De voorzitter van de AFL-CIO, John Sweeney, heeft met z’n bezoek aan Mexico een nieuwe koers ingezet. Buiten een ontmoeting met de Mexicaanse president Zedillo had hij ontmoetingen met onafhankelijke vakbondsfederaties zoals de Nationale Vakbond van Arbeiders, wat toch veel belangrijker is.

Tot nu toe onderhield de AFL-CIO enkel banden met de Confederatie van Mexicaanse Arbeiders en dergelijke. Vakbonden waarvan de leiding corrupt is en loyaal aan de PRI-regering. Met dit bezoek maakte Sweeney duidelijk een bocht in de richting van de nieuwe vakbonden, die gebroken hebben met de PRI in een zoektocht naar politieke autonomie, democratie in de vakbond en een alternatieve economische politiek.

Deze gewijzigde situatie is een rechtstreeks gevolg van het debat over NAFTA (het vrijhandelsverdrag tussen VS, Canada en Mexico) begin jaren ’90. De AFL-CIO was duidelijk tegen, terwijl de traditionele regeringsgezinde Mexicaanse vakbonden voor waren. Ook waren de pensionering van AFL-CIO voorzitter Lane Kirkland en de dood van Fidel Velazquez, die lange tijd de Confederatie van Mexicaanse Arbeiders leidde, doorslaggevend. Vooral omdat deze twee vakbondsbureaucraten lange tijd samenwerkten.

Met de verkiezing van Sweeney waait er een nieuwe wind door de AFL-CIO, die we ook niet moeten overroepen, maar toch een duidelijke breuk is met de anticommunistische lijn van voor de jaren ’90. Deze verlinksing aan de top geeft in elk geval veel meer ruimte voor initiatieven van de basis. Dat de Mexicaanse regering deze nieuwe samenwerking niet ziet zitten hoeven we niet te vertellen. Ze hebben angst dat buitenlandse investeerders hierdoor elders zullen gaan. De Mexicaanse Minister van Arbeid, Javier Bonilla Garcia, vroeg de onafhankelijke vakbonden nadrukkelijk geen overeenkomsten met de AFL-CIO te maken. Hij ziet het als een overtreding van de nationale soevereiniteit en stelt het voor alsof het gelijk zou staan met verraad! Die Javier toch.

Bron: AFL-CIO Policy on Mexico Changes van Dan La Botz in Labor Notes