Na een jaar waarin de arbeiders meer dan eens duidelijk maakten wie de economie deed draaien, kregen ze een koude douche van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Het advies van de Centrale Raad was om de lonen i.p.v. 0,9 procent nog maximaal 0,4 procent te verhogen de komende twee jaren. Dit in het kader van het IPA (Interprofessioneel Akkoord) wat gesloten moet worden na onderhandeling tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties.

De vakbonden zelf hebben beslist om niet te onderhandelen over deze schandalige loonmarge van 0,4 procent, wat meer dan terecht is. Zeker in een jaar waarin de grote bedrijven al meer dan genoeg cadeaus kregen van de overheden en winsten hebben gemaakt. In België zelf maakten o.a. de supermarkten vele winsten  terwijl het personeel tegen lage lonen werd blootgesteld aan besmettingsgevaar. Net als vele online-winkels, zoals Amazon, die hun winsten in het laatste kwartaal van 2020 zagen verdubbelen tot maar liefst 7,2 miljard euro. Om nog maar te zwijgen over de miljarden winsten die Big Pharma maakte tijdens de coronacrisis. Zij produceren vaccins met geld van overheden die die daarna opnieuw moeten betalen om de vaccins aan te kopen waarvoor ze het onderzoek reeds financierden. Bij Pfizer ging het zelfs zover dat België zelf niet mocht bepalen hoeveel dosissen uit een flacon te halen, terwijl het vaccin werd gemaakt en gekocht met overheidsgeld van de belastingbetalers.

De 0,4 procent is opnieuw het zoveelste cadeau voor het grootkapitaal en de bazen. Die 0,4 procent was al flink tegen de goesting van VBO-topman Timmermans die waarschuwde voor ‘een ontsporing’ en daarbij de jarenlange crisis die nog werd versterkt door de coronapandemie aanhaalde. Hoewel de coronapandemie de crisis enorm versterkte, zien we niet dat de crisis voor iedereen hetzelfde was. Meer dan eens werd het duidelijk dat er nog klassentegenstelling waren in onze maatschappij. Bedrijven werden rijker, terwijl 6 op de 10 gezinnen financiële verliezen leden . Hoewel er werd geapplaudisseerd voor de zorgkundigen en er van bovenaf wordt ingezeten met de horeca en haar uitbaters, zien we deze steun direct wegvallen vanaf er eisen op tafel komen. Denk maar aan de zorgkundigen die in Brussel en Parijs hardhandig werden aangepakt door de politie toen ze vroegen voor betere werkomstandigheden of toen de topman van Belfius Marc Rasière een faillissement meer of minder voor de horeca niet erg vond aangezien er toch restaurants en cafés te veel zijn. Hoewel Belfius zelf tijdens de bankencrisis moest gered worden van overheidsgeld.

Daarnaast dreigen de bazen ermee dat wanneer de vakbonden niet akkoord gaan met de 0,4 procent, er niet verder onderhandeld kan worden omtrent uitkeringen en pensioenen. Dit zal dan opnieuw de zwakkeren in de maatschappij treffen en een voortzetting zijn van de verstrengde wetten onder de neoliberale regering Michel I.

De loonnormwet

De loonnormwet is er in 1996 gekomen door een coalitie van sociaal- en christendemocraten, om ‘eerlijke concurrentie te vrijwaren’ en de indexatie van de lonen te koppelen aan de Nederlandse, Duitse en Franse economie. De loonmarge wordt berekend door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, waarvan de raad van bestuur paritair is samengesteld (5 vakbondsvertegenwoordigers en 5 patronale vertegenwoordigers). De redenering achter de loonnormwet is dat wanneer onze lonen te hoog zouden worden, de bedrijven zich zouden verplaatsen naar Frankrijk, Duitsland en Nederland en dat er dan minder jobs zullen zijn in België. In 2017 werd deze et onder de regering-Michel nog verstrengd. Anno 2019 moesten we het vergeleken met Nederland en Duitsland met minder loon doen. 

Meer dan eens moeten we breken met deze oneerlijke loonnormwet en strijd leveren. Als er één ding duidelijk was tijdens de coronacrisis, is dat de arbeidersklasse de economie doet draaien en niet de bazen, investeerders en volksvertegenwoordigers. Je zag onmiddellijk hoe laag de omzet was toen bedrijven stillagen. Hoewel het ABVV en de PVDA zeer goede voorstellen hebben om de crisis te bekampen met het minimumloon van 15 euro per uur en de coronataks, is strijd meer dan nodig. We hebben zowel dit jaar als in 2020 gezien dat de coronacrisis enorm wat solidariteit onder de bevolking meebracht. Denk maar aan de steun die de winkelbedienden en zorgkundigen vanuit de bevolking kregen tijdens de lockdown. 2020 toonde desondanks de lockdown enorme strijdbaarheid, niet enkel in België, maar wereldwijd werd betoogd tegen lager lonen van verpleegkundigen en zagen we veel verzet tegen politiegeweld.

Meer dan eens is er nood aan een algemene 24-urenstaking (om te beginnen) over het gehele land en aan internationale solidariteit met de Europese arbeiders om voor een gelijkwaardig en degelijk loon te strijden in heel Europa. Met onderhandelen alleen zullen we er niet komen. De bazen verstaan enkel de taal van de macht, niet die van rationele argumenten. Het is tijd dat de kapitalisten betalen voor deze crisis, die ze door hun onkunde en nalatigheid op gang hebben gebracht. Zoals eerder gezegd is de coronataks een goed initiatief, maar ver van voldoende. Miljonairs en bedrijfsleiders zouden onteigend moeten worden indien ze deze taks weigeren te betalen. In geval van onteigening zou een bedrijf in publieke handen moeten komen van de gemeenschap, onder arbeiderscontrole, net als de Big Pharma en banken.

Meer dan eens hebben we nood aan een maatschappij waar de arbeidersklasse aan het roer staat i.p.v. een kleine elite van kapitalisten en haar regeringen. Een maatschappij waar gezondheid voorgaat op winsten en waar de economie bepaalt wordt naar de belangen van de bevolking. Een maatschappij gebaseerd op internationalisme, waarbij de Belgische arbeiders de buitenlandse arbeiders niet moeten zien als concurrenten, maar als partners. Want in elk land is de arbeider het slachtoffer van de besparingen die de coronacrisis voortbrengt. Een maatschappij gebaseerd op internationaal socialisme, die breekt met het kapitalisme, is waarvoor we moeten strijden.

 

abvv_graphic.png