Naar aanleiding van de antiglobaliseringsbetogingen in Luik en Gent werden her en der oproepen tot een scholierenstaking gelanceerd. Deze oproepen kenden tot op heden zeer weinig succes. Hoe staat Vonk tegenover zulke ‘ordewoorden’?

In principe zijn wij niet gekant tegen scholieren- en studentenstakingen om een beweging die leeft onder de jongeren meer kracht bij te zetten en jongeren de kans te geven een protestbeweging te vervoegen. Toch moeten er een aantal belangrijke voorwaarden worden vervuld alvorens het begrip ‘staking’ een vlag wordt die de lading dekt.

We moeten ervoor zorgen dat zo'n actie geen karikatuur wordt van één van de fundamentele wapens van de arbeidersbeweging. Het is een discussie die ook vaak terugkeert in de vakbonden: een staking is pas een succes als ze écht gedragen wordt en dus goed inhoudelijk wordt voorbereid via verspreiding van argumenten op de werkvloer die de arbeiders/bedienden ertoe aan te zetten deel te nemen. Een scholierenstaking start op dat vlak al met een fikse achterstand vermits er niet zoiets bestaat als een "scholierenvakbond" die zo’n staking organisatorisch kan dragen. Indien de antiglobaliseringsbeweging verder blijft groeien, dan geeft dit samen met de voortdurende aanvallen op het onderwijs een gelegenheid om opnieuw een scholieren- en studentenvakbond van de grond trachten te te krijgen. Maar zo’n (nieuwe) poging zou best verlopen in overleg met en met de steun van de onderwijsvakbonden. In elk geval moeten we eerst organiseren en dan ‘staken’. Niet omgekeerd.

Een tweede gevaar van een slecht voorbereide scholierenstaking is dat het opportunisme de overhand neemt. Een scholierenstaking gaat immers niet gepaard met loonverlies. Soms dreigt de zaak te ontaarden in een uit de hand gelopen vorm van absenteïsme. De media weten dat ook wel en zullen trachten dit aspect ervan in de verf te zetten.

Om al die redenen is een omkadering door comités, woordvoerders e.d. géén overbodige luxe. Een scholierenstaking "afkondigen" zoals sommige kleine politieke groepjes nu doen ruikt naar sectair opportunisme en avonturisme: een poging om zich groter voor te doen dan ze zijn. Voor die doeleinden mag een scholierenstaking niet worden aangewend.

Ons standpunt is dan ook: scholieren- en studentenstakingen ja, in dié scholen waar zij organisatorisch voldoende kan worden gedragen en waar de gelegenheid genomen werd om de jongeren het hoe en waarom uit te leggen in voorafgaande discussies. Vonk is steeds bereid om jongeren die in hun school een comité willen oprichten practische hulp te verlenen. Wat we echter NIET gaan doen is de betrokken jongeren van boven tot onder ‘paleren’ met symbolen van onze strekking