graduate-moneyEen nieuwe Vlaamse regering hebben we al, en ook op federaal niveau is een rechtse coalitie volop in de maak. Echt veel concrete cijfers hebben we nog niet, maar de toon is wel al gezet: alle remmen los, er zal bespaard worden! Zowel op federaal als op regionaal niveau waren de besparingen de inzet van de verkiezingen. Nu zijn de partijen die onder leiding van de N-VA de regering gaan vormen, de zwaarste aanval op de werkende klasse en de jeugd sinds 30 jaar aan het plannen.

Zo heeft de studiedienst van de PVDA uitgerekend dat van de 8 miljard euro die enkel al de Vlaamse regering wil besparen, er iets meer dan 800 miljoen euro in het hoger onderwijs gezocht zal worden. De maatregel die daarbij het meest in het oog springt, is de verhoging van de universitaire inschrijvingsgelden. Eerst was er sprake van om het huidige bedrag van 620 euro te verhogen naar 1100 euro. De laatste cijfers spreken over 900 euro. Hoewel het afwachten is naar het uiteindelijke bedrag, staat het vast dat de inschrijvingsgelden verhoogd zullen worden. Daarnaast zal het geld dat daar niet gehaald zal worden, elders in het onderwijs gezocht worden!

Wie betaalt de crisis?

Dat is de vraag die uiteindelijk door de besparingspolitiek wordt gesteld. Maar het is fout om te denken dat het zuiver gaat om een politieke keuze, die door een regering van een andere kleur eenvoudigweg omgekeerd zou kunnen worden. Besparingen zijn echter een noodzaak voor het kapitalistische systeem in crisis.

Vandaag is de economische situatie overal in de wereld verslechterd. Om de motor van het kapitalistische systeem (investeringen) weer op gang te brengen, is het voor de kapitalisten nodig om de productiecapaciteit en de productiekosten te verminderen. Dat is de materiële basis van de besparingspolitiek, die overal in de wereld de sociale situatie totaal veranderd heeft. Dat hebben de talloze massabewegingen en militaire conflicten duidelijk gemaakt.

De besparingspolitiek betekent dus dat de kapitalisten en hun politieke vertegenwoordigers de kosten van de crisis doorschuiven naar de werkende klasse en de jeugd. De kapitalisten die hun winstvoeten willen verhogen, hebben er immers nood aan om de lonen en arbeidsomstandigheden van de arbeiders te verlagen, en de sociale voorzieningen en de openbare diensten af te bouwen.

Zo kost ook het onderwijs te veel voor het kapitaal. En die aanvallen zijn eigenlijk – zij het op kleinere schaal en op meer verdoken wijze – al 45 jaar bezig. Sinds de jaren 1970 zijn de middelen die naar het hoger onderwijs gaan, stabiel gebleven - terwijl het aantal leerlingen enorm is gestegen. Dat brengt de universiteiten ertoe bepaalde richtingen te schrappen, tal van infrastructurele problemen (te volle klassen, te weinig docenten, te weinig administratief personeel…) ongemoeid te laten en vooral om geld te gaan zoeken bij bedrijven. Aan de andere kant, weet de regering wel geld te vinden om peperdure nieuwe jachtvliegtuigen aan te kopen… Dat zal 6 miljard euro kosten! Indien die 6 miljard naar het onderwijs zou gaan in plaats van naar oorlogsvoering, zouden er tal van problemen in het onderwijs en elders opgelost kunnen worden!

Actie!

Tegen deze onderfinanciering van het onderwijs zijn er twee jaar geleden al in heel België 5.500 studenten de straat op getrokken. De eis was toen om 7% van het BNP voor het onderwijs vrij te maken.

Ook nu bleef de bleef de reactie niet lang uit. Na het bekendmaken dat de inschrijvingsgelden zouden verhogen, zijn er op alle Vlaamse universiteiten actiecomités opgericht, waarvan Comac de initiatiefnemer en de grootste kracht is. De comités verenigen alle organisaties en studentenvertegenwoordigers die tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld zijn. De eerste stap in het organiseren van het studentenprotest tegen de besparingen is onmiddellijk genomen: een petitie tegen de verhoging van de inschrijvingsgelden. Hoewel we geen illusies moeten hebben in de politieke impact van een petitie, is het wel de ideale manier om studenten te informeren en te tonen dat er actie ondernomen wordt.

Ook de studenten tekenden – letterlijk – present: na een week had de online-petitie al 15.000 handtekeningen verzameld. Bij de start van het nieuwe academiejaar zullen er daar ongetwijfeld veel meer bijkomen wanneer studenten de campussen zullen afschuimen om er nog meer te verzamelen. Dat toont aan dat de studenten het asociale karakter van de besparingen inzien en bereid zijn om tot actie over te gaan.

Jeugdradicalisering

Onder impact van de gevolgen van de crisis, zien we een radicalisering van de jeugd op wereldvlak. Het is duidelijk dat het kapitalistische systeem en de crisis die het veroorzaakt heeft, de toekomst van de jeugd ondergraaft. De stelling dat we de eerste generatie zullen zijn die het slechter zal hebben dan zijn ouders, is voor velen al een realiteit. Het grootste probleem van de jeugd is de enorme en structurele jeugdwerkloosheid. In Griekenland bedraagt die 65%, in Spanje meer dan 50% en in België 20% (voor Brussel maar liefst 35%). En dat heeft ook een weerslag op de jongeren die wel werk hebben en die gedwongen zijn onder slechte arbeidsomstandigheden en voor een ontoereikend loon te werken (zeker t.o.v. de woonprijzen). In de Angelsaksische landen komt daar dan nog eens bij dat afgestudeerde jongeren met een enorme schuldberg zitten…

De materiële situatie van de jongste generatie is dus volledig omgeslagen, alsook haar toekomstperspectieven. Dat heeft een radicalisering van de jeugd met zich meegebracht, die zich van land tot land in verschillende gradaties uit.

Hoe de beweging uitbouwen?

Onze eerste taak is om een brede studentenbeweging uit te bouwen. De actiecomités die reeds zijn opgericht vormen een belangrijke stap: het is essentieel het academiejaar voorbereid aan te vatten. Daarnaast worden er al op dit ogenblik een verenigde structuur voor heel Vlaanderen vorm gegeven. Dat zijn erg belangrijke stappen. Ook de initiatieven zoals de petitie, vormen een belangrijke stap in het informeren en oproepen tot actie.

Maar het is verkeerd om te denken dat een actiecomité waarin verschillende organisaties een compromis sluiten over het programma, een weerslag zijn van het bewustzijn van de studenten. Daarnaast is het ook nodig om de massa van de studenten te betrekken en een stem te geven. En die zijn nog niet georganiseerd in één of andere organisatie.

De volgende stap in de opbouw van een studentenbeweging, is om aan alle universiteiten algemene vergaderingen tegen de verhoging van de studiegelden te organiseren. Dat is de ideale manier om de studenten op democratische manier te betrekken. Op een algemene vergadering is er vrij spreekrecht, zodat iedereen zijn analyse, naar voor te schuiven eisen en methodes uiteen kan zetten. Vrij spreekrecht wil echter niet zeggen dat er anarchie moet heersen. Uit eindeloos gebrabbel en urenlange puntkomma-discussies, zal er niets nuttigs gehaald worden. Een algemene vergadering moet voorgezeten worden, zodat de discussies in alle orde verlopen, door onder andere een maximum-spreektijd in te stellen.

Ook moet er een actiecomité verkozen worden, zodat verdere acties en vergaderingen op effectieve manier gepland en gecoördineerd kunnen worden. Een anarchistische visie die algemene vergaderingen verheerlijkt, is in de realiteit immers niet haalbaar. Een algemene vergadering moet over de grote lijnen stemmen, maar het is simpelweg onmogelijk om met zoveel mensen samen de concrete toepassing daarvan uit te werken. Dat is spek voor de bek van een verkozen actiecomité. Wel moeten de verkozen studenten onder de democratische controle van de studenten staan: elk verkozen lid van het actiecomité moet indien nodig op elk moment door de algemene vergadering afgezet kunnen worden! Zo kan er voorkomen worden dat de studentenverkozenen andere belangen gaan najagen dan die van de studenten.

Op het eind van een vergadering moet er gestemd worden over concrete voorstellen en welke eisen we naar voren schuiven, en vooral hoe we die gaan verwezenlijken. Indien er te weinig studenten aanwezig zijn op de eerste vergadering, moet de eerste bezorgdheid zijn hoe we meer studenten kunnen mobiliseren. Dat is de eerste stap.

We moeten al onze energie steken in het werken naar een situatie waar er voldoende mensen naar een algemene vergadering komen, en nadenken over hoe de beweging moet opgebouwd worden en hoe ze kan winnen. Indien dat niet het geval is, is de beweging bij voorbaat verloren en zal ze enkel leiden tot demoralisatie van de meest militante studenten.

Welke perspectieven?

Jongeren (en in het bijzonder studenten) zijn een belangrijke graadmeter van de spanningen die zich binnen een samenleving opstapelen. Jongeren hebben over het algemeen minder verantwoordelijkheden en dus minder te verliezen. Niet getekend door nederlagen uit het verleden, beschikken ze over een hoop optimistische energie. Daarbij wordt het vandaag steeds duidelijker dat zich inzetten voor een betere wereld, begint bij het verdedigen van hun eigen situatie en hebben ze er alle belang bij op te komen voor hun toekomst. In de geschiedenis zijn studentenbewegingen dan ook vaak een katalysator gebleken voor een bredere massabeweging. Neem zo bijvoorbeeld mei 1968 in Frankrijk, maar ook in Rusland enkele jaren voor de revolutie van 1905, de werkloze jongeren waren de eersten die tijdens de Arabische revoluties de straat op trokken, enz.

Het is immers zo dat een studentenbeweging op zich, niet de macht heeft om de besparingspolitiek ten val te brengen. Daarvoor hebben de studenten eenvoudigweg te weinig gewicht in onze samenleving. Dat is wat de recente studentenbeweging in Québec heeft aangetoond. Maar wat ze wel kan doen, is als katalysator dienen voor een algemene beweging die ook de arbeidersklasse mobiliseert tegen de besparingen. De arbeidersklasse heeft immers wel het gewicht dat de studenten missen: als zij staakt, gebeurt er niets meer in de samenleving zonder haar wil.

Daarom is het van enorm belang om van bij het begin de beweging duidelijk te karakteriseren als een beweging tegen de besparingen, en voortdurend de link te maken met de bredere arbeidersbeweging. In de eerste plaats moeten de vakbonden van het universitair personeel betrokken worden, want ook zij worden door dezelfde besparingen geraakt. Daarnaast kunnen er solidariteitsacties met actievoerende arbeiders georganiseerd worden.

Om de besparingen een halt toe te roepen, is er een nationale beweging nodig die de regering ten val kan brengen. Daarin kunnen studenten een belangrijke rol als speerpunt spelen.

De taak van de marxisten

Op dit ogenblik is het nodig om een beweging op te bouwen door middel van algemene vergaderingen tegen de verhoging van de inschrijvingsgelden, om de massa studenten te betrekken. Op hetzelfde ogenblik is het belangrijk de link te maken tussen de besparingen in het hoger onderwijs, de besparingspolitiek in het algemeen en haar klassenkarakter. De vraag is wie er voor de crisis zal betalen. En op dit ogenblik is dat de arbeidersklasse en de jeugd, ofwel de symbolische 99% van de bevolking - terwijl de kapitalisten die zo te klagen hebben over de “loonkost”, enkel meer winsten maken!

Het is dus met andere woorden nodig de meest geradicaliseerde studenten te wapenen met een marxistische analyse. Het is immers niet genoeg om enkel “tegen” de besparingen in het onderwijs te zijn. Er moet ook een alternatief worden voorgesteld om komaf te maken met de besparingen. Dat kan enkel gebeuren door een socialistisch programma voor te stellen, zodat het potentieel dat in onze samenleving aanwezig is om voor iedereen een waardig bestaan te verzekeren, volledig benut wordt door zelf de collectief geproduceerde rijkdommen in handen te nemen en democratisch te beheren. In plaats van toegeëigend te worden door een kleine minderheid, moeten de middelen waarover we beschikken gebruikt worden om de sociale noden van de meerderheid te voldoen.

Geen verhoging van de inschrijvingsgelden!

Geen besparingen in het onderwijs!

Weg met de besparingsregering! Voor een massabeweging die de rechtse regering ten val brengt!