Vanaf 1 augustus is het nikab-en boerkaverbod in Nederland ingegaan. Dit werd in 2005 al door de PVV voorgesteld, en kreeg op 26 juni 2018, met ondersteuning van VVD, CDA, ChristenUnie, SGP, OSF, PvdD en 50PLUS, een meerderheid in de Eerste Kamer. Tegen dit verbod waren D66, PvdA, GroenLinks en SP. Tijdens de eerdere stemming in de Tweede Kamer, op 29 november 2016, stemden PvdA en SP echter voor het verbod!

De 'Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding' houdt in dat elke vorm van gezichtsbedekking verboden is in het onderwijs, in de zorg, in het openbaar vervoer en in overheidsgebouwen. Dit betekent het dragen van een masker, integraalhelm, bivakmuts, en dus ook een nikab of boerka.

Hoe kijken Marxisten naar deze kwestie?

Marxisten bekijken politiek altijd concreet. Er is geen sprake van abstracte principes die boven tijd en plaats geheven kunnen worden, alsnog zijn er bepaalde basisprincipes die meestal geldig zijn. Maar moeilijke vraagstukken zoals dit moeten daarom zorgvuldig worden bekeken.

Bijvoorbeeld, mocht er een strijd plaatsvinden voor een verbod op boerka’s en nikabs in een meerderheid moslimland, dan zouden we dit vraagstuk heel anders benaderen. Er zijn ook gevallen geweest waar revolutionaire vrouwenorganisaties campagnes tegen sluiers voerden (denk aan voormalige USSR, Joegoslavië). In Nederland 2019 is de situatie echter heel anders.

Want wat vind er nou werkelijk plaats? Wie voert deze wet door, en waarom? In dit geval is het duidelijk een reactionaire symboolwet, specifiek gericht tegen een heel kleine groep moslima’s (naar schatting ongeveer 200). En dit, om de PVV-stemmers tegemoet te komen (“kijk wat voor harde lijnen wij trekken tegen islamisering!”).

De reacties van Geert Wilders en Edwin Wagensveld (Pegida) waren natuurlijk vol euforie; zij hebben een overwinning behaald. Zij pleitten nu voor burgerarresten en voor de invoering van verdere wetgeving tegen hoofddoeken. Het Algemeen Dagblad hielp hen hierbij door de wettelijke voorwaarden voor een burgerarrest uit te leggen.

Het is nog maar de vraag of dit verbod werkelijk gehandhaafd wordt, aangezien verschillende steden zoals Utrecht en Amsterdam al hebben aangegeven hier geen prioriteit aan te stellen, en de politie zelf aangeeft nooit problemen te hebben gehad met identificatie, etc. Ook OV-bedrijven zoals NS, Connexxion en GVB gaan geen moslima’s met gezichtsbedekking hebben weigeren in de bus, metro, tram of trein. Veel moslima’s vrezen nu echter wel meer voor hun eigen veiligheid, zeker na de oproep van het burgerarrest.

Dit verbod moet dan ook gezien worden als onderdeel van een bredere aanval op moslims, niet alleen de boerka- en nikabdragers. Het brengt juist fundamentalisten en niet-fundamentalisten dichter bij elkaar. Want “de ongelovige Nederlanders willen de islam bestrijden, wij moeten ons afzonderen” zeggen de reactionaire geestelijken dan. Dit is een reactionair gevolg. Vooruitgang wordt alleen geboekt wanneer moslims en niet-moslims bij elkaar komen als klasse, tegen hun gezamenlijke onderdrukker.

Anderzijds is het zeer begrijpelijk dat er ook een laag moslims, ex-moslims en niet-islamitische strijdbare vrouwen voor het verbod is, en woedend is op de tegenstanders van het verbod, gezien de strijd die in andere landen gevoerd wordt tegen het gedwongen dragen van religieuze kleding - een strijd die ieder progressief persoon zou moeten steunen. Hier missen ze alleen het belangrijke punt om de situatie concreet te bekijken, waardoor ze in dit geval fout zitten.

Deze groep strijdbare vrouwen kan niet simpel weggezet worden als 'islamofoob', 'tegen vrije keuze en zelfbeschikking' of 'handlangers van rechts populisme', zoals sommige kleinburgerlijke feministen doen. Het is waar dat zij nu geïnterviewd worden door de media en gebruikt worden door politiek rechts als voorbeelden van 'bevrijde vrouwen die zich tegen de islam verzetten'. Het is daarom wel belangrijk om hen te waarschuwen dat zij voor het karretje gespannen worden van reactionairen die niets met vrouwenrechten ophebben.

Bestrijdt het verbod de onderdrukking van de vrouw?

Nog een voorbeeld van een verkeerde analyse maken door niet concreet naar te situatie te kijken, is het artikel dat Tweede Kamerlid Jasper van Dijk van de SP heeft geschreven op Joop.nl, met een aantal redenen waarom hij de petitie van ‘Femmes For Freedom’ voor het verbod heeft ondertekend. In de context van de huidige politieke situatie, is er niets ‘socialistisch/progressiefs’ aan dit verbod. Het betekent alleen een mooie winst voor de PVV en rechts.

Een paar van de redenen die hij aanhaalt, zijn hierboven eigenlijk al beantwoord (bijv. identificatie, wat überhaupt al gebeurt, en zelfbeschikking), maar zo noemt hij bijvoorbeeld ook hoe de boerka voor ongelijkwaardigheid staat tussen man en vrouw. Hoe dit verbod dit zou verhelpen of verminderen, wordt alleen niet beschreven.

Ja, nikabs en boerka’s zijn van oorsprong instrumenten ter onderdrukking van de vrouw. Dat is een punt dat kleinburgerlijke feministen soms negeren, door deze op onjuiste wijze gelijk te stellen aan bikini's, make-up en hoge hakken. De boerka en nikab worden gereduceerd tot een kwestie van 'vrije keuze en zelfbeschikking'. Een deel van de draagsters in Nederland draagt de boerka of nikab echter gedwongen. We zijn natuurlijk tegen iedere vorm van dwang tegen vrouwen door hun partners of familie. Voldoende blijf-van-mijn-lijfhuizen en het straffen van dwingende partners zijn maatregelen die we steunen, in een strijd die de beweging samen met deze vrouwen voert.

Daarnaast is er een andere groep vrouwen die voornamelijk bestaat uit fundamentalisten en bekeerlingen, die de nikab of boerka uit vrije wil draagt, uit religieuze overtuiging en als een statement. Een deel van hen is ook ongehuwd. Zulke gevallen komen over het algemeen voort uit een vervreemding van de samenleving (en vaak van de rest van de moslimgemeenschappen). Ze hopen door zich af te schermen, via een ‘directe band met God’ een beter leven te kunnen hebben. 

Het is niet zomaar dat deze vrijwillige nikabdraagsters door andere moslims bekritiseerd worden. Ze willen vaak dat hun (ex-)partners en familie dit niet gaan dragen. Om redenen zoals het moeilijk vinden van werk (dit is natuurlijk deels discriminatie, maar ook deels praktische onmogelijkheid vanwege de kleding), afkeer van fundamentalisme en de angst voor maatschappelijk isolement. Deze vrouwen zijn afhankelijk van hun partner, familie, of de bijstandsuitkering, en maken geen echt onderdeel uit van de werkende klasse. Met dit verbod belanden ze zeker in een nog groter isolement.

Maar hoe krijg je dan zoiets als gelijkwaardigheid van man en vrouw? Door kleding die representatief staat voor onderdrukking te verbieden? Ongelijkheid tussen man en vrouw ligt veel dieper dan kleding. Het kapitalistisch systeem maakt juist gretig gebruik van die ongelijkheid tussen de geslachten; denk aan ongelijke lonen, baankansen, huishoudwerk, en nog veel meer. Een ‘symptoom’ hiervan verbieden werkt niet om hen te ‘bevrijden’, en al helemaal niet als de vrouwen in kwestie daar zelf niet achter staan. Dat is een naïeve gedachtengang.

Om vrouwen te bevrijden, dienen we als werkende klasse samen (man en vrouw, moslim en niet-moslim) te vechten voor een nieuwe samenleving. We dienen de materiële voorwaarden te creëren waarbij vrouwen zelf hun nikab, boerka of hijab willen afdoen, uiteraard geheel vrijwillig.

Vrouwelijke moslimarbeiders zijn een belangrijke laag die georganiseerd moet worden in de beweging, rondom een strijdbaar socialistisch programma. Om hen te winnen is het nodig om ons uit te spreken tegen alle racistische en verdelende wetten die de werkende klasse weerhoudt van eenheid, waaronder het nikab-en boerkaverbod.

Dit is ons standpunt. We zullen ons niet laten besmetten door kleinburgerlijk feminisme, noch door islamisme, noch door ‘seculiere principes’. Dit is het marxistisch standpunt, dat staat voor de eenheid van de gehele werkende klasse, en de strijd zal doorvoeren voor de bevrijding van de vrouw, en daarmee de bevrijding van allen van het kapitaal.