Wie dacht dat de het verzet van de autochtone Andesbevolking reeds lang geleden door de Spanjaarden het zwijgen werd opgelegd, vergist zich schromelijk. De indigenabeweging in Ecuador leeft meer dan ooit tevoren.

Een maand voor dat de onderhandelingen over een vrijhandelsverdrag tussen de CAN (Comunidad Andina of Andesgemeenschap) en de EU van start zullen gaan, verkeert Ecuador in een staat van civiel verzet. De oorzaak hiervan zijn niet toevallig de huidige onderhandelingen met de VS rond een bilateraal vrijhandelsverdrag. Na het failliet van de FTAA (Free Trade Agreement of America), het Pan-Amerikaanse vrijhandelsverdrag, moest de VS wel op zoek naar kleinschaligere vrijhandelsakkoorden met de latinolanden. Binnen de CAN hebben Peru en Colombia reeds een verdrag ondertekend. Bolivia staat vanaf de zijlijn argwanend toe te kijken terwijl Chavez, de president van Venezuela, weigert te onderhandelen en openlijk zijn twijfel uit over de gevolgen voor de cohesie binnen de CAN.

Ecuador is nog steeds in volle onderhandelingen met de VS. De reden waarom de onderhandelingen al zo lang aanslepen (de onderhandelingen gingen van start op 18 mei 2004) heeft niet in het minst te maken met het protest van de bevolking. Vooral de landbouwsector vreest door het TLC zware klappen te krijgen. Een vrijhandelsverdrag betekent dat de importtaksen verdwijnen. De zwaar gesubsidieerde Noord-Amerikaanse landbouwsector is in staat om zijn waar onder de productiekost te verkopen en deze zullen dan ook de Ecuadoriaanse markt overspoelen. Zonder subsidies en zonder protectie van de markt, hebben de Ecuadoriaanse boeren hier geen verhaal tegen. Ecuador is een boerenstaat en meer dan 80 percent van de bevolking op het platteland, voor het merendeel inidgenas, is arm en voor zijn overleving afhankelijk van de landbouw. Hun bron van inkomsten zal door het TLC met de noorderzon verdwijnen.

Het protest kristalliseerde zich gedurende de afgelopen maanden herhaaldelijk in stakingen, betogingen en wegblokkades. In april 2005 leidde een grootschalige mobilisatie van de bevolking – voornamelijk indigenas, kleine boeren en studenten – tot het afzetten van de toenmalige president Lucio Gutiérrez die in de ogen van de bevolking niet meer was dan een marionet van wie ook maar geld onder tafel wist te schuiven. Omwille van de gewillige houding van zijn regering tijdens de onderhandelingen, was hij dan ook dé uitgelezen partner voor de VS.

In de weken van 13 tot en met 23 maart kwamen de protestacties tot een tweede hoogtepunt. In het totaal werden 11 van de 22 provincies in Ecuador bij de betogingen en wegblokkades betrokken. Het gevolg was dat het transport over de Pan Americana, de belangrijkste verkeersader van het land, volledig gecontroleerd werd door de stakende indigenas. De hoofdstad Quito was doordrongen van het protest. In vijf provincies in het land (inclusief de hoofdstad) werd uiteindelijk de noodtoestand uitgeroepen. Bijeenkomsten werden verboden en er werd een avondklok ingesteld. De arrestaties blijven niet uit. Volgens de laatste persverklaring van de CONAIE zijn zo'n dertig mensen ernstig gewond geraakt bij de confrontatie met de Ecuadoriaanse ordetroepen.

De CONAIE (De Nationale Confederatie van Ecuadoriaanse Indigenas) is de motor achter deze mobilisatie. Als men weet dat 25 percent van de bevolking in Ecuador indigena is en als men daarbij in rekening neemt dat een groot deel van de mestiezen qua levensstijl en cultuur nog zeer dicht staan bij hun indiaanse halfbroeders en –zusters, dan mag het niet verbazen dat deze koepelorganisatie in staat is het land plat te leggen. Bovendien werden ze geruggensteund door de boerenbewegingen, de vakbonden en een aantal studentenbewegingen.

De boodschap was, en is nog steeds, klaar en duidelijk: als de huidige regerende vicepresident, Alfredo Palacio, toestaat dat het vrijhandelsverdrag met de VS ondertekend wordt, dan wordt het land volledig platgelegd. De organisatie van een nationaal assemblee en een volksraadpleging over het vrijhandelverdrag behoren tot de voornaamste eisen van de volksvertegenwoordigers. Dat het dreigement niet uit de lucht gegrepen is, werd al snel duidelijk toen in verschillende delen van het land de toevoer van voedingsproducten en medicijnen schaars begonnen te worden. De stakingen werden uiteindelijk afgeblazen, omdat de stakers zelf té grote commerciële concessies moesten doen. Achteraf bleek dan ook dat de productieve sector, wat export betreft, een schade van 200 miljoen US Dollars had opgelopen.

Stemmen gingen op dat de protesten gefinancierd zouden worden vanuit het buitenland. De voornaamste indigenabewegingen uit Bolivia, Colombia en Peru ontkenden financiële steun geleverd te hebben, maar uitten tegelijk openlijk hun sympathie voor de stakingen. De regering van Alfredo Palacio weigert echter op de eisen van de bevolking in te gaan en hervatte op 23 maart zelf nog de onderhandelingen met de VS.

Dat de protesten echter niet geheel onverhoopt zijn, bewijst wel het feit dat het verdrag reeds in december 2005 had moeten ondertekend worden. We zijn ondertussen aan de veertiende onderhandelingsronde toe en voorlopig is er nog geen duidelijkheid over de uitkomst ervan. Palacio heeft in april 2005 bij zijn aantreden als vervangend president bovendien het team van onderhandelaars moeten vervangen door een ploeg die nu wél eisen op tafel durft te leggen. Sindsdien werden onaangeroerde onderwerpen als de problematiek omtrent beschermingsmaatregelen van de landbouw en tonijnvisserij, de inspraak van de bevolking via een referendum en de vragen rond intellectueel eigendom (patenten) op tafel gelegd. Ook werd onder druk van de protestacties een wet goedgekeurd die het profijt van de transnationale petroleumbedrijven uit de opbrengsten aan banden moet leggen. Dit werd door de VS-delegatie niet goed ontvangen. Een van die bedrijven is immers het Noord-Amerikaanse OXY.

Palacio heeft daarentegen weinig achterban binnen de regering. De druk vanuit de internationale financiële instellingen – met als voornaamste spelers de Wereldbank en het IMF – is bovendien groot. Daarbij dreigt de VS ermee om zijn voordelige handelsovereenkomsten met Ecuadoriaanse exportbedrijven in de toekomst niet te verlengen als Ecuador niet ondertekent. Het is het vrijhandelsverdrag of niets! De CONAIE dreigt in ieder geval al met nieuwe wegblokkades als het verdrag wordt ondertekend en is begonnen aan een opmars naar Quito. Veel zal afhangen van hoe lang de adem van de indigenabeweging is. Enkele kopstukken van de actievoerders werden zaterdag opgepakt, maar ze zijn onder druk van de publieke opinie al weer in vrijheid gesteld.

Zal men bezwijken onder de internationale druk en voert Palacio de repressiemaatregelen ten top of schrijft hij geschiedenis en laat hij alsnog de indigenabeweging en het sociale middenveld zegevieren? Op dit moment is de situatie zodanig geëvolueerd dat de regering eerder zal vallen dan te kiezen tussen één van de voorgaande opties. Wanneer dat gebeurt, komt de electorale mallemolen in gang en kan de consolidatie van het TLC mogelijk met een jaar verlaat worden. De indrukwekkende mobilisaties die de CONAIE op gang brengt zouden een signaal moeten zijn waar de andere toekomstige handelspartners maar beter rekening mee zouden houden. De hamvraag is of de Europese Unie dat bij zijn onderhandelingen met de CAN ook zal doen.