Het toetreden van de rechtse Vrijheidspartij van Haider tot de Oostenrijkse regering zorgt voor een enorme polarisatie in Oostenrijk Het waren de spoorwegarbeiders die op 3 februari ll het initiatief namen om protestdemostraties op te zetten tegen het toetreden van de rechtse Vrijheidspartij van Haider in de nieuwe Oostenrijkse regering. Sindsdien zijn studenten en jongeren niet opgehouden met hun protest te uiten, zowel in Wenen als in andere Oostenrijkse steden. De huidige situatie zorgt er voor dat Oostenrijk definitief gebroken heeft met z’n verleden van overleg en consensus. Vandaag is de klassenstrijd, in al z’n vormen, terug op de orde van de dag. Vonk sprak met Herbert Bartik, militant van de Vienna Socialist Youth en van het marxistische blad Der Funke, over de situatie in Oostenrijk.

Vonk: Moeten we schrik hebben van Haider?

HB: We moeten ons wel bewust zijn van het gevaar dat Haider en z’n Vrijheidspartij vertegenwoordigt. Het is duidelijk een extreem-rechtse partij maar zij vertegenwoordigt op dit moment in feite geen fascistische beweging. Zij vertegenwoordigt eerder een deel van de Oostenrijkse bourgeoisie dat een einde wil maken aan het gegeven van een sociaal partnership. Het is eigenlijk beter om de Vrijheidspartij (FPÖ) met de Beierse CSU van de oude Strauss te vergelijken. Het programma van de Vrijheidspartij is er een van sociale besparingen en van ultraliberale deregulering en flexibilisering. Om aan populariteit te winnen maakt zij echter gebruik van sociale demagogie. Op het einde van de jaren ’40, wanneer de Vrijheidspartij is opgericht, had zij nog duidelijke fascistische roots omdat zij zich baseerde op de steun van ex-nazi’s. Vandaag behoudt de Vrijheidspartij deze basis en zij moet hen, tenminste verbaal, tegemoetkomen. Dat verklaart de uitlatingen van Haider over de positieve arbeidspolitiek van Hitler en over de concentratiekampen die maar ‘gevangenissen waren’. Ondanks deze uitlatingen kunnen we echter niet zeggen dat de Vrijheidspartij een fascistische partij is, en dit betekent niet dat we er gelukkig mee zijn.

Vonk: Wat is deze coalitie van plan te doen?

HB: Zij wil een aantal staatsbedrijven, zoals de spoorwegen en de post, privatiseren; zij wil besparen in de pensioenen; zij wil inschrijvingsgelden introduceren en zij wil het indirect loon van de arbeiders verminderen, waardoor de patroons minder bijdragen aan de sociale zekerheid betalen. Dit is in feite het volledige programma van de conservatieven. De Vrijheidspartij heeft elk punt van dit programma aanvaard om te bewijzen dat zij een betrouwbare partner is en dat zij geen groepje nazi’s is. Dit zal echter spanningen veroorzaken met de basis.

Vonk: Hoe reageert de Socialistische Partij?

HB: Ik wil ten eerste duidelijk maken dat de 13 jaar lange coalitie tussen de Socialistische SPÖ en de Conservatieve ÖVP, met een constante van besparingen, de weg heeft vrijgemaakt voor de opkomst van Haider. We mogen ook niet vergeten dat het een socialistische minister van Binnenlandse Zaken was die een racistische wetgeving heeft ingevoerd, dewelke in feite verantwoordelijk is voor de huidige racistische stemming. De Campagne van de SPÖ bij de laatste verkiezingen concentreerde zich op het gegeven dat Oostenrijk het zevende rijkste land van de OECD is geworden en dat de Oostenrijkers het nog nooit zo goed had gehad. De partij van Haider was in feite de enige die uitdrukking gaf aan het gevoel dat er iets mis gaat met het land. Zij spraken o.m. over de toegenomen stress op het werk en dit was in overeenstemming met de ervaring van vele mensen. Haider ging zelfs verder en ijverde voor meer geld voor jonge moeders en voor een betere kinderopvang. Opinipeilingen vertellen ons dat het migrantenprobleem pas op de 4° plaats komt in de motivatie om op de Vrijheidspartij te stemmen. De migranten vormden dus geen doorslaggevende factor. Vooral niet-gesyndikeerde arbeiders hebben voor de Vrijheidspartij gestemd en Haider kreeg in totaal 40% van de stemmen van de Oostenrijkse arbeiders. Arbeiders die het steeds moeilijker krijgen om zich te identificeren met de Socialistische Partij en haar beleid. Het grootste gedeelte van de stemmen voor de Vrijheidspartij komt echter van kleine zelfstandigen. Zij vormen de lagere middenklasse, die vandaag wanhopig op zoek is naar een uitweg voor hun problemen. De beslissing van de Socialistische Partij om geen nieuwe coalitie te vormen met de conservatieven was een stap in de goede richting. Haider heeft een het verleden geprobeerd om massaal te recruteren voor z’n partij maar dit is hem niet gelukt. De Vrijheidspartij heeft ten hoogste 40.000 leden, terwijl de Socialistische Partij en 400.000 heeft. Zelfs z’n vakbond, die gebaseerd was op een splitsing van de officiële vakbonden telde nooit meer dan 5 à 6000 leden (de meeste van hen politieagenten). De steun voor Haider is dus grotendeels passieve electorale steun. De Vrijheidspartij is dan ook meer een beweging dan een echte massapartij.

Vonk: Wil je dan zeggen dat de leiding van de Socialistische Partij haar lesje heeft geleerd?

HB: Geenszins! Viktor Klime, de voorzitter van de Socialistische Partije, was in feite vastbesloten om de coalitie met de conservatieven voort te zetten. Om dit te bereiken was hij bereid om alle socialistische principes opzij te zetten en om het programma van de conservatieven te copiëren. In die zin is hij een leerling van Schroeder en Blair. Klime werd echter teruggefloten, grotendeels door druk vanuit de vakbonden. Verschillende vakbondsleiders stelden duidelijk dat zij de socialistische partij zouden verlaten indien Klime het programma zou aanvaarden. Nadat de leiding van de socialisten had begrepen dat een nieuwe coalitie met de conservatieven niet meer haalbaar was, dachten zij zelfs even aan samenwerking met Haider zelf. Haider weigerde echter. Dit toont duidelijk aan dat de leiding van de socialistische partij er alles voor over heeft om haar postjes in de regering en het staatsapparaat, die zij gedurende 30 jaar hebben gehad, te behouden. Op het volgende congres zullen er echter twee kandidaten zijn voor het voorzitterschap van de socialisten, waarvan één een linkse reformist is, de voormalige minister van Wetenschap.

Vonk: Wat is het alternatief voor Haider?

HB: De protesten van de laatste dagen zijn een stap in de goede richting. Het is de eerste keer dat de basis van de vakbonden het beleid van de socialisten niet aanvaard en actief druk uitoefent om de leiding terug te roepen. De Socialistische Partij en de vakbonden vertegenwoordigen een sterke kracht in Oostenrijk. Geen enkele regering kan aanblijven zonder haar steun. Na de verkieizingen, tijdens de coalitieonderhandelingen, stelden wij voor dat de Socialistische Partij een minderheidsregering zou vormen, waarbij een socialistische programma zou uitgevoerd worden, gesteund door de vakbonden. Vandaag kant Oostenrijk een enorme polarisatie. Het ziet er naar uit dat het land op het Europese niveau van klassenstrijd komt. Deze strijd zal een nieuwe fase betreden wanneer de meerderheid van hetOostenrijkse kapitaal overgaat tot het opzeggen van het sociaal pact. Dit bereidt een massale reactie vanuit de arbeidersklasse voor, waarbij zich nieuwe mogelijkheden zullen openen voor het marxisme. Vandaag reeds zoeken de mensen een weg uit het reformisme: ten eerste zijn er de enorme antiracistische betogingen van jonge, geradikaliseerde studenten en arbeiders; ten tweede zal er een enorme oppositie groeien tegen de plannen voor privatisering.