Gesprek met Adèle, vroedvrouw in een openbaar ziekenhuis in Brussel en actief in de beweging Santé en Lutte/Zorg in Actie.

Interview afgenomen door Pablo Sanchez.

P.S.: Hoe heb je het hoogtepunt van de coronapandemie ervaren?

Als vroedvrouw werd ik overgeplaatst naar een andere dienst. Ik werkte als assistent op de intensive care afdeling, specifiek voor de COVID-19 patiënten. We verzorgden hen, samen met de intensive care-verpleegkundigen en artsen. De gevolgen van COVID-19 onder de bevolking heb ik met volle kracht ervaren. Veel van mijn patiënten waren zwaar ziek.

De tegenstrijdige informatie over de bevoorrading van ons beschermingsmateriaal, maakte ons werk echt moeilijk. Elke dag hadden we de indruk dat het materiaal ging worden geleverd en toen nee, het gebeurde niet... We hebben ons moeten aanpassen aan de situatie en uiteindelijk hebben we toch voldoende materiaal bekomen. Met de onzekerheid over de bevoorrading, voelden we ons nooit op ons gemak.

Het werk was behoorlijk intens. Qua uren waren het kortere dagen, maar we werden veel meer ingezet en uiteindelijk hadden we de indruk nooit rust te hebben.

Er werd veel flexibiliteit en aanpassingsvermogen van ons gevraagd. We hebben dat ook gegeven. Nu verwachten we iets terug voor onze flexibiliteit. We zouden graag een gezondheidsbeleid zien dat flexibel genoeg is om samen met ons na te denken over een heel nieuwe aanpak van het gezondheidsstelsel.


Wat is volgens jou de belangrijkste eis van Santé en Lutte/Zorg in actie?

Wij zijn een beweging die is ontstaan ​​uit de stakingen in de openbare en private zorginstellingen. We willen het woord nemen en ons laten horen, iets wat zorgverleners meestal niet doen. Door deze stakingen stelden we het systeem in vraag. We zijn een solidaire burgerbeweging die fungeert als een schakel tussen het personeel en de vakbonden. We willen de vakbonden sterker maken en ervoor zorgen dat de werknemers ze gebruiken als een instrument om hun rechten te verdedigen. Op die manier hebben de werknemers geen schrik meer van de vakbonden en van de bureaucratie die soms belastend kan zijn.

Wat verdedigt Santé en Lutte? Vooral een algemene herfinanciering van de gezondheidssector en een heel andere visie over hoe ons gezondheidszorgmodel eruit moet zien. Het huidige systeem is tamelijk commercieel. Gezondheid is een handelswaar geworden. Dit ontmenselijkt de zorg, ons werk en ook ons eigen welzijn op het werk.

Wij willen meer personeel, een loonsverhoging en een ander gezondheidssysteem. Een stelsel dat niet meer met gesloten enveloppen (krappe begrotingen n.v.d.r.) werkt, maar met een evenwichtiger totaalbudget, afgestemd op de behoeften. Er moet ook een einde komen aan de prestatiegeneeskunde (waarbij artsen worden betaald naargelang het aantal medische en andere technische handelingen n.v.d.r.).

Wat betekent de vermarkting van de gezondheid voor jou?

In de verloskamer betekent de vermarkting bijvoorbeeld dat we een groter aantal bevallingen moeten doen om een ​​bepaald budget voor onze dienst te krijgen. We zijn pas zeker van een bepaald budget voor onze dienst als we bijvoorbeeld een totaal behalen van 3.500 of 4.000 bevallingen per jaar. Maar dat bedrag voldoet helemaal niet aan de behoeften die er zijn. Hoe kom je dan aan meer bevallingen? We doen dan meer raadplegingen, gaan meer/harder werken. We gaan volgens het ‘just-in-time’ principe werken... Hoe groter ons aantal patiënten, hoe zekerder we zijn over een grotere begroting op het einde van het jaar. We hebben dus steeds meer patiënten, maar het contact wordt noodgedwongen oppervlakkiger... we ontmenselijken de zorg.

De commercialisering van de zorg duwt ons ook in de richting van kortere ziekenhuisopnamen. Dat geldt ook op de kraamafdeling. Het verkorten van de verblijven, leidt tot steeds meer ziekenhuisopnamen. Werk dat we normaal in vijf dagen presteren, moeten we op deze manier in twee dagen zien bol te werken zodat het meer geld oplevert. Mensen worden dan naar de polikliniek doorverwezen. Maar de polikliniek beschikt niet per se over de financiële en materiële middelen om mensen met ernstige complicaties te behandelen nadat ze eerder in een ziekenhuizen zijn behandeld. In feite is het hele systeem een ​​soort piramide die in elkaar stort en iedereen verplettert. Dat is overigens niet alleen in de ziekenhuizen het geval.


Wat is de gemoedstoestand van de gezondheidswerkers nu?

Voor de uitbraak van de pandemie voelden we ons al niet goed. Dankzij enkele demonstraties en stakingen konden we onze mening ventileren. Onze noodkreet klonk; ‘Zo gaat het niet verder, het moet veranderen’. Maar toen kwam COVID-19… We kregen veel steun van de bevolking. De politici noemden ons helden... Sindsdien is de toestand min of meer terug normaal. De tweede golf is gelukkig niet zo sterk als de eerste. Maar uiteindelijk worden we toch vergeten. Het is min of meer ‘back to normal’. Wij zijn niet tevreden over de toestand vandaag. We voelen ons een beetje vergeten. Daarom willen we verder vechten voor onze rechten en vooral voor onze patiënten en uiteindelijk voor iedereen!