De gehate president van Egypte, Hosni Mubarak, stapt op. Hij heeft de macht overgedragen aan de Opperste Raad van het Leger. Dit werd aangekondigd door vicepresident Omar Suleiman. De legerleiding heeft zijn steun ingetrokken voor de dictator. Mocht de legerstaf dit niet hebben gedaan vandaag was de kans groot dat de interne hiërarchie, het commandostelsel, ging breken. De druk van de volksmassa op het leger werd ondraaglijk voor veel soldaten, onderofficieren en zelfs voor de vooral jongere officieren.

De Egyptische ‘straat’ jubelt. In het kielzog van Tunesië zijn de Egyptenaren er na 18 dagen in geslaagd een dictator weg te jagen. Een aangehouden massale volksopstand, de laatste dagen geruggensteund door een effectieve algemene staking en bedrijfsbezettingen heeft dit mogelijk gemaakt. De intrede van de georganiseerde arbeidersklasse heeft ongetwijfeld de doodsteek gegeven aan de dictator. Dit is een ‘succesformule’ die in de volgende dagen en weken zal worden herhaald in andere Arabische landen. Morgen heeft de oppositie een betoging aangekondigd in Algiers.

Het regime heeft de actie verboden en 20.000 politieagenten ontplooid in de straten van de hoofdstad. In Bahrein is de straat ook al in handen van duizenden betogers. In Marokko wordt er door linkse groepen en bloggers opgeroepen tot een dag van actie op 20 februari. De val van Mubarak, ongeacht de onmiddellijke gevolgen, heeft een zeer grote impact op de rest van de regio. De Egyptische revolutie is volgens de Britse schrijver John Bradley de derde grootste volksrevolutie van de geschiedenis, na de Russische revolutie van 1917 en de Iraanse revolutie van 1979. Zonder overdrijven kunnen we zeggen dat deze revolutie een historisch kantelmoment vertegenwoordigt. De zogenaamde ‘Arabische uitzondering’, de stelling dat dit gedeelte van de wereld immuun is voor democratische volksbewegingen, is dood.

De tiran is nu gevallen. Dit is een duidelijke overwinning, maar slechts een eerste stap. Nu moet de strijd verder gezet worden. De strijd moet nu gevoerd worden om een einde te maken aan de dictatuur van de rijken, van de kapitalisten. Het regime zelf moet nu worden omvergegooid. Alle kleine’ Mubaraks’ in het staatsapparaat, de administratie, het leger, de bedrijven, de vakbonden, de wijken, de gemeenteraden moeten afgezet worden. De eigendommen en bankrekeningen van al diegenen die zich hebben verrijkt dankzij deze dictatuur moeten worden onteigend.

De Egyptische revolutie is begonnen maar is duidelijk niet gedaan. Om de problemen van de Egyptische arbeiders, bedienden en landbouwers op te lossen moet er gebroken worden met het kapitalisme en met de buitenlandse overheersing. De socialistische revolutie is nodig en mogelijk.

Egypte bewijst dat zodra de arbeidersklasse en de jongeren in beweging komen niets hen kan stoppen. Vandaag is alles mogelijk.

Leve de Egyptische revolutie. Leve de Arabische revolutie. Leve de socialistische revolutie!