ACOD-onderwijs, de belangrijkste onderwijsvakbond in het officieel onderwijsnet neemt deel aan de algemene staking van de openbare diensten van 31 mei. Vonk interviewde Adriano, kersvers vakbondsafgevaardigde aan het Atheneum van Asse.

Vonk: Hoe is de stemming in het onderwijs, nu twee jaar pandemie wordt gevolgd door torenhoge inflatie?

Adriano: De pandemie heeft er stevig ingehakt. Bij begin van de COVID-crisis hebben we vliegensvlug moeten overschakelen op afstandsonderwijs. Al bij al is dat redelijk gelukt, door de creativiteit en de inzet van de collega’s. Maar vooral voor de leerlingen uit de arme gezinnen waren die twee jaar toch funest. Veel gezinnen hadden geen of te weinig computers en dikwijls hadden kinderen ook niet de mogelijkheid om op een rustige manier thuis de lessen te volgen. De sociale kloof tussen de leerlingen is daardoor sterk gegroeid. Wij vinden dit erg en onrechtvaardig. Dit oplossen wordt voor de leraren een moeilijke, schier onmogelijke taak.

Vonk: Wat is de rol van de Vlaamse regering in dit verhaal. Komt er steun uit die hoek?

Adriano: Als je de minister van onderwijs ben Weyts bezig hoort op TV zou je denken van wel. Maar al zijn mooie woorden vermommen een hypocriet besparingsbeleid, meer dan honderd miljoen bij de laatste begroting. Tegelijkertijd wil Weyts ons de ambitie aanpraten om beter onderwijs te leveren. Maar met minder middelen is dat gewoon onmogelijk. Recent onderzoek toont dat de scholen almaar armer worden en op alles en nog wat moeten beknibbelen. De weinige malen dat er dan toch wordt geïnvesteerd, gebeurt dat op zo’n knullige manier dat het zijn doel voorbij schiet. Zo kwamen er wel middelen voor de aankoop van computers, maar niet voor de nodige software. De scholen stonden zo voor de keuze: ofwel de computers werkloos laten liggen, ofwel de software aankopen uit de steeds kariger eigen middelen. Ben Weyts voert een harde liberale onderwijspolitiek, helemaal naar de lijn van de patroonfederatie VOKA.

Vonk: En het onderwijzend personeel draagt natuurlijk de gevolgen.

Adriano: Ook bij ons zijn er enkele collega’s met een burn-out weggevallen. Van ons wordt meer en meer verwacht dat we niet alleen les geven, maar ook de leerlingen individueel begeleiden. Zoiets is doenbaar als je klassen 15 leerlingen tellen, maar al veel minder voor klassen met 25. Steeds meer collega’s werken daarom 50 tot 60 uren per week en na enige tijd wreekt zich dat. Dat is ook de reden waarom zovelen het onderwijs verlaten. Voor sommige vakken wordt het schier onmogelijk om een geschikte leerkracht aan te werven. Leerlingen vallen uren zonder les, met alle gevolgen van dien, ook bijkomende last voor de leerkrachten die overblijven. De oplossing die Weyts hierop gevonden heeft was het aantrekken van oudere leerkrachten, die overkomen uit andere beroepsgroepen. Maar dat zal het probleem niet oplossen als tegelijkertijd zoveel jonge leerkrachten ontmoedigd afhaken. De echte oplossingen om het onderwijs weer aantrekkelijk te maken zijn al jaren gekend en staan in de syndicale eisenpakketten: kleinere klassen, minder administratieve rompslomp, betere ondersteuning…. Een betere verloning is dan nog een van de minste bekommernissen.

Vonk: Nochtans moeten ook de onderwijsmensen de stijgende levensduurte voelen. Het is trouwens een van de voornaamste actiepunten van de algemene staking van 31 mei.

Adriano: Zelf woon ik sedert kort in Leuven, waar de huurprijzen door het dak schieten, ik kan er dus best van meespreken. Maar leerkrachten denken toch in de eerste plaats aan “hun kinderen”, die ze de best mogelijke ondersteuning willen geven. Het is wel bewonderenswaardig, maar naar de regering toe kan het de indruk geven dat ze om het even wat mogen uithalen met het onderwijs: de leerkrachten zullen toch de kastanjes uit het vuur halen. Te braaf is soms goed zot. Ik heb pamfletten uitgedeeld om de eisen van de staking uit te leggen. Die eisen worden bij ons personeel duidelijk ondersteund. Toch zeggen sommigen: als wij staken laten we onze leerlingen in de steek. Het vraagt veel overtuigingskracht om uit te leggen dat vooruitgang enkel door strijd wordt bereikt.

Vonk: Word je voldoende gesteund door je vakbond?

ACOD onderwijs is duidelijk de meest radicale en progressieve onderwijsvakbond. De andere onderwijsvakbonden nemen niet deel aan de staking. Zij steunen wel de eisen, maar vinden “het moment niet opportuun”. Ik vind het echter zeer belangrijk dat het onderwijs zich inschakelt in het protest van alle openbare diensten. Het onderwijs is geen eilandje, maar draagt de sporen van alle onrechtvaardigheden die in de maatschappij als geheel voorkomen. Maar om op uw vraag te antwoorden: onze secretaris doet zeer goed zijn werk en is strijdbaar. De nationale leiding daarentegen focust volgens mij te veel op onderhandelingen als enig doel van de vakbondsstrategie. Een minister als deze en de Vlaamse regering in het algemeen kun je niet doen plooien door alleen maar slimme onderhandelingen, maar vooral door via strijd een machtspositie op te bouwen. Het is ook politiek, het is klassenstrijd.