Op 1 januari was de regering Obama een jaar in functie. Obama werd verkozen midden in de grootste financiële crisis sinds de Tweede Wereldoorlog, op basis van een boodschap van hoop. Bovendien haalde zijn partij – de Democraten – een meerderheid zowel in het huis van afgevaardigden als in de senaat. De boodschap “Yes we can!” klonk tot ver buiten de Verenigde Staten door en zorgde voor een golf van optimisme. Wat blijft daar een jaar nadien van over? Bitter weinig: een overzicht.

Gezondheidszorg

De waarschijnlijke goedkeuring van de wet op de gezondheidszorg is het enige succesverhaal   van Obama. En dan nog. Ondanks zijn grote meerderheid in het Huis van afgevaardigden en de senaat had Obama maanden nodig om ook de conservatieven in zijn eigen Democratische partij te overtuigen. De prijs was niet mis: het laten vallen van de “publieke optie”, wat het systeem meer doet lijken op onze privé-hospitalisatieverzekering dan op een echte sociale zekerheid.

Economie (en de banken)

Al onder Bush werden de Amerikaanse banken met bergen geld van de belastingbetaler uit de nood geholpen. Onder Obama ging dat niet anders. Zijn voornaamste kruistocht was die tegen de bonussen voor managers van banken. Er werd een wet gestemd die dergelijke bonussen verbood of zwaar belastte voor ondernemingen die staatssteun hadden genoten. Veel banken omzeilden dat door vroegtijdig de staatssteun terug te betalen. De bonussen bleven even hoog. Ook bij enkele banken die de zwaarste verantwoordelijkheid droegen voor de wereldwijde financiële crisis zoals Merill Lynch, Citibank, Goldman Sachs.

De economie ging ondertussen kopje onder. Na 24 lange maanden neergang heeft de Amerikaanse economie in december van 2009 voor het eerst weer een groei van 3,5 procent opgetekend. Maar wat voor groei is dat als er 7,3 miljoen minder jobs zijn dan een jaar geleden? Als er 16 miljoen mensen geen werk kunnen vinden? In dezelfde maand december groeide hun aantal nog aan met 85.000. Het antwoord is simpel: de kapitalisten laten de arbeiders harder en langer werken voor minder geld. De productiviteit – de hoeveelheid goederen die een arbeider produceert per uur – steeg met een ongelooflijk cijfer van 9,5 procent in het derde kwartaal van 2009, na een stijging van 6,9 procent in het tweede kwartaal. Dat, samen met de geschenken uit belastingsgeld is de uitleg van het feit dat veel bedrijven (bv. Ford) winstcijfers bekend maakten. General Motors werd na een faillissement opnieuw opgestart met overheidsgeld, na de sluiting van 10 tot 20 fabrieken en een verlies van 21000 arbeidsplaatsen. De soap van de verkoop van haar Europese tak Opel en dan toch weer niet liet ook hier een bittere nasmaak. De andere dochter Saab wordt gewoon ontmanteld.

Buitenlandse politiek en oorlog

De oorlog in Irak was een van de hoofdthema’s in Obama’s verkiezingscampagne. Maar Obama zette de “war on terror” voort door 30.000 man extra naar Afghanistan te sturen en de oorlog uit te breiden naar Pakistan en recent nog Jemen. De terugtrekking van de troepen uit Irak kan nog jaren op zich laten wachten; hoe dan ook wordt er steeds minder over gesproken. Het budget voor defensie werd in volle crisis fors opgetrokken tot 680 miljard dollar voor 2010 (laatste budget van Bush in 2008: 583 miljard). Dat Obama ondertussen de Nobelprijs voor de vrede kreeg, kan enkel worden gezien als een sinistere grap. Tijdens zijn aanvaardingstoespraak pleitte hij trouwens voor “rechtvaardige oorlogen”. Nu zal er niemand sympathie opvatten voor de gevaarlijke gekken van Al Quaida, maar ook in de rest van de wereld wordt de Amerikaanse militaire ontplooiing duidelijk. Honduras kende de eerste staatsgreep sinds lange tijd op het Latijns-Amerikaanse continent. De wettelijk verkozen president Zelaya werd afgezet door in de VS opgeleide militairen, met behulp van Amerikaanse wapens. Dat Obama in eerste instantie de staatsgreep veroordeelde, zegt niets. De verkiezingen die het militaire regime uitschreef werden door geen enkel land erkend behalve het uiterst rechtse Columbia… en de VS. In Colombia werden bovendien vijf nieuwe Amerikaanse legerbasissen geopend. Dat gebeurde ook in de piepkleine Nederlandse Antillen. Kun je dat anders zien dan een militaire omsingeling van Venezuela? Laat ons niet naïef zijn: de bedoeling is deze militaire macht ooit te gebruiken voor oorlog. Oorlog tussen Colombia en Venezuela of burgeroorlog in Venezuela zelf.

Obama’s beperkingen

Is Obama daar allemaal zelf de initiatiefnemer van? Het kan best dat hij meer dan eens voor het blok werd gezet door delen van zijn eigen administratie: de CIA (geheime dienst), het Pentagon (leger) of door de rechterzijde van zijn eigen partij. Hoewel hij intelligent is heeft Obama bijzonder weinig ervaring. Maar feitelijk doet dat er niet toe. De essentie is dat de functie de man maakt. In laatste instantie kan een president van kapitalistisch Amerika niet anders zijn dan een verdediger van de belangen van het Amerikaans imperialisme, nationaal en internationaal. Het is de traditionele misvatting en de vergeefse hoop dat één man een volledige omwenteling kan teweeg brengen. Moeten we ons dan overgeven aan pessimisme en cynisme? Obama heeft zelf het antwoord gegeven in zijn aanvaardingsspeech: “Wat de negativisten niet verstaan in deze campagne is dat deze verkiezingen nooit over mij hebben gegaan. Ze gaan over jullie. (applaus) Ze gaan over jullie! Gedurende 18 lange maanden zijn jullie rechtgestaan, één voor één, en hebben jullie ‘genoeg’ gezegd tegen de politiek van het verleden.”

Schrijf de Amerikanen niet af

Het is bon ton in Europa om alle Amerikanen af te doen als (uiterst) rechtse naïevelingen. Niets is minder waar! De Amerikaanse arbeidersbeweging heeft een rijke geschiedenis. De 1-meibetogingen vinden hun oorsprong in de VS, om maar één voorbeeld te noemen (strijd voor de 8-urendag in 1886). De Amerikaanse arbeidersklasse is een slapende reus, die zodra ze op de voorgrond treedt, de hele situatie kan en zal veranderen. Nu al is er bij verkiezingen in de vakbondskoepel AFL-CIO een nieuwe leiding verkozen, die meer radicaal is, althans in woorden. De meeste arbeiders zijn nu nog bereid om even te wachten, te kijken of de crisis werkelijk over is en Obama enige tijd te geven om “Change” te brengen. Maar dat geduld zal niet onbeperkt zijn, het minst van al bij de miljoenen die actief zijn campagne hebben gesteund. Uiteindelijk kan enkel de oprichting van een grote arbeiderspartij, gesteund op de vakbonden de basis leggen voor een echte oplossing voor de noden van de werkende mensen.