In de Middellandse zee speelt zich al jaren iets af dat het best te vergelijken valt met een stille, eenzijdige oorlog. Het gaat hier niet om een oorlog in de traditionele betekenis, omdat er geen strijdende legers mee gemoeid zijn, maar om een strijd van de “beschaafde wereld” die zich verschanst tegen honderdduizenden ongewapende mensen. Hun enige misdaad is dat zij wanhopig de armoede, de onmenselijke levensomstandigheden en de vernietiging van bestaansmiddelen in hun land van herkomst proberen te ontvluchten. Ze hopen hun droom van een beter leven, voor zichzelf en hun familie, in Europa te kunnen waarmaken.

In de voorbije 15 jaar zijn 30.000 mannen, vrouwen en kinderen verdronken tijdens hun poging Europa te bereiken. Elk jaar stijgt het aantal slachtoffers.

Toch slagen velen er in om Europa te bereiken via routes die naar de kusten van Griekenland, Italië of Spanje leiden. Vele anderen worden tijdens hun poging onderweg tegengehouden of gevangengenomen op zee vooraleer ze internationale wateren kunnen bereiken. Ze worden teruggestuurd en in onmenselijke levensomstandigheden opgesloten in concentratiekampen in Turkije, Libanon of Marokko. Deze ongelukkigen zitten daar dan maanden vruchteloos te wachten, terwijl velen sterven van ontbering of makkelijk te genezen ziekten.

Heel wat anderen verdwijnen onderweg onopgemerkt in de woestijn of worden door Libanese mensensmokkelaars tot slaaf gemaakt en vastgehouden zodat zij met hun arbeid hun overtocht op een smokkelboot kunnen betalen. Vrouwen worden in vele gevallen gedwongen tot prostitutie en mannen, vrouwen en kinderen worden geslagen, brutaal behandeld of vermoord. Dit alles gebeurt onder weinig of geen controlerend toezicht van de zogenoemde “internationale gemeenschap” – de legers, de politie, de grens- en kustwachters, en natuurlijk de “officiële” criminelen die profiteren van deze mensenhandel.

Niemand weet precies hoeveel mensen er het leven bij laten of onder de radar verdwijnen, omdat niemand in staat is te controleren wat er gebeurt in grote grondgebieden die gecontroleerd worden door criminele bendes en lokale krijgsheren.

Terwijl deze tragedie nacht na nacht plaatsgrijpt, spelen de Europese regeringen hun gebruikelijk cynisch spelletje waarbij ze de verantwoordelijkheid op elkaar afschuiven. Zij plengen krokodillentranen over deze immense tragedie, terwijl ze het doen uitschijnen dat het een natuurramp is waarmee zij niets te maken hebben. Alsof de imperialistische bemoeizucht of daadwerkelijke tussenkomst niets van doen heeft met de oorlog in Syrië, met de oorlog van de Saudi’s tegen Jemen, met het uiteenvallen van de Libanese staat, met de vele conflicten die de Afrikaanse volkeren ten zuiden van de Sahara teisteren.

Het dodental in de Middellandse zee heeft de voorbije twaalf maanden een recordhoogte bereikt. De laatst cijfers van de VN-Vluchtelingenorganisatie (UNHCR), gepubliceerd in september 2017, spreken van 4.337 mensen die verdronken zijn sinds dezelfde maand van 2016 terwijl ze Europa probeerden te bereiken, meestal vanuit de kusten van Libië. Het sterftecijfer van de voorafgaande 12 maanden was reeds tot een tragische 4.185 opgelopen. We moeten daarbij in het achterhoofd houden dat deze cijfers enkel de werkelijkheid benaderen voor zover die bekend is: het echte dodental is ongetwijfeld veel hoger.

De oorzaak voor deze immigratie- en vluchtelingengolf is niet moeilijk te achterhalen. Het is het gevolg van de algemene instabiliteit waarin het ene na het andere land uit het Midden Oosten, Noord Afrika, en Afrika ten zuiden van de Sahara, terecht gekomen is. In sommige gevallen heeft de rechtstreekse militaire interventie van Europese en Westerse imperialistische mogendheden, hun buren en bondgenoten, deze chaos sterk in de hand gewerkt.

Dit heeft niet enkel een stijgende instroom teweeg gebracht van mensen die hun onmenselijke leefomstandigheden probeerden te ontvluchten, maar ook de voedingsbodem geschapen waarop criminele organisaties en lokale krijgsheren kunnen profiteren van mensensmokkel.

De plundering van Afrika

De imperialistische ontginning van de natuurlijke grondstoffen van Afrika (zowel onder de koloniale heerschappij als onder de huidige post-koloniale regimes) heeft de inkomsten en de winsten uit dit continent weggezogen en de levensomstandigheden van miljoenen mensen ondermijnd. Ongelijke handelsverhoudingen hebben de zwakkere economieën gedestabiliseerd waardoor de lokale landbouw en de kleine handelslieden geruïneerd werden.

De systematisch corruptie van de lokale elites – die een deel van de buit toegeschoven krijgen – werd het gangbare middel waarvan de imperialisten zich bedienen om te verzekeren dat hun belangen steeds op de eerste plaats komen. Om een indicatie te geven van de medeplichtigheid van de Afrikaanse elites bij de plundering van hun continent: een studie uit 2014 schatte dat rijke Afrikanen zo’n 500 miljard dollar in veiligheid hadden gebracht in belastingparadijzen terwijl de meerderheid van de bevolking in bittere armoede moet leven.

Maar dat alleen zou niet volstaan om de omvang van de schade die de imperialistische overheersing met zich meebracht te verklaren. Competitie tussen rivaliserende imperialistische machthebbers om hun invloed, controle over grondstoffen en markten te vergroten, lagen aan de basis van talloze staatsgrepen, conflicten en burgeroorlogen die doorheen het continent en daarbuiten raasden.

Het is echter niet enkel oorlog waarvan miljoenen mensen vluchten: het is de armoede en de algemene achteruitgang van leefomstandigheden. De hypocriete pogingen van Europese regeringen om hun repressieve immigratiepolitiek te verdedigen, door het invoeren van artificiële verschillen tussen “legitieme” politieke vluchtelingen (die op de vlucht slaan voor oorlogen en dictatoriale regimes) en “illegale” economische vluchtelingen, is niets minder dan bespottelijk.

Fort Europa

De dagelijkse dodentol op zee haalt amper de voorpagina’s, behalve wanneer de tragedie simpelweg te groot wordt om ze nog totaal te negeren. Dit gebeurde in mei 2017 wanneer bij twee aparte incidenten in dezelfde nacht twee boten kapseisden en 210 mensen de dood vonden. Een gelijkaardige tragedie greep plaats op 11 oktober 2016 toen noodoproepen van een zinkend schip met 260 mensen aan boord opzettelijk genegeerd werden door de Italiaanse kustwacht wiens patrouilleboot Libra slechts enkele mijlen verder, wachtend op een bevel tot interventie, aangemeerd lag. De reden van het oponthoud was een discussie met de autoriteiten van Malta over wie nu eigenlijk moest tussenkomen. Tientallen vluchtelingen verdronken. Opnamen van hun hulpkreten, die de weigerachtige houding van de Italiaanse autoriteiten aan het licht brachten, werden gelekt naar het Italiaans magazine “L’Espresso” en veroorzaakten een enorm schandaal.

Wat is er sinds de vluchtelingencrisis van 2015 gebeurd, toen honderdduizenden mensen vastberaden om te voet Europa te bereiken, via Turkije en Griekenland de tocht doorheen de Balkan ondernamen om in Hongarije, Oostenrijk en tenslotte Duitsland aan te komen? Angela Merkel’s belofte, om de Syrische vluchtelingen te verwelkomen, was snel vergeten. Enkele maanden later, in maart 2016, tekent Europa een overeenkomst met Turkije, die inhield dat alle vluchtelingen (ook de asielzoekers) die Griekenland bereiken automatisch naar Turkije zullen worden teruggestuurd.

Mensenrechtenorganisaties hebben zonder succes aangeklaagd dat deze overeenkomst een inbreuk betekende op de Europese wetgeving en het Vluchtelingenverdrag van de VN. Dit toont aan dat internationale “legaliteit” aangepast wordt om de belangen van de machthebbers te dienen, ongeacht de mensenlevens die het kost. In ruil beloofde Europa om 6 miljard aan de Turkse regering te geven, zogezegd als ondersteuning voor de ongeveer 2,7 miljoen Syrische vluchtelingen die toen in Turkije verbleven.

Zelfs door deze Egeïsche route af te sluiten, zijn de Europese machthebbers er niet in geslaagd de immigratiegolf te stoppen. Waar ze wel in geslaagd zijn, is het creëren van moeilijkere en gevaarlijkere routes, zoals die door de woestijn van Libië of doorheen Marokko – de enige overgebleven opties.

Er bestaat geen enkele manier om immigratie tegen te houden. De officiële cijfers (http://data.unhcr.org/syrianrefugees/regional.phphttp://data.unhcr.org/syrianrefugees/regional.php) die door de VN verspreid worden, tonen aan dat slechts een klein deel van de meer dan 65 miljoen vluchtelingen probeert Europa te bereiken. Onder die globale vluchtelingenpopulatie zijn 5,3 miljoen Syriërs die in Libanon, Jordanië, Turkije, Irak en Egypte verblijven. In Turkije zijn er meer dan drie” miljoen, in Libanon meer dan een miljoen.

Deze vluchtelingen proberen zo dicht mogelijk bij huis te blijven in de hoop om op een zeker moment terug te kunnen keren. In tussentijd is hun status in de landen waar ze opvang vonden zeer onzeker. Zij kunnen niet legaal werken, de meesten hebben geen inkomen, geen of weinig toegang tot de lokale gezondheidszorg en meestal kunnen hun kinderen niet naar school gaan. Los van de occasionele internationale hulpbijdragen hebben ze zo goed als geen inkomen en moeten ze leven van hun spaargeld.

Na 7 jaar oorlog in Syrië hebben meer en meer vluchtelingen het idee opgegeven dat er nog iets is om naar terug te keren en proberen zij in steeds grotere getale de tocht naar Europa te maken. Hetzelfde proces speelt zich overal af waar grote populaties verdreven zijn door honger, oorlog of andere ellende.

Beelden van tientallen, honderdtallen overvolle, gammele schuiten en rubberbootjes, vol met angstige, hongerige, uitgedroogde mannen, vrouwen en kinderen die ’s nachts vanuit de Lybische kust de open zee durven trotseren, belichamen het lot van de vluchteling. Duizenden van deze mensen worden opgevist door de Italiaanse en Griekse kustwacht of door de NGO’s die het vacuum hebben opgevuld dat ontstond toen de Europese autoriteiten besloten om de zoektocht naar overlevenden in de internationale wateren te staken. Deze beslissing deed het dodental op zee onmiddellijk drastisch toenemen.

Amnesty International heeft in een rapport, gepubliceerd in juli 2017, de dodelijke gevolgen van dit beleid aangeklaagd. (A perfect storm: the failure of European Policies in the Central Mediterranean). Door het leeuwendeel van de verantwoordelijkheid voor de zoektocht naar overlevenden bij de NGO’s en de toenemende samenwerking met de kustwacht van Libië te leggen, doen de Europese regeringen bewust het aantal doden op zee stijgen en sluiten ze de ogen voor het misbruik - incluis verkrachting en foltering - waaraan de migranten die terug naar Libië gestuurd worden onderworpen zijn.

Europese staten hebben in toenemende mate de zoek- en reddingsstrategie die de sterfte op zee terugdrong de rug toegekeerd en vervangen door een strategie waardoor duizenden verdrinken” verklaarde John Dalhuisen, de Europese directeur van Amnesty International.

De Europese regeringen hebben hun focus verlegd naar de “regularisatie” van de instroom van immigranten en het “vernietigen van het handelsmodel van de smokkelaars”, een hypocriet eufemisme voor hardere repressie, strengere grenscontroles en het doneren van geld en middelen aan de Turkse, Libische en Marokkaanse autoriteiten opdat ze de vluchtelingen zouden tegenhouden vooraleer ze Europa durven binnenkomen. Deze falende strategie heeft tot een verdriedubbeling van het sterftecijfer geleid van 0,89 procent in de tweede helft van 2015 tot 2,7 procent in 2017.

Lybië, een “failed state”

Wat vandaag in het Middellandse zeegebied gebeurt, is een illustratie hoe ziek het kapitalisme is. Maar het is enkel het topje van de ijsberg. Duizenden sterven onderweg, zelfs voordat ze de kust van Turkije of Noord Afrika bereiken.

Diegenen die door de Libische kustwacht onderschept worden in Libische territoriale wateren, worden terug naar Libië gebracht. Ze worden beschouwd als illegalen en opgesloten in golfplaten magazijnen, in onmenselijke omstandigheden, blootgesteld aan de hitte, zonder water of voedsel of medische verzorging. Ze worden wreed behandeld door bewakers die in het beste geval onvoorbereid zijn op hun taak en simpelweg vergeten.

Volgens een verslag van de Italiaanse journaliste, Francesca Mannochi, verbleven er in het officiële opvangcentrum “Garian” te Tripoli in februari 2017 1.400 personen, waaronder 250 kinderen, verdeeld over 15 magazijnen. Zij rapporteerde dat er zelfs geen plaats genoeg was om iedereen te laten zitten of slapen op de grond, slechte hygiënische omstandigheden en onvoldoende water en voedsel – en dat zijn dan de leefomstandigheden in een officieel opvangcentrum!

Groot Brittanië, Frankrijk en de VS beweerden dat er humanitaire redenen waren voor hun bombardementen tegen het regime van Kadhafi in 2011. Maar sinds de implosie van het land werd Libië ondergedompeld in chaos, gecontroleerd door rebellen milities die soms samenspannen met rivaliserende regeringen. De ineenstorting van de staatscontrole en het handhaven van de grenzen maakte van Libië de ideale uitvalsbasis voor allerhande vormen van mensenhandel. Door de weg doorheen Turkije en Griekenland te blokkeren kwam de route door Libië vrij en werd het de enige mogelijke optie voor de Afrikaanse migranten. Krijgsheren en locale milities werden steeds afhankelijker van smokkelen als bron van inkomsten.

Men schat dat er zich momenteel 200.000 tot 300.000 Afrikaanse migranten op Libisch grondgebied bevinden. Ze zijn vatbaar voor misbruik, of ze nu werken in Libië, in onmenselijke omstandigheden worden vastgehouden of wachten op een gelegenheid om naar Europa te trekken.

Gewapende groepen houden vaak migranten gevangen onder het mom de wet te handhaven, maar in werkelijkheid willen ze hen geld afhandig maken of doen werken in ruil voor een overtocht op éen van hun boten. Ze runnen hun eigen opvangcentra, zonder rekenschap te geven aan de zogezegde centrale autoriteiten. Men veronderstelt dat 50 procent van de kustwacht in Libië connecties heeft met de smokkeloperaties.

Immigratie en paniekzaaierij

Diegenen die in hun overtocht slagen en onderschept worden in de internationale wateren worden naar Europa gestuurd, naar zogenaamde vluchtelingenkampen (die enkel in naam van gevangenissen verschillen). Die bevinden zich meestal in Italië aangezien de andere vluchtroutes de voorbije jaren werden afgesloten of veel moeilijker bereikbaar weden. Daar verblijven ze dan, wachtend op de verwerking van hun aanvraag of op hun uitzetting.


Velen onder hen proberen op eigen houtje naar het rijkere Noorden te geraken en familie te bereiken in Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Zweden, of in andere Noord Europese landen. Maar aan de Italiaanse grens worden ze door de Oostenrijkse of Franse grenspolitie tegengehouden en teruggestuurd.

De toestroom van vluchtelingen kan niet gestopt worden. Elke maatregel die uitgevaardigd wordt om ze tegen te houden (of om ze te regulariseren) heeft tot meer doden geleid, gevaarlijkere en duurdere routes en een versterking van het netwerk van de mensensmokkelaars.

Terwijl ze valse tranen laten over de menselijke tragedie van de immigranten, evolueert de Europese heersende klasse algemeen gezien naar een meer repressieve aanpak. Ze promoten een campagne van paniekzaaierij in de media om tegen-hervormingen te kunnen doorvoeren en mobiliseren de armste lagen van de bevolking ten voordele van een reactionaire agenda.

De hoofdmoot van deze campagne is een poging om misbruik te maken van de angst die de voorbije jaren ontstaan is door de terroristische aanslagen in Europa en om immigratie en het islamfundamentalisme met elkaar in verband te brengen. Allemaal in het kader van een algemene racistische en islamofobe campagne, ter verdediging van reactionaire “Christelijke” of “Europese” waarden.

Daarenboven houden de burgerlijke mainstream media alle buitenlandse arbeiders, ongeacht hun afkomst of religie, verantwoordelijk voor wat in realiteit een gevolg is van de kapitalistische crisis: de verslechtering van de lonen en de arbeidsvoorwaarden, de verhoging van de werkloosheid en de ondertewerkstelling, de dalende levensstandaard en het gebrek aan betaalbare huisvesting.

Er is niet genoeg voor iedereen” is hun mantra, terwijl de Europese kapitalistische elites met de dag rijker worden.

Arbeiders met een migratieachtergrond vechten terug

De reden voor deze leugens en verdachtmaking is altijd dezelfde. De kapitalist heeft de immigratie nodig, maar door de integratie van arbeiders met een migratieachtergrond in de lokale arbeidersklasse en haar organisaties te bemoeilijken, doen ze het “reserveleger” van werklozen aangroeien. Ze doen ook de ondertewerkstelling en de kwetsbaarste lagen van de arbeidersklasse toenemen met als doel de arbeiders te verdelen in een overlevingscompetitie.

Migranten, legaal en vooral illegaal, zijn meestal tewerkgesteld in sectoren zoals de landbouw, waar doormiddel van extreme chantage de lonen en arbeidsomstandigheden worden neergehaald.

Maar onvermijdelijk organiseert dit deel van de arbeidersklasse zich en vecht terug, zoals de voorbije jaren meermaals werd aangetoond door de vele strijdbewegingen van migranten in Zuid Italië.

Het aanklagen van het traditionele “caporalato” systeem voor dagloners in de landbouwsector (waar handlangers van de bazen elke dag de arbeiders op een bepaald punt kwamen afhalen en bepaalden wie mocht werken en aan welk loon) bracht verschrikkelijke arbeidsomstandigheden aan het licht, zelfs voor legale migranten die van armere Europese landen kwamen zoals Bulgarije en Roemenië.

Deze arbeiders werken veelal onder omstandigheden van semi-slavernij en misbruik, waarbij hun identiteitsdocumenten in beslag worden genomen door hun uitbuiters. Dagelijkse shifts van 12 tot 14 uren, gedurende de zomer in de verschroeiende hitte, voor 10 à 15 euro, zijn geen uitzondering.

Deze arbeidsomstandigheden geven aanleiding tot een verhoogde strijdbaarheid bij de migranten. In januari 2010 kwamen honderden Afrikaanse sinaasappelplukkers in opstand tegen de voortdurende afdreiging van de georganiseerde misdaad, nadat sommigen onder hen werden beschoten. Zij vochten terug en bestormden de stad Rosarno in Zuid Italië, gewapend met stokken en stenen en zelfs met de blote hand.

Eveneens in 2010 organiseerden landarbeiders een stakingsdag in Castelvolturno. De arbeiders verzamelden zich aan de ophaalpunten, kruisten hun armen, eisten betere arbeidsvoorwaarden en trotseerden alle bedreigingen. Het jaar daarop vond een gelijkaardige staking plaats in de Salento streek te Apulia, toen arbeiders dagenlang niet wegbleven van de ophaalpunten. In 2015 hadden ongeveer 50.000 van de 160.000 dagarbeiders in de landbouw een wettig contract bekomen, maar de strijd is nog ver van gestreden.

De voorbije 10 jaar zijn steeds meer migranten erin geslaagd de rangen van de arbeidersklasse in de fabrieken en andere sectoren te vervoegen en hebben ze vertrouwen gekregen in hun vermogen zich te organiseren en hun rechten te verdedigen. Stakingen in de logistieke bedrijven, de bouw en andere sectoren tonen aan dat de deelname van migranten gestegen is.

Naarmate de klassenstrijd doorheen het continent radicaliseert, zullen we merken dat de strijd van de migratiearbeiders niet enkel een impact zal hebben op hun eigen bewustzijn, maar ook op het bewustzijn van de gehele arbeidersklasse. Wanneer ze zich in eenheid mobiliseren zullen deze proletariërs vertrouwen krijgen in hun kracht. Ze zullen niet enkel strijden tegen de omstandigheden waarin ze gedwongen worden te leven, maar ook tegen het systeem dat aan de basis ligt van hun uitbuiting: het kapitalisme.