marxisten hebben de lastige gewoonte om de discussie te voeren vertrekkend vanuit materiële feiten en cijfers. Dus bezochten we even de site van de VDAB om na te kijken hoe het momenteel staat met het werkaanbod en de werkloosheid. Eind mei waren er in Vlaanderen 42.000 werkaanbiedingen voor 211.000 werklozen. Die verhouding van één op vijf blijft in de loop der jaren verrassend stabiel. Ze ontkracht meteen de retoriek rond de zogenaamde ‘werkloosheidsval’: de bewering dat mensen zich in de werkloosheid zouden ‘nestelen’ omdat het verschil tussen de uitkering en het loon te klein is.

Stel dat dit waar zou zijn en schaf de werkloosheidsuitkeringen gewoon af. En ga er dan nog vanuit dat men geen 42.000 ‘witte raven’ zoekt die toch niet te vinden zijn (in de praktijk behoren heel wat vacatures wél tot die bovenmenselijke categorie). Dan zou dit enkel tot gevolg hebben dan 170.000 mensen in Vlaanderen zich van de ene dag op de andere zouden ‘nestelen’ in doffe armoede. Want jobs zijn er hoe dan ook niet genoeg. Journalisten en andere opiniemakers die de werklozen ‘nestwarmte’ benijden, kunnen er altijd voor opteren om te stoppen met werken. Een werkloze heeft echter niet zomaar de keuze om te beginnen met werken.

Er bestaat een erg eenvoudige methode om werkonwilligen te detecteren: zorgen voor voldoende jobs. Dan pas zou duidelijk worden hoe weinig mensen er echt niet willen werken. Maar daar is het de populisten van de VLD natuurlijk niet om te doen. Liberale economen weten immers maar al te goed dat ook op de arbeidsmarkt een overaanbod betekent dat de prijs (in dit geval het loon) laag blijft. Een zekere mate van werkloosheid (minstens 7 tot 8 procent volgens de economen) is vanuit dat oogpunt wenselijk om de lonen te drukken en de winsten op peil te houden. Alleen willen de liberalen, als pleitbezorgers van de 'werkgevers', de kosten van het systeem zo laag mogelijk houden door de uitkeringen in de tijd te beperken. Net zoals het Generatiepact past dit soort maatregelen in een doctrine van een goedkope sociale zekerheid die competitief is ten opzichte van het buitenland.

Een andere fabel is die van de zogenaamde knelpuntberoepen. Wat is een knelpuntberoep? Het is een job die niet aangepast is aan de mens die ze moet uitvoeren. Omdat het loon te laag is of de eisen veel te hoog of doorgaans een combinatie van beide. Zo hebben we bijvoorbeeld nog nooit vernomen dat er een tekort zou zijn aan vetbetaalde topmanagers, hoewel die mensen van zichzelf vinden dat ze vreselijk zeldzaam zijn, waardoor ze wansmakelijk veel betaald moeten krijgen.

En dan is er natuurlijk ook nog de eeuwige litanie over de te hoge loonkosten. Als die nu eens ferm zouden dalen, zo menen die liberalen – en helaas ook een aantal socialisten – dan zou het aantal werkaanbiedingen drastisch toenemen. Alsof een halvering van de broodprijs zou leiden tot een verdubbeling van de verkoop. Wie tien arbeiders productief kan inzetten zal er geen vijftien aanwerven omdat ze goedkoper zijn. Dat doet hij of zij enkel als de vraag naar zijn/haar product stijgt. En die vraag stijgt doorgaans niet bij lagere lonen…

Een ander bewijs van het tegendeel zijn de duizenden mensen die wekelijks Europa trachten te bereiken vanuit landen waar de loonkosten een fractie bedragen van die bij ons. En waarom? Omdat er ginder geen werk is, ondanks die lage loonkost.

Eén zaak is positief aan het voorstel van de VLD. Ze geven er impliciet mee toe dat de werkloosheidsuitkeringen te laag zijn.

Maar zolang de menselijke arbeid gebaseerd blijft op het principe van de maximale winst, zolang zal er werkloosheid blijven. Want het kapitalisme betekent dat elke verbetering van de arbeidsproductiviteit steeds leidt tot uitstoot van arbeid en verhoging van winsten, in plaats van tot arbeidsduurvermindering en een verbetering van de levenskwaliteit en de welvaart van de mensen.

Ondertussen blijft onze stelregel: wie geen uitkeringen meer wil betalen, moet maar voor genoeg en degelijke banen zorgen.