Een week lang al zwelt de storm van protest aan in Iran. Dit is meer dan een kortstondige kramp om gestolen stemmen. De omvang, de aard en de draagwijdte van de betogingen die elke dag in driehonderd steden aanhouden, maken er een echte volksrevolutie van.

Dit is geen gewone revolte maar een echte revolutie die zich voor onze ogen ontplooit. Onder een volksrevolutie verstaan we een massabeweging ontstaan uit de diepste ingewanden van de maatschappij, die de meest verscheiden lagen van de bevolking op de been brengt en openlijk en rechtstreeks de bestaande tirannieke politieke orde uitdaagt. In het verleden is het regime er steeds in geslaagd door brutale repressie elke serieuze beweging de kop in te drukken. Een van de opvallendste kenmerken van de huidige betogingen is dat de vrees voor zelfs de meest extreme krachten van de repressie - de zogenaamde Revolutionaire Garde - afbrokkelt. Een foto gepubliceerd op de online versie van het Spaanse dagblad El Pais en hernomen in de Knack van deze week is veelbetekenend. Je ziet er een aanhanger van Mousavi op de grond geknuppeld worden door politieagenten in burger. Een viertal in zwart gewaad geklede vrouwen stormen echter op de gehate politiemannen af.

Een dergelijke scène heeft maar één betekenis: de schrik is eruit. In het verleden zorgden de brutale golven van repressie voor regelrechte terreur. De beweging werd erdoor gebroken. Nu lijkt het alsof de repressie die elke dag toeslaat de gemoederen nog meer ophitst. Het is olie op het vuur. De verkiezingen werden aangegrepen door de jongeren, de bredere massa uit de middenklasse en de arbeidersklasse als een pragmatisch middel om verandering te brengen in hun leven. Nu ze hebben vastgesteld dat die weg afgezet is door de dictatuur, zijn ze niet gewoon naar huis gegaan. De straat is hun stemlokaal geworden. Jarenlang opgekropte sociale, economische en democratische frustraties barsten nu uit als een vulkaan. De massa is niet meer te sussen met kleine hervormingen maar wil alles veranderen. Het hele systeem, zo hebben ze vastgesteld, is rot tot op het bot.

Een revolutie of toch niet?

Beetje bij beetje begint hier in de Westerse media en ook in terughoudende linkse kringen het besef te groeien dat het om meer gaat dan een louter electoraal protest. Toch lijkt voor velen een revolutie niet toepasbaar op het Midden-Oosten. Donderdag 18 juni maakte een VRT-journalist ter plaatse in Iran tijdens het programma De Ochtend de analyse dat het fout is om over een revolutie te spreken. Zijn argumentatie luidde als volgt:

a) de betogers vragen enkel dat degene die in werkelijkheid de meeste stemmen kreeg, president wordt (m.a.w. Mousavi)

b) het programma van Mousavi is volstrekt niet revolutionair.

a+b = er is geen revolutie.

Wegens het zeer gematigde programma van Mousavi zou er geen sprake zijn van een revolutie. Een dergelijke redenering is een schoolvoorbeeld van statisch denken, een manier van redeneren die geen rekening houdt met de dynamiek van de massabeweging (met de dialectiek). Zoals zo vaak staren de media zich blind op de woorden en daden van toppolitici zonder veel aandacht te besteden aan de motivaties en verzuchtingen van de duizenden gewone mensen. Dikwijls worden die afgebeeld als een woeste massa, een brok ongestuurde gevoelens. Nochtans wordt de cadans van de Iraanse politiek momenteel net in belangrijke mate bepaald door de politieke inschattingen van die gewone mensen. Een van die inschattingen is dat dit het moment is om een doorbraak te forceren. Dat heeft gevolgen voor de houding van de politici zelf. De hoogste leider, Ayatollah Khamenei, sprak aanvankelijk direct zijn steun uit voor Ahmadinejad, maar kwam later wat op zijn passen terug door een (zeer beperkte) hertelling van de stemmen toe te laten. Mousavi zelf was tot vorige week een volgzaam onderdeel van het establishment, maar is de afgelopen dagen geëvolueerd tot iemand die (in beperkte mate) oproept tot actie. Uiteraard wil Mousavi geen revolutie en wil hij vooral de fundamenten van het regime bewaren. De logica van de massabeweging dwingt hem echter om de eerste barsten in die fundamenten te slaan.

De Russische revolutionair Lenin somde vier voorwaarden op voor een revolutie. De eerste is dat de heersende klasse verdeeld is en niet meer in staat is te regeren met de tot dan toe beproefde middelen. Dit is zeker het geval vandaag. Sleutelpersonen en instellingen van de dictatuur leggen tegenstrijdige verklaringen af en struikelen over hun eigen voeten. Ten tweede moet de middenklasse balanceren tussen revolutie en contrarevolutie. In Iran staat de middenklasse nu echter massaal aan de kant van de revolutie en de betogingen. Ten derde moet de arbeidersklasse bereid zijn om te strijden. Al voor de presidentsverkiezingen nam het aantal bedrijfsstakingen alsmaar toe. Bereidheid tot strijd is er bij de vleet. De vierde voorwaarde is de aanwezigheid en massale inplanting van een revolutionaire partij en een revolutionaire leiding. In Rusland in 1917 beantwoordden de Bolsjewieken aan die voorwaarde. Deze partij is er toen in geslaagd het revolutionaire potentieel om te zetten in een revolutionaire realiteit, met name de omverwerping van de autocratie van de tsaar en de oprichting van een revolutionaire regering.

Zo'n partij is vandaag nodig in Iran. De afgelopen jaren hebben onze Iraanse kameraden ook de basis gelegd voor De kracht van het marxisme is vandaag echter nog niet sterk genoeg in Iran. Wanneer die ontbreekt, staat een succesvolle en snelle ontknoping van de revolutionaire situatie niet op de agenda. Een revolutie bestaat echter niet uit één enkele etappe. Daarom zal de revolutie in Iran zich over een langere periode voltrekken met op- en neergaande fases. Maar het belangrijkste nu is dat de revolutie is begonnen!

Hoe nu verder?

Na een week betogen stellen velen zich de vraag: hoe gaan we nu verder? Hoe geven we de genadesteek aan dit regime? De formele leiding van de beweging rond Mir Hussein Mousavi wil zo snel mogelijk een einde aan deze revolutionaire beweging die hij niet heeft gewild en die hem ook veel angst inboezemt. Als het van hem afhing, was er allang een compromis gesloten met het regime, wat een verraad zou betekenen van de democratische en sociale aspiraties van de massa's. De betogers, die alles geven wat ze hebben, tot hun eigen leven, willen het regime omverwerpen. Sinds dit weekend haalt het regime steeds meer de grove middelen uit de kast. Het dodentol groeit exponentieel. Sommigen hebben het over een mogelijk Tienanmen-scenario in Iran. In 1989 smoorde de Chinese bureaucratie het studentenprotest in het bloed.

Er zijn vanzelfsprekend grenzen aan wat er bereikt kan worden met betogingen, hoe massaal die ook mogen zijn. Als er niet snel resultaat wordt geboekt, kan deze beweging - tijdelijk althans - aan energie verliezen en wegebben. Dat zou de dreiging van verdere repressie nog verhogen, zoals we hebben gezien met de studentenbetogingen van 1999 in Iran. De beweging moet daarom op een hoger niveau worden gebracht. Hier is een bijzondere rol weggelegd voor de arbeidersklasse. De mate waarin de arbeidersklasse haar stempel kan drukken op de huidige beweging bepaalt haar toekomst. De arbeidersklasse beschikt over een grote economische macht. Zonder de activiteit van de arbeiders en bedienden werkt er niets in Iran. Bij Khodro, de grootste automobielfabriek van het Midden-Oosten, is er al gestaakt uit steun voor de protesten. Ook wordt er al een paar dagen gesproken over een algemene staking. Maar die is er nog niet gekomen. Dit is een sleutelkwestie vandaag. De revolutionaire algemene staking kan de genadeslag geven aan het regime. De sociale en economische verwachtingen van de arbeidersklasse, zoals jobs, goede lonen en arbeidsomstandigheden, kunnen dan gekoppeld worden aan de bredere politieke en democratische eisen. Om die algemene staking waar te maken is organisatie vitaal. In 1979 tijdens de revolutie tegen de Sjah, bestonden er Shoras of actiecomités, democratisch verkozen in de bedrijven. Deze moeten weer uit de grond worden gestampt op de werkplaatsen, maar ook in de scholen, op de universiteiten en in de wijken, in de stad en op het platteland. Deze worden dan de democratische en georganiseerde stem van het volk, met elkaar verbonden op plaatselijk, regionaal en nationaal vlak.

Stemmen hertellen brengt geen soelaas. Nieuwe verkiezingen ook niet. Niemand kan ons waarborgen dat deze niet opnieuw zullen vervalst worden. Een volledige verandering dringt zich op. De massa's in Iran zullen met niets minder genoegen nemen. Weg met het corrupte regime, weg met de dictatuur en met de reactionaire grondwet. Wij willen iets volledig nieuw dat op een grondige manier komaf maakt met het verleden. Hiervoor is een revolutionaire en democratische grondwetgevende vergadering nodig, bijeengeroepen door de nieuwe massaorganisaties en raden zoals de Shora's. Die kan een radicale democratisering van het land tot stand brengen. Maar als ze de werkelijke wortels van de problemen in Iran en het Midden-Oosten wil aanpakken, kan zo'n grondwetgevende vergadering zich hier niet toe beperken. Dan moet ze een einde stellen aan het kapitalisme, dat aan de basis ligt van zoveel ellende en onrecht in het land. Dat kan onder een Iraanse republiek van arbeiders en boeren.