De gezondheidscrisis die we nu doormaken heeft onze senioren hard getroffen. Meer dan 51procent van de sterfgevallen te wijten aan COVID-19 viel te betreuren in de rusthuizen (RH) en de rust- en verzorgingstehuizen (RVT). Van bij de aanvang van de besmetting luidden deze instellingen onverdroten de alarmbel: een tekort aan personeel (structureel in aantal die nodig zijn voor de verzorging of uitval door ziekte tijdens een gedeelte van de crisis), een gebrek aan materiaal (maskers, beschermkledij), onvoldoende testmateriaal en veel te laat beschikbaar. Dit alles tevergeefs...

De rusthuizen in cijfers

In België waren er in maart 2019 ongeveer 2000 rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. De gemiddelde leeftijd van de bewoners is 83 jaar.

Het aanbod voor de opvang en de begeleiding van ouderen is een België een essentiële sector van het socio-economische leven. Tot op zeker punt spreekt men van “de zilveren economie”. Deze sector verschaft werk aan 100.000 mensen en er gaat een geldstroom om van ongeveer 6 miljard euro.

In de private sector is de marktleider een Franse groep, Orpea, met 41 rusthuizen, zijnde 3500 bedden. Een derde van de rusthuizen in Brussel is in handen van drie multinationals: Orpea, Armonea en Senior Living Group (Korian). Allen hebben het doel winst te maken: elke inwoner moet geld opbrengen voor de aandeelhouders. De opvang en de zorg voor ouderen worden aanzien als financiële investeringen.

De catastrofe

De rusthuizen zijn tijdens deze crisis aan hun lot overgelaten en de werknemers op het terrein werden overweldigd door de omvang van de epidemie, met onvoldoende middelen om het gevecht te voeren.

Om winst te maken werken de meeste instellingen met een minimale staf. Het personeel was oververmoeid, dikwijls op de rand van een burn-out. Het schrijnend gebrek aan materiaal en de erbarmelijke arbeidsomstandigheden werkten een groter absenteïsme in de hand dan in de andere sectoren. Veel verzorgenden liepen de ziekte op; enkelen stierven ten gevolge van hun dagelijks werk; anderen waren bang om hun eigen familie te besmetten. In enkele instellingen moest het medisch personeel van het leger inspringen om de afwezigen te vervangen.

Begin mei lanceerde Maggie De Block, de federale minister van gezondheid (Open VLD), in een poging het personeelstekort te ondervangen, een oproep voor vrijwilligers voor de private instellingen (de openbare sector werkte reeds met een systeem van vrijwilligers). Op die manier kregen de multinationals van deze sector zomaar gratis werkkrachten op een schoteltje aangeboden!

Er was ook een informele richtlijn die stelde dat de bewoners van de instellingen niet langer naar de ziekenhuizen moesten doorverwezen worden, om deze niet te overbelasten. Het probleem is wel dat rusthuizen geen ziekenhuizen zijn en niet in staat zijn de nodige verzorging te bieden. De rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen werden sterfhuizen, zo erg zelfs dat sommige verzorgenden het hadden over passieve euthanasie!

De politiek die de laatste jaren gevoerd werd, aanzag zorg veeleer als een last dan als een broodnodige investering in de maatschappij. We mogen niet vergeten dat in 2017 onze huidige eerste minister Sophie Wilmès, in die tijd minister van begroting, een vermindering van het budget voor de sociale zekerheid aankondigde van bijna één miljard euro (902 miljoen om precies te zijn). Hetzelfde jaar spendeerde de regering 9,3 miljard euro voor de aankoop van materiaal voor het Belgische leger.
Als vergelijking stelt Alain Maron, Brussels minister van gezondheid, dat het een collectieve fout was! Hij zegt het volgende: "Ik denk dat we de eerlijkheid moeten hebben toe te geven dat we deze crisis tegemoet getreden zijn, naakt en onvoldoende voorbereid… Er was geen afgesproken procedure en we hebben ter plaatse een actieplan voor de rusthuizen moeten uittekenen. We moesten bij de start van de crisis van niets beginnen en alles in werking stellen. Dat heeft geresulteerd in een dramatische vertraging. Er was ook geen strategische voorraad op het federale niveau voorzien. We zijn aan de start verschenen, naakt, zonder richtlijnen en zonder materiaal. En ja, dat is een vergissing” Het toppunt!!!

Wat moet er gebeuren?

Wat moet er gebeuren?
- Laat ons dit bloedbad stoppen! De gezondheid van de bevolking kan niet ondergeschikt gemaakt worden aan het winstprincipe. Nationalisatie van de gezondheidssector, zonder vergoeding van de aandeelhouders van de multinationals. Dit is een noodzakelijke voorwaarde voor een belangrijke verhoging van de openbare gezondheidsuitgaven om deze crisis het hoofd te kunnen bieden en een moderne en kwaliteitsvolle openbare gezondheid te garanderen.

-We moeten een noodplan lanceren om verpleegkundigen, verzorgenden, geneesheren, en ander medisch en paramedisch personeel aan te werven en op te leiden. Ze moeten op een correcte manier vergoed worden en een vastgesteld aantal uren werken om een einde te maken aan het huidige schandaal (waar het verzorgingspersoneel doorwerkt tot volledige uitputting, wegens het tekort aan personeel)

-De farmaceutische industrie, die obscene winsten genereert, kan onteigend en geïntegreerd worden in de openbare sector. Hun onderzoek moet ten dienste staan van de werkelijke behoeften van de samenleving en niet van de winst. Geen enkel octrooi zou de productie en de samenwerking tussen verschillende opzoekingscentra, zowel nationaal als internationaal, in de weg mogen staan. Deze samenwerking zou de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, die voor iedereen toegankelijk zouden zijn, ontzettend kunnen versnellen.

Moesten we deze maatregelen onmiddellijk invoeren, dan zouden we de effecten van de huidige crisis kunnen verzachten en garanderen dat gelijkaardige crisissen in de toekomst niet meer mogelijk zijn.

-Laat ons in elk rusthuis en in elk rust- en verzorgingstehuis een comité verkiezen, bestaande uit het personeel, de familie en de bewoners, die de instelling kan beheren en controleren. We moeten eisen van de regering dat alle besparingen opgeheven worden, dat de gezondheidszorg gevaloriseerd wordt en dat goede arbeidsomstandigheden de regel worden.

Ter afsluiting

We mogen de kwestie van het socialisme niet langer meer uit de weg gaan. Echt socialisme kan maar tot stand komen door een arbeidersdemocratie, met een geplande en genationaliseerde economie, onder de directe controle en beheer van de werknemers.