De Eerste Wereldoorlog werd een ramp voor Rusland. Vanuit de frontlinie kwam er nieuws na nieuws over nederlagen. De instorting van de economie creëerde een tekort aan brood. Massa’s half verhongerde en wanhopige vrouwen vormden rijen buiten de winkels, wachtend op brood dat nooit kwam. Maar aan de top van de Russische samenleving zag het er heel anders uit.

 

 Een ontaarde en absolutistische kliek heerste met ijzeren hand over het land. Rijke aristocraten en bankiers hielden feestjes waar champagne als water vloeide. Officieren in dienst die aan de frontlinie moesten zijn, waar hun mannen onbeschrijfelijke ellende meemaakten, waren regelmatig te gast op deze pleisterplaatsen waar prostituees van hoge klasse in aanraking kwamen met miljonairs en hovelingen.

 

De geur van schandaal verspreidde haar ondraaglijke stank vanuit het hof van de tsaar naar iedere uithoek van de samenleving, iedere fabriek en ieder vuil en doordrenkt loopgraaf. De poging om een revolutie af te wenden door middel van een paleiscoup, via de moord op de ontaarde monnik Raspoetin, eindigde in een fiasco. De liberaal-burgerlijke oppositie in de Duma smeekte de tsaar om veranderingen van bovenaf door te voeren, om zo het vertrouwen van het volk te winnen en revolutie van onderaf af te wenden - tevergeefs. Nicolaas reageerde minachtend: "Wat is dit allemaal voor praat over het vertrouwen van het volk? Laat het volk mijn vertrouwen verdienen."

 

De opstand

 

Onder de oppervlakte van schijnbare kalmte ging het moleculaire proces van revolutie echter gestaag door. Het jaar 1917 werd ingeleid door een stakingsgolf in Petrograd, na een korte dip in november-december 1916. In januari alleen al waren er 270.000 stakers, waarvan 177.000 in Petrograd. De staking werd vergezeld door massabijeenkomsten en demonstraties. Dit was het begin van een algemene massabeweging.

 

Het kantelpunt werd bereikt op 23 februari - de datum van Internationale Vrouwendag (volgens de oude Juliaanse kalender die door Rusland tot 1918 gebruikt werd en welke voor alle data in dit artikel gebruikt wordt).

 

Die morgen keek de 25-jarige matroos Fyodor Raskolnikov uit het raam en dacht "Vandaag is het Vrouwendag. Zal er iets op straat gebeuren vandaag?" Er gebeurde iets. Massabijeenkomsten protesteerden tegen de oorlog, de hoge kosten van levensonderhoud en de slechte omstandigheden voor vrouwelijke arbeiders. Vrouwen marcheerden naar de fabrieken om de arbeiders naar buiten te roepen. De hele stad Petrograd bruiste van het leven. Het razendsnelle tempo waarmee de vrouwen en jongeren zich bewogen, verraste zelfs de activisten. De volgende dag waren er 200.000 arbeiders - meer dan de helft van de Petrogradse arbeidersklasse - aan het staken. Er waren massale fabrieksbijeenkomsten en demonstraties. Massa's mensen veegden zich langs de politie en troepen om het stadscentrum te bereiken, daarbij schreeuwende "Brood!", "Vrede!" en "Weg met de autocratie!" De revolutie was begonnen en verkreeg direct een enorme impuls, alles voor zich uit vegend.

 

De tsaar had persoonlijk het bevel ondertekend om op demonstranten te schieten om zo "een einde te maken aan de wanorde in de hoofdstad morgen, zonder falen." Op 25 februari kregen enkele troepen het bevel om op ongewapende demonstranten te schieten. Eerst schoten de soldaten in de lucht. Het Pavlovsk-regiment kreeg toen het bevel om op de arbeiders te schieten, maar openende in plaats daarvan het vuur op de politie. Dit was een beslissend keerpunt. De machtige krachten waar de staat dacht over te beschikken, smolten weg als sneeuw voor de zon.

 

Op papier had het regime de beschikking over een breed arsenaal aan krachten, maar op het moment van de waarheid was zij machteloos. Toen het proletariaat eenmaal in beweging kwam, was er niets dat het kon stoppen. De Februarirevolutie (zo is deze bekend, hoewel deze onder de post-1918 kalender eigenlijk in maart plaatsvond) was relatief vreedzaam, omdat er geen serieuze macht bereid was om het oude regime te verdedigen. Er was sprake van wijdverbreide verbroedering tussen troepen en stakers. Arbeiders gingen naar de barakken om een beroep te doen op hun broeders in uniform. Zelfs de Kozakken, een speciale elitemacht die gebruikt werd om protesten neer te slaan, bleken onbetrouwbaar te zijn. De Kozakken te paard bleven passief toen de arbeiders zich vooruit duwden, waarbij zij zelfs onder de buiken van de paarden doorliepen. Een demonstrant merkte op dat toen hij onder een paard doorliep, de Kozak naar hem keek en knipoogde. Dat kleine incident zegt alles dat we moeten weten.

 

Dubbele macht

 

Na 27 februari was het grootste deel van de hoofdstad in handen van de arbeiders en soldaten, inclusief de bruggen, arsenalen, treinstations, de telegrafie en het postkantoor. Zich baserend op de ervaringen van 1905, richtten de arbeiders sovjets (arbeidersraden) op om het beheer van de samenleving over te nemen. In maart trad de nu machteloze tsaar af en was de Romanov-dynastie geschiedenis geworden. De macht was in de handen van de arbeidersklasse en soldaten, maar met gebrek aan de noodzakelijke leiding voerden zij de revolutie niet door tot het einde. Dit was de centrale paradox van de Februarirevolutie.

 

De reformistische leiders (de SR's en Mensjewieken) die het merendeel van het Sovjet Uitvoerend Comité vormden, hadden geen perspectief van machtsovername maar vielen in plaats daarvan over elkaar heen in hun haast om de macht over te dragen aan de bourgeoisie, ondanks dat deze geen rol speelde in de revolutie en er doodsbang voor was. Diep overtuigd dat de bourgeoisie de enige klasse was die kon heersen, verlangden zij de macht die door de arbeiders en soldaten veroverd was, zo snel mogelijk over te dragen aan het 'verlichte' deel van de bourgeoisie.

 

Deze liberalen hadden echter geen massabasis van steun in de samenleving. Deze vertegenwoordigers van het grote bedrijfsleven wisten reeds dat zij enkel rechtop konden blijven staan indien ze zouden steunen op de sovjetleiders. De oude orde verwachtte dat dit slechts een tijdelijke overeenkomst zou zijn. De massa's zouden spoedig vermoeid raken van deze waanzin. De beweging zou afsterven en daarna zouden zij de 'socialisten' een klap in het gezicht geven en de orde herstellen. Maar voorlopig waren zij een noodzakelijk kwaad waarmee gehandeld moest worden, uit vrees voor erger.

 

De burgerlijke liberalen namen haastig de macht over. Een comité, geleid door Mikhail Rodzianko, de voormalige Voorzitter van de Duma, riep zichzelf uit tot de Voorlopige Regering van Rusland. Een ander prominent lid van dit comité, Shulgin, verklapte per ongeluk de ware reden voor de vorming van de Voorlopige Regering, toen hij opmerkte: "als we de macht niet pakken, doen anderen het voor ons, dat tuig dat al verschillende soorten tuig verkozen heeft in de fabrieken." Het 'tuig' waarnaar hij verwees waren de leden van de arbeidersraden ('sovjets'), die strijdcomités met brede basis, democratisch verkozen op de werkplaatsen, welke onmiddellijk op het toneel verschenen.

 

Voorlopige regering

 

Op 2 maart werd de Voorlopige Regering formeel opgericht. Ze bestond voornamelijk uit grootgrondbezitters en industriëlen. Prins Lvov werd aangesteld als voorzitter van de ministerraad. De Minister van Buitenlandse Zaken was het hoofd van de Kadettenpartij, Milyukov. De Minister van Financiën was de rijke suikerfabrikant en grondbezitter Tereshchenko. Handel en Industrie waren in handen van de textielfabrikant Konovalov. Oorlog en de Vloot gingen naar de Oktobrist Guchkov. Landbouw werd aan de Kadet Shingarev gegeven.

 

Aan deze reactionaire schurkenbende gaf de sovjet de regeringsmacht van Rusland over! Het doel van de liberalen was om de revolutie een halt toe te roepen door cosmetische veranderingen van bovenaf te maken, welke zoveel mogelijk van het oude regime intact zouden laten. In deze groteske komedie van fouten, gaven de arbeiders, die hun bloed hadden laten vloeien om de Romanovs omver te werpen, de macht over aan hun leiders, die deze op hun beurt overgaven aan de burgerlijke liberalen, die deze op hun beurt weer aanboden terug te geven aan de Romanovs.

 

Dit alles ging niet aan de arbeiders en soldaten voorbij, in het bijzonder niet aan de activisten, wiens houding tegenover de burgerlijke politici in de Voorlopige Regering gekenmerkt werd door een groeiend gevoel van wantrouwen. Zij vertrouwden echter hun leiders, de Mensjewieken en SR's, de 'gematigde socialisten' die de meerderheid vormden van het Sovjet Uitvoerend Comité en die hun steeds vertelden dat zij geduldig moesten zijn, dat de eerste taak was om de democratie te consolideren, de Grondwetgevende Vergadering bijeen te roepen, enz. De leiders van de Mensjewieken en SR's die de sovjet domineerden, hadden aanvankelijk een aantal voordelen over de Bolsjewieken. Ze hadden de 'grote namen' van de Duma (parlementaire) groep, mensen die de massa kende via de legale pers tijdens de oorlogsjaren. Ze boden ook een op het oog gemakkelijke uitweg voor de massa van politiek ongeschoolde arbeiders en boeren die nu het toneel opkwam, bedwelmd door democratische illusies.

 

De Mensjewieken en SR's klampten zich vast aan de burgerlijke liberalen. De laatste klampte zich vast aan wat er overbleef van de oude orde. De arbeiders en boeren, enkel recentelijk politiek ontwaakt, probeerden hun weg te vinden en misten nog de ervaring en het zelfvertrouwen om op hun eigen kracht te vertrouwen. De Mensjewistische sprekers en 'grote namen' imponeerden hen en deden hun twijfels verstommen.

 

In de naam van 'eenheid' en 'verdediging van de democratie', eenheid van alle 'progressieve krachten', etc., gebruikten zij het argument dat de arbeidersklasse de samenleving 'op zichzelf' niet kon veranderen en herhaalden zij de neerslachtige waslijst die traditioneel door de reformistische leiders opgedreund wordt, toen en nu, dat zij niet in staat zijn de samenleving te veranderen en voor altijd onder het juk van het Kapitaal moeten leven. Zij beargumenteerden dat de sovjet 'de burgerlijke liberalen onder druk zou zetten' om in het arbeidersbelang te handelen. Op deze manier kwam de miskraam van de 'dubbele macht' ter aarde.

 

De bolsjewieken in februari

 

De groei van de Bolsjewistische Partij in 1917 moet wel de meest spectaculaire transformatie in de gehele geschiedenis van politieke partijen zijn. In februari had de partij een heel klein aantal leden - waarschijnlijk niet meer dan 8.000, in een enorm land met een bevolking van rond de 150 miljoen. Toch waren de Bolsjewieken in oktober sterk genoeg om miljoenen arbeiders en boeren te leiden tot de machtsovername.

 

De Bolsjewistische kaderleden in de fabrieken toonden vanaf het begin een gezond scepsis en wantrouwen tegenover de Voorlopige Regering. De aankomst van de bannelingen Kamenev en Stalin uit Siberië gaf echter een sterke draai naar rechts aan de politieke standpunten die de Bolsjewistische leiding innam in Petrograd. Dit werd direct zichtbaar in de pagina's van hun krant. In de Pravda van 14 maart, twee dagen na zijn terugkeer, schreef Kamenev een redactioneel artikel waarin hij vroeg: "Wat voor doel zou het dienen om de zaken te versnellen, wanneer alles al zo snel plaatsvindt?" Stalin hield dezelfde positie als Kamenev, enkel wat voorzichtiger.

 

Stalin en Kamenev hadden toegegeven aan de enorme druk van de 'publieke opinie.' Het standpunt dat zij voorstonden wiste praktisch gezien de scheidslijnen uit tussen de Bolsjewieken en Mensjewieken. Zelfs zozeer, dat de Bolsjewistische Maartconferentie daadwerkelijk de kwestie van een fusie overwoog. Inderdaad, als de Stalin-Kamenev lijn geaccepteerd zou zijn, zou er geen serieuze reden zijn om het bestaan te handhaven van twee aparte partijen. Stalin beschreef de verschillen tussen Bolsjewisme en Mensjewisme ooit al eens als een 'storm in een theekopje'. In de notulen van de Maart Partijconferentie lezen we het volgende: "Stalin: het heeft geen zin op de zaken vooruit te lopen en onenigheden te anticiperen. Er is geen partijleven zonder onenigheden. We zullen onbenullige onenigheden te boven komen. Maar er is één kwestie - het is onmogelijk om te verenigen wat niet verenigd kan worden. We zullen een enkele partij hebben met hen die het eens zijn over Zimmerwald en Kienthal..."

 

Als deze opportunistische lijn niet gecorrigeerd zou zijn, zou deze een genadeklap hebben toegediend aan de revolutie. Om de partij te overtuigen van koers te veranderen, moest Lenin een woeste strijd voeren die zich door heel 1917 voortzette en uiteindelijk tot de overwinning leidde. Dit werd echter niet direct of gemakkelijk bereikt. Vanuit het verre Zwitserland keek Lenin met groeiende bezorgdheid naar de evolutie van de lijn die door de Bolsjewistische leiders in Petrograd werd gevolgd.

 

Lenin

 

Meteen nadat hij het nieuws hoorde van de omverwerping van de tsaar, stuurde hij een telegram naar Petrograd op 6 maart: "Onze tactiek: geen vertrouwen in en geen steun voor de nieuwe regering; Kerensky in het bijzonder is verdacht; bewapening van het proletariaat is de enige garantie; directe verkiezingen voor de Petrograd Stadsraad; geen toenadering naar andere partijen." Lenin bombardeerde de Pravda met brieven en artikelen waarin hij eiste dat de arbeiders met de burgerlijke liberalen breken en de macht in hun eigen handen nemen.

 

Direct nadat Pravda weer ging publiceren, begon Lenin met het verzenden van zijn beroemde Brieven van Ver Weg. Wanneer we deze artikelen lezen en vergelijken met de toespraken op de Maartconferentie, lijken we in twee verschillende werelden te zijn. Toen Lenins brieven de Bolsjewistische leiders in Petrograd bereikten, waren zij geschrokken. Een bitter conflict laaide nu op tussen Lenin en zijn beste kameraden.

 

De Bolsjewistische leiders waren zo in verlegenheid gebracht door Lenins brieven dat zij enkele dagen twijfelden deze te publiceren. Zelfs toen drukten ze enkel een van de twee af, welke gecensureerd werd om alle passages eruit te knippen waar Lenin iedere overeenkomst met de Mensjewieken bestreed. Hetzelfde lot wachtte de rest van Lenins artikelen. Ze werden simpelweg niet gepubliceerd, of uitgebracht in bewerkte vorm.

 

In Pravda no. 27 schreef Kamenev: "Wat betreft kameraad Lenins algemene schema, het lijkt ons onacceptabel, in zoverre het uitgaat van de aanname dat de burgerlijk-democratische revolutie afgerond is, en voortbouwt op de onmiddellijke omvorming van deze revolutie in een socialistische revolutie." Dit brengt nauwkeurig de opinies over van Kamenev, Stalin en de meeste andere 'Oude Bolsjewieken' in de lente van 1917.

 

Trotski

 

Van alle Sociaal-Democratische leiders in die tijd, had er slechts één exact hetzelfde standpunt als Lenin. Die man was Leon Trotski, met wie Lenin in het verleden zo vaak gebotst had. Toen Trotski voor het eerst hoorde van de Februarirevolutie, was hij nog in ballingschap in New York. Onmiddellijk schreef hij een reeks artikelen in het blad Novy Mir.

 

De logica van de gebeurtenissen bracht Lenin en Trotski samen. Onafhankelijk van elkaar, vanuit verschillende richtingen, kwamen zij tot dezelfde conclusie: de bourgeoisie kan de problemen van Rusland niet oplossen. De arbeiders moeten de macht overnemen.

 

In een tijd waarin de 'Oude Bolsjewieken', tegen Lenins advies in, dichter bij de Mensjewieken in de buurt kwamen, leken Lenins ideeën voor hen puur 'Trotskisme' te zijn, iets waarin ze niet geheel ongelijk hadden.

 

“Alle macht aan de sovjets!"

 

De lijn die gebruikelijk gevolgd wordt door burgerlijke historici, is dat de Oktoberrevolutie slechts een 'staatsgreep' was die uitgevoerd werd door een samenzwerende minderheid geleid door Lenin, terwijl de Februarirevolutie een noodzakelijke, spontane massabeweging was. De veronderstelde conclusie is dat de latere revolutie een slechte zaak was, die onvermijdelijk tot dictatuur leidde, terwijl de eerste een revolutie 'voor democratie' was - een beweging van de gehele samenleving.

 

Beide versies zijn onjuist. Die historici die zich specialiseren in wijsheid achteraf, beweren nu dat als de Februarirevolutie niet 'geruïneerd' zou zijn door de Bolsjewieken, Rusland opgebloeid zou zijn tot een democratisch paradijs en dat alle latere problemen vermeden zouden zijn. Dit is geheel onjuist. De Kornilov-episode later dat jaar toonde precies aan waar de miskraam van de dubbele macht toe zou leiden. De Voorlopige Regering was enkel een façade waarachter de krachten van de reactie zich aan het verzamelen waren. De keuze voor het Russische volk was niet democratie of dictatuur, maar of de arbeiders of de Russische reactionairen de macht zouden grijpen.

 

De waarheid is dat de Russische arbeiders en boeren de macht al in hun handen hadden in februari. Indien de sovjetleiding beslissend had gehandeld, zou de revolutie vreedzaam hebben plaatsgevonden, zonder burgeroorlog, omdat zij de steun had van de overgrote meerderheid van de samenleving. De enige reden waarom een vreedzame revolutie niet gelijk bereikt werd in Rusland, was de lafheid en het verraad van de reformistische leiders in de sovjets.

 

De Bolsjewieken waren een minderheid in de sovjets, welke gedomineerd werden door de reformistische partijen, de SR's en Mensjewieken. Dat is waarom Lenin de slogan 'Alle macht aan de sovjets' naar voren schoof. De hoofdtaak was niet het grijpen van de macht, maar het overwinnen van de meerderheid die illusies had in de reformisten.

 

Pak de macht!

 

Van maart tot aan de vooravond van de Oktoberopstand, eiste Lenin volhoudend dat de reformistische leiders van de sovjets de macht in hun eigen handen zouden nemen, omdat dit de vreedzame transformatie van de samenleving zou garanderen. Hij garandeerde dat, als de reformistische leiders de macht zouden overnemen, de Bolsjewieken zich zouden beperken tot de vreedzame strijd voor een meerderheid binnen de sovjets.

 

De Mensjewieken en SR's weigerden de macht over te nemen, omdat zij stellig geloofden dat de bourgeoisie moest regeren. Als gevolg ging het initiatief over naar de krachten van reactie. Achter de schermen van het Russische volksfront (de Voorlopige Regering) was de heersende klasse zich aan het hergroeperen en wraak aan het plannen. Het gevolg was de reactie van de 'Juli-dagen'. De arbeiders leden een nederlaag, de Bolsjewieken werden onderdrukt en Lenin moest schuilen in Finland.

 

Dit bereidde de weg voor de contrarevolutie. Generaal Kornilov marcheerde naar Petrograd om de revolutie te verpletteren. De Bolsjewieken brachten de slogan van een verenigd front naar voren, om Kornilov te verslaan. Dit was het keerpunt van de Russische Revolutie. Door gebruik van tijdige overgangseisen (vrede, brood en land, alle macht aan de sovjets) en flexibele tactieken (het verenigd front) wonnen de Bolsjewieken de meerderheid van de arbeiders en soldaten in de sovjets over. Pas toen schoof Lenin de slogan van de machtsovername naar voren, welke leidde tot de overwinning van de Bolsjewieken in oktober, of 7 november op de moderne kalender.

 

De Oktoberrevolutie, verre van een staatsgreep, was de meest volkse en democratische revolutie in de geschiedenis. Als de Bolsjewieken de macht niet hadden gepakt, zou de Russische revolutie net als de Parijse Commune verpletterd zijn. Russisch fascisme zou vijf jaar eerder dan Mussolini aan de macht zijn gekomen. In plaats daarvan namen de Russische arbeiders en boeren de macht in hun handen via de sovjets en openden zij een nieuw en inspirerend vooruitzicht voor het menselijk ras. Rosa Luxemburgs eindoordeel over de Bolsjewistische Partij kan als laatste woord dienen over de geschiedenis van de grootste revolutionaire partij in de geschiedenis:

"Het gaat erom dat men in de politiek van de bolsjewieken het wezenlijke van het onwezenlijke onderscheidt, de kern van het toeval. In deze laatste periode, waarin wij in de gehele wereld voor de beslissende definitieve strijd staan, was en is het belangrijkste probleem van het socialisme, de brandende kwestie van deze tijd, niet een of ander onderdeel van de tactiek, maar de bekwaamheid tot actie van het proletariaat, de revolutionaire energie van de massa, het machtsstreven van het socialisme in het algemeen. In dit opzicht zijn Lenin en Trotski met hun vrienden de eersten geweest die het wereldproletariaat zijn voorgegaan met hun voorbeeld, zij zijn tot nu toe nog steeds de enigen die gelijk Hutten kunnen zeggen: Ik heb het gewaagd!"

 

"Dat is het wezenlijke en blijvende van de politiek der bolsjewieken. In dit opzicht hebben zij zich de onsterfelijke historische verdienste verworven dat zij door de verovering van de politieke macht en de praktische probleemstelling van de verwerkelijking van het socialisme het internationale proletariaat zijn voorgegaan en de confrontatie tussen kapitaal en arbeid in de gehele wereld ten zeerste hebben bespoedigd. In Rusland heeft men dat probleem slechts kunnen stellen. Men heeft het in Rusland niet kunnen oplossen, het kan alleen internationaal worden opgelost. En in die zin behoort de toekomst overal toe aan het ‘bolsjewisme’."