We vieren dit jaar de 100e verjaardag van de Russische revolutie. Eén van de opmerkelijkste figuren uit die tijd is ongetwijfeld Alexandra Kollontai, de eerste vrouwelijke minister in Lenins regering in 1917. Cathy Porter schreef een lezenswaardige biografie en kon hiervoor beroep doen op nog nooit eerder vrijgegeven bronnenmateriaal.


Het belang van de vrouwenstrijd

Alexandra, geboren in 1872 in een aristocratische generaalsfamilie, krijgt een ongewone opvoeding. Ze leest alles wat ze kan te pakken krijgen tot het Communistisch Manifest toe en bekwaamt zich in vreemde talen. Wanneer ze via haar eerste man, die ventilatiesystemen in fabrieken installeert, in contact komt met de onmenselijke werkomstandigheden van arbeidersvrouwen, vat de revolutionaire vonk die reeds in haar rusteloze geest aanwezig was voorgoed vuur. Ze wil zich bekwamen in marxistische economie en verlaat haar man en zoontje om te gaan studeren in Zurich. Ze schrijft in haar dagboek: “ik heb de gehele treinreis gehuild, uit verdriet voor het afscheid, maar ik voelde dat ik dit moest doen”. Ze komt in contact met Lenin die haar vraagt mee te werken aan zijn krant. Wanneer er in 1905 een golf van revolte doorheen Rusland trekt, nemen ook de vrouwen er massaal aan deel. Ze richt stakerscomités en discussieclubs voor vrouwen op in St.Petersburg en besluit om zich toe te leggen op het organiseren van arbeidersvrouwen. Ze begint haar propagandawerk bij textielarbeidsters in St.Petersburg. Alexandra moest op twee fronten strijd voeren: én tegen de burgerlijke feministes die zich wilden beperken tot het bekomen van stemrecht én tegen sommige van haar kameraden, die specifieke vrouweneisen in de strijd onnodig vonden.


Het illegale werk in het buitenland


Ze wordt door de politie gezocht en moet onderduiken. Ze vertrekt, eerst naar Duitsland waar ze kennis maakt met Clara Zetkin en Rosa Luxemburg, dan naar Engeland, Frankrijk, Zweden en België. Overal houdt ze lezingen om steun te verwerven voor de revolutionaire strijd in Rusland. Alexandra was een verwoed schrijfster, het hielp haar tevens haar gedachten helder geformuleerd te krijgen. In 1908 verschijnt “De sociale grondslag van het vrouwenprobleem”, nog steeds een standaardwerk over de marxistische visie op vrouwenonderdrukking.


Alexandra was ook een notoir tegenstandster van de eerste wereldoorlog. Ze schaarde zich onvoorwaardelijk achter Lenins devies “om de oorlog om te buigen tot een revolutionaire oorlog”. Ze schreef een pamflet “Wie heeft de oorlog nodig?”, vertaalde het en trok ermee op tournee doorheen Europa en de VS. Ze trok overal volle zalen, ze was een zeer getalenteerd spreekster en kon haar publiek in vuur en vlam zetten.


1917


Wanneer de Russische revolutie uitbreekt keert ze spoorslags terug naar Rusland. Ze kiest voor de bolsjewieken en wordt als enige vrouw verkozen in het Centraal Comité. Als verantwoordelijke voor vrouwenzaken ligt ze aan de basis van de meest vrouwvriendelijke wetgeving ooit: recht op arbeid voor vrouwen, gelijk loon, huwelijken gebaseerd op gelijkwaardigheid, gratis kinderopvang, vrije abortus, vrije verspreiding van voorbehoedsmiddelen en echtscheiding op eenvoudig verzoek. Ze begrijpt dat wetten dode letter blijven als ze niet gedragen worden en ze trekt per trein tot in de verste uithoeken om uitleg te geven. Haar plan om een “Zhenotdol” (vrouwendepartement) op te richten wordt aanvaard en ze organiseert hiervoor een eerste conferentie. Ze verwachten een 80-tal afgevaardigden maar op de dag zelf komen en méér dan 500 opdagen, die 80000 vrouwen vertegenwoordigen!


Alexandra gaat fel te keer tegen de achterlijke gebruiken inzake seksualiteit en ze schrijft openlijk over het recht op een liefdesleven voor de werkende vrouw. Ze ontmoet veel tegenstand, niet alleen van de restanten van het oude regime maar ook in eigen rangen is niet iedereen opgezet met haar manier van doen. In 1919 dienen zo maar eventjes 220.000 vrouwen een verzoek tot echtscheiding in, sommige kameraden vrezen voor de teloorgang van de samenleving als zoveel gezinnen uiteenvallen! Ze komt ook persoonlijk in een schandaal -sfeer terecht wanneer ze als 46-jarige met een 20 jaar jongere matroos huwt.


Op een zijspoor


De opbouw van het nieuwe Rusland gaat moeizaam: een aanslepende burgeroorlog, twaalf vreemde legers die het land bedreigen, crisis en hongersnood. Het potentieel dat de revolutionaire omwenteling in zich had komt hierdoor niet tot volle wasdom. Alexandra wordt ongeduldig en sluit zich aan bij de “arbeiders oppositie”. Wanneer die uit de partij worden gezet, verlaat ze de regering in 1922. Ze wordt aangesteld als ambassadeur in Noorwegen. Alexandra is, enkele blits bezoeken daargelaten, nooit meer naar Rusland teruggekeerd. Stalin benoemde haar steeds opnieuw in een diplomatieke post. Zo kon ze de dans ontspringen en bleef ze in leven, terwijl Stalin in schijnprocessen afrekende met vele andere Bolsjewieken van het eerste uur. Alexandra schreef ook romans, waarin ze haar visie op de toekomstige samenleving gestalte gaf. Een interessant werk blijft “Liefde bij werkbijen”, drie verhalen over hoe het de vrouwen onmiddellijk na 1917 verging.
Cathy Porter “Alexandra Kollontai: a biography” 2014 – Haymarket Books Chicago; Alexandra Kollontai “Liefde van werkbijen” 1979 – Uitgeverij Sara Amsterdam