Verkiezingen zijn steeds een momentopname. Een foto van de politieke stemming van de bevolking en van de verschillende sociale klassen die hiervan deel uit maken. Gemeenteraadsverkiezingen zijn per definitie zeer lokaal getint. Deze verkiezingen neigen nog meer dan andere tot het oplossen van sociale tegenstellingen en van de klassenstrijd in het ‘algemene of het plaatselijke belang’. Zeker als ze zich afspelen tegen een onmiddellijke achtergrond van relatieve sociale kalmte. De resultaten geven foto’s van de 589 gemeenten en steden van België en het overwicht van plaatselijke problemen hierin.

Toch is het geheel van deze honderden plaatselijke resultaten groter dan de gewone optelsom van de miljoenen lokale stemmen. Nationale trends worden zichtbaar. Grotere politieke en maatschappelijke inzetten komen op de voorgrond. Zeker in een sterk verstedelijkt en klein land als België. De politieke gevolgen van de klassenstrijd (de algemene stakingen tegen het Generatiepact en de strijd van dokwerkers, deze van Antwerpen in het bijzonder) kloppen dan ook koppig aan de deur. Daarom hebben de resultaten van de lokale verkiezingen ook verdere implicaties op nationaal vlak. In het bijzonder op de koers die de federale regering gaat volgen in de volgende acht of negen maanden voor de nieuwe verkiezingen. Eveneens op het algemene politieke leven in de arbeidersbeweging.

Socialistische vooruitgang, ook zonder Patrick Janssens

Het meest opvallende is de vooruitgang van de SP.a in de grote steden in Vlaanderen. In Antwerpen, Gent, Oostende en andere. Een echte rode zondag. Spectaculair is de (bijna) verdubbeling van de score van de socialisten in Antwerpen. Velen geloofden niet dat de SP.a nog kon groeien. Zeker niet na de strijd van de eigen socialistische en syndicale achterban tegen het Generatiepact precies één jaar geleden. De dreiging van een nieuwe – beslissende? – zwarte zondag in de havenstad heeft veel linkse en kritische stemmen geloodst naar de SP.a. De vrees dat het Vlaamse Belang over voldoende stemmen en zetels zou beschikken om het ‘cordon sanitaire’ te breken en zo aan de macht komen, heeft geleid tot een mobilisatie rond de SP.a.

De media hebben het vooral over de presidentiële campagne van Patrick Janssens en het ‘goede bestuur’ van het Antwerpse college. ‘Goed bestuur’ is een totaal apolitiek begrip dat zweeft boven de verschillen tussen partijen en sociale klassen. Inderdaad, een goed bestuur is nodig. We denken niet alleen aan administratieve efficiëntie maar vooral aan een bestuur dat een einde stelt aan de ontmanteling van de plaatselijke openbare diensten, dat massaal investeert in sociale programma’s en dat de armoede effectief bestrijdt. Natuurlijk ziet de leiding van de SP.a dit resultaat als het gevolg van de zogenaamde vernieuwing van haar aanpak (weg van de partij die de belangen van de loontrekkenden en armen vertegenwoordigt, naar de waardenpartij die het opneemt voor de consument). Nochtans is het resultaat van de SP.a in Antwerpen en andere steden bekomen onder invloed van een klassenreflex bij een belangrijk gedeelte van de loontrekkenden. Zeker bij een situatie van links/rechts en uiterst-rechts polarisering, zoals in Antwerpen. Ook zien we dat in Gent lijstrekker Termont, een man die mijlenver verwijderd is van het trendy imago van Patrick Janssense, erin slaagt het Vlaams Belang in het zand te doen bijten. En in andere centrumsteden doen de socialisten het eveneens goed, zonder Patrick.

De Franstalige socialisten gaan in verschillende steden sterk achteruit, maar stuiken niet ineen. Deze stemmenerosie is het gevolg van de verontwaardiging van menig socialistische kiezer over de lange reeks van corruptieschandalen. Veel plaatselijke PS-notabelen vonden hierdoor de weg naar de gevangenis. Gevolg is dat de PS in Mons, waar Elio Di Rupo burgemeester is, 10 procent verliest. Toch behouden ze daar de absolute meerderheid. In La Louvière gaat de PS met 14 procent achteruit, gedeeltelijk ten voordele van de PTB (1 zetel) en een lijst van communisten en linkse syndicalisten (1 zetel). In Charleroi verliest de PS nogal wat pluimen, hoewel ze de eerste partij van deze arbeidersstad blijft. De linkerzijde en de arbeidersbeweging betaalt ook een andere prijs voor deze schandalen en voor de onmacht om de armoede op te lossen. Het is in deze provincie Henegouwen dat het uiterst-rechtse Front National het gros van haar verkozenen haalt. 24 van de 25 FN-raadsleden zetelen hier.

In Brussel vergaat het de PS anders. Hier gaan de socialistische lijsten vooruit, op enkele uitzonderingen na. De PS bevindt zich nu in pole-position. Decennialang waren de liberalen de eerste partij in het Brusselse. Deze trend is nu omgekeerd.

Noch Groen (dat bijna de helft van zijn stemmen verliest), noch Ecolo zijn erin geslaagd het terrein vast te houden dat ze met vorige stembusslagen hadden veroverd. Namelijk die van de politieke kracht die de linkse misnoegde kiezers van de SP.a/PS en de CD&V /CDH opvangt. In Antwerpen zijn ze bij een sterk gepolariseerde kiesstrijd tussen links en uiterst-rechts bijna onzichtbaar geworden. Vandaar het sterke verlies.

Minder blauw in de gemeenteraden

In Vlaanderen gaat het kartel CD&V/NVA eveneens vooruit, maar dan hoofdzakelijk in de kleine en middelgrote gemeenten en steden. De grootste politieke formatie is geen grootstedelijk maar bijna een landelijk fenomeen. In Franstalig België gaat de CDH van Joëlle Milquet vooruit na een zware dip een paar jaar geleden.

Wie een opdoffer van formaat krijgt, is de VLD. De zenuwachtigheid bij de VLD-top over de slechte peilingen was te merken toen het beleid van Justitieminister Onkelinx zwaar op de korrel werd genomen. Zo wilde de VLD zich profileren als een partij van de orde en de harde aanpak, duidelijk een inspanning om het terrein van het Vlaams Belang te bezetten. Dit demagogisch partijtje armworstelen in de federale regering hebben ze echter verloren. De stembusslag heeft hen ook in het zand doen bijten. De uiterst-rechtse kiezer blijft het origineel verkiezen boven de kopie. Het kiesresultaat van de VLD is vandaag min of meer gelijk aan dat van de PVV eind jaren ’70, toen Verhofstadt de partij in handen nam. De ambitie van Verhofstadt en een gedeelte van de burgerij bestond er toen in om van de PVV een grote liberale volkspartij te maken. Hier zijn ze in gefaald. De crisis broeit opnieuw.

VLD heeft veel afgezien de laatste jaren met een hevige interne verdeeldheid en een virulente contestatie op haar donkerblauwe flank. Hugo Coveliers, de rechtse advocaat van Antwerpen, is uit de partij gezet en is met zijn nieuwe formatie VLOTT in de boot gestapt met het Vlaams Belang. Hetzelfde nu met Jean-Marie Dedecker, de poujadistische brulboei van Oostende. Een goed jaar geleden schaarde die uiterst-rechtse bullebak nog 38 procent van de VLD-leden achter zijn worp naar het voorzitterschap. Door Dedecker op de keien te gooien hoopt de leiding van de VLD de crisis te bezweren. Ook gaan de Vlaamse liberalen meer de centrum-rechtse ruimte willen bezetten die ze gedeeltelijk hebben verlaten om het VB achterna te hollen. Daarom werd Jean-Marie Dedecker een tijd in de partij gehouden. De donkerblauwe liberalen kiezers moesten in de familie blijven. Daar zijn ze niet in gelukt. Een liberale leider merkte schamper op dat Jean-Marie Dedecker zeer populair is… maar bij de VB-kiezers. Exit dus Dedecker. Op die manier probeert de VLD zich te positioneren voor de federale wetgevende verkiezingen van juni volgend jaar. Voor diegenen die het nog niet wisten: de campagne voor juni 2007 is begonnen.

Vlaams Belang afgeblokt, maar nog veel werk aan de winkel

Iedereen keek uit naar de resultaten van het Vlaams Belang dat in zee was gegaan met Hugo Coveliers’ nieuwe formatie VLOTT. Samen halen ze minder dan in 2004! Dewinter wordt twee keer onttroond: één keer door het feit dat nu de SP.a weer de eerste partij van Antwerpen is geworden, een tweede keer doordat hij overtroefd worden in voorkeurstemmen door Patrick Janssens. Ook gaat het Vlaams Belang achteruit in Borgerout en Antwerpen Stad. De mythe van het onstuitbare Vlaams Belang is aan diggelen geslagen. Ja, we vinden hier redenen voor juichen. Maar niet om euforisch te zijn. Het Belang slaagt er inderdaad ook niet in om de meerderheid te halen in verschillende Antwerpse districten. Maar het is nipt, zeer nipt. Het Belang blijft in het algemeen haar electorale kracht behouden, alhoewel het overal achteruitgaat tegenover de verkiezingen van 2004. Toch verdubbelt het tegenover de vorige gemeenteraadsverkiezingen haar aantal gemeenteraadsleden van 439 naar 800. Indien het Belang moeilijkheden ondervindt in de steden, is het anders op het ‘platteland’ waar de uiterst-rechtse formatie het goed doet.

Niettemin heeft het zelfvertrouwen van de leiders van het Vlaams Belang een deuk gekregen. De reportage van Telefacts bewees dit. Nergens is het erin geslaagd een onvervangbare plaats in te nemen. Nochtans was dit de aangekondigde inzet. De resultaten in Antwerpen zullen ongetwijfeld de interne spanningen doen stijgen bij uiterst-rechts. Het feit dat het juist de socialisten zijn die het Belang kunnen afblokken, doet hun maag keren. Er is echter geen enkele reden voor euforie. Het Belang verdubbelt haar zetels in Vlaanderen. Dewinter leidt nog steeds de tweede partij van de grootste stad van Vlaanderen, de derde grootste in de regio, in stemmen nog steeds groter dan de SP.a. In sommige volksbuurten haalt het bijna de absolute meerderheid. Een belangrijk deel van de arbeidersklasse in deze en andere wijken blijft onder invloed van het Belang. En laten we een kat een kat noemen. Een gedeelte van haar programma is overgenomen door de andere partijen en in praktijk omgezet.

Er staat nog veel werk voor de boeg. De volgende federale verkiezingen van juni 2007 zullen een nieuwe test zijn. Teneinde het Vlaams Belang nog verder af te blokken met die verkiezingen zal een presidentiële campagne onvoldoende zijn. Een campagne met een echt links programma en aan de basis – zoals Frank Hosteaux, de verkozen kandidaat van SP.a Rood voor de Antwerpse gemeenteraad, heeft gevoerd – is beter in staat om die taak te vervullen.