Over de jaren is de partij geëvolueerd van een linkse leden- en arbeiderspartij naar een open (?) partij waar kleinburgers, yuppies en Vlaams-nationalisten de toon zetten. Deze partij is zoals te verwachten uiteindelijk op haar bek gegaan. Vraag is nu of ze naar links of verder naar rechts zal bewegen.

Als het van de huidige leiding afhangt, is de vraag stellen ze beantwoorden: ze willen de staatshervorming vanuit de oppositie steunen. Concreet willen ze het arbeidsmarktbeleid splitsen, hun bijdrage tot de weg naar een volledige splitsing van de sociale zekerheid. Voor de rest zullen ze oppositie voeren tegen de partijen waarmee ze samen in de Vlaamse regering zit!

Welke elementen waren verantwoordelijk voor deze nederlaag? We schuiven er hieronder enkele naar voor. De algemene hoofdoorzaak is evenwel te vinden in het verlaten van de klassenstrijd, naast het negeren van de marxistische dialectiek om politieke problemen te ontleden en te beantwoorden.

1. Het Generatiepact nog niet vergeten

Het Generatiepact werd ondanks twee algemene stakingen doorgevoerd in afgezwakte vorm. Dit is nooit verteerd door vele leden en militanten van ABVV en ACV. Vakbonden die samen 2,8 miljoen leden tellen, waarvan de helft in Vlaanderen, hebben de socialisten de rekening voorgeschoteld. Vande Lanotte lag daar niet van wakker, verklaarde hij destijds.

2. Splitsing arbeidsmarktbeleid

Deze wordt door de vakbonden en alle linksen terecht gezien als de eerste stap naar de volledige splitsing van de sociale zekerheid. De natte droom van de gehele rechterzijde en van het Vlaamse patronaat wordt door de Vlaamse socialisten behartigd. Enkele maanden geleden kon men in de Nieuwe Werker (blad ABVV), in een speciaal dossier op de middenpagina, lezen dat het ABVV bij geen enkel element van de sociale zekerheid het solidariteitsprincipe over de taalgrens heen zou laten aantasten. Ondanks de herhaalde waarschuwingen dat de splitsing voor de vakbonden als een verraad van alle socialistische principes zou overkomen, bleef Vande Lanotte er halsstarrig mee doorgaan. Ook na deze zware verkiezingsnederlaag heeft hij het nog niet begrepen. Zelfs vanuit de oppositie is hij (de partij?) bereidt de Vlaams-nationalistische eisen bij een staatshervorming te helpen doordrukken. Hij heeft beslist, partijcongres, partijafdelingen, politieke fractie, daar heeft hij geen zaken mee. Hij heeft ook nog altijd niet begrepen dat de vakbonden in het algemeen en het ABVV in het bijzonder de natuurlijke partners zijn voor een socialistische partij de naam waardig.

3. De PS hebben we niet meer nodig

Enige weken voor de verkiezingen verklaart hij geen bezwaar te hebben tegen een asymmetrische regering. Daarbij hoopte hij heimelijk dat de SP.a en niet de PS er deel van zou uitmaken. Van plat opportunisme en even platte arrogantie gesproken. En dit allemaal in naam van de partijleden! Nochtans waren al haar regeringsdeelnames bij gratie van de PS bekomen, die de kleine SP.a steeds als integraal deel van zichzelf mee naar de onderhandelingstafel nam. Zonder haar Waalse socialistische broeders was de SP.a al die jaren amper in de federale regering geraakt. Voor vele socialisten en syndicalisten zijn de SP.a en de PS één en ondeelbaar. Dat is gebaseerd op het socialistische principe van de Internationale…

4. Open partij zonder ideologie

De structuren van de partij zijn zogenaamd gemoderniseerd. Iedereen heeft zonder meer toegang tot de partij, kan op de verkiezingslijsten komen of staatssecretaris worden. Een partijkaart hoeft niet meer, jongeren krijgen ze zelfs gratis. Jonge partijmilitanten, voorzover we die nog hebben, die zich jarenlang hebben ingezet en via de lange weg (lokale verkiezingen enz.) hopen op een verkiesbare plaats voor een mandaat op Vlaams of federaal niveau, worden gewoon genegeerd ten voordele van een nobele onbekende zonder een politieke of ideologische basis. Nieuw verkozen mensen op lokaal vlak worden gewoon aan hun lot overgelaten door collega mandatarissen (niet gecoacht) uit vrees voor hun eigen postje. Iedere vorming ontbreekt, ideologie en discussie worden met alle middelen geweerd.

5. Dictatuur van de top

De democratie binnen de partij heeft bij de Belgische socialistische structuren altijd al op een laag pitje gestaan (democratisch centralisme zonder het democratisch element ). Die democratie is nu echter totaal zoek. Een steeds enger wordende partijtop beslist over alles. En wat nog erger is: deze top is omringd in al haar geledingen door ja-knikkers om den brode, mensen die geen eigen ideeën hebben of aanbrengen of de moed niet hebben om ze te verdedigen.

6. Ideologisch congres 2007

Al deze zaken hebben we duidelijk gemerkt in de aanloop naar het ideologisch congres. Vele Vlaamse, federale en lokale mandatarissen hadden zelfs nooit de betreffende voorstellen gelezen, laat staan dat ze er amendementen op geformuleerd hadden. In vele afdelingen hadden de leden geen ontwerpteksten. De nieuwe structuren en haar kleinburgerlijke aanhang hebben de resterende arbeidersbasis monddood gemaakt en de socialistische ideologie geëlimineerd. Een partij zonder ideologie vervalt eerder vroeg dan laat tot puur opportunisme, cliëntelisme en dictatuur van de top. Zo komt men tot een situatie waarbij Patrick Janssens de oorzaken van de ramp moet vaststellen en een herbronning moet voorstellen, enkele maanden na een zogenaamd ideologisch congres, leidraad voor de komende tien jaar, waar de tekst met 99 percent van de stemmen werd goedgekeurd. Moet er nog zand zijn?

7. Ruk naar links?

Veel keuze is er niet. Het is naar links of verder naar rechts. Naar links kan onmogelijk met steun aan de splitsing van het arbeidsmarktbeleid, noch met in de Vlaamse regering te blijven. We hebben behoefte aan een echte oppositie en aan de heropbouw van een ledenpartij met sterk uitgebouwde afdelingen die steunen op een socialistische ideologie. Laat ons het kartel met de Vlaams-nationalisten van Spirit beëindigen, we zullen wel jongeren aantrekken op basis van socialistische actie. We hebben grote nood aan interne partijdemocratie met politieke discussie op alle niveaus. Daarbij moet men niet alleen luisteren naar de partijbasis, maar ook terug focussen op de brede aanspreekbare basis van arbeiders en bedienden waarvoor de socialistische partij in de eerste plaats is opgericht. SP.a Rood heeft nog veel werk voor de boeg.