Dat het Vlaams Blok in vergelijking met de gemeenteraadsverkiezingen van 1994 opnieuw een forse vooruitgang zou boeken, was te verwachten. Het Blok presenteerde zich nu eenmaal in veel meer gemeenten dan zes jaar geleden. Maar dat het met 33% van de stemmen in Antwerpen aan de haal zou gaan, verraste vriend en vijand. Het is revolterend, schandelijk, vreselijk, degoutant, om misselijk van te worden, om uit te barsten in razernij, om met je kop tegen de muur te lopen, en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Alleen... dat helpt allemaal niet. 

De vraag is: wat nu? De kopstukken van het Blok interpreteren hun overwinning als een verpletterende veroordeling van het cordon sanitaire en Filip Dewinter riep zich al uit tot nieuwe burgemeester van Antwerpen. Met 20 van de 55 zetels... Een beetje voorbarig. Het cordon sanitaire betekent juist dat niemand met het Blok een coalitie wil afsluiten en dat de extreem rechtse demagogen nog een dikke 10% méér Sinjoren achter zich zouden moeten krijgen om aan de macht te kunnen komen. Maar er is meer nodig dan het cordon sanitaire om het Blok terug te dringen. En dat betekent niet -zoals in het verleden altijd gebeurde- de thema’s van het Blok overnemen, want zo geef je het alleen maar gelijk.

Schrale troost is dat de neergang van de SP gestopt lijkt en de partij zich herstelt van het dieptepunt van vorig jaar. In Oostende behaalde de SP ongetwijfeld het meest spectaculaire resultaat: een winst van meer dan 19% en een absolute meerderheid. In Hasselt behaalt het rood-groene kartel van Stevaert zelfs meer dan de helft van de stemmen. Ook in Gent en Sint-Niklaas behaalt de SP een mooi resultaat; in Leuven (Tobback) en Dendermonde (De Batselier) daarentegen krijgt de SP forse klappen. Een echte lijn valt er dus niet in te trekken. In gemeenteraadsverkiezingen spelen tal van locale factoren en figuren wel degelijk een doorslaggevende rol. Oostende bijvoorbeeld leed al meer dan tien jaar aan aderverkalking, onderinvestering en verloedering. De intrede van de SP in het schepencollege zes jaar geleden luidde een kleine renaissance in, gefinancierd door een spaarpot van de vorige coalitie en ettelijke Vlaamse en Euromiljoenen die Vandelanotte behendig naar de badstad wist te sluizen. Dit, gekoppeld aan de verovering van de burgemeesterssjerp door eerste schepen Jean Vandecasteele na het gesjoemel binnen de CVP hebben hun uitwerking niet gemist.

Maar terug naar Antwerpen. De SP blijft wat men noemt de grootste ‘democratische’ partij en behaalt met 19,5% een gevoelig beter resultaat dan tijdens de parlementsverkiezingen vorig jaar. Leuk, maar niet leuk genoeg. Hoe kan de SP zich profileren in een coalitie van zes partijen? Men had gehoopt dat dankzij de extra miljoenen die werden geïnvesteerd in een aantal probleemwijken (en vooral het stadscentrum) en dankzij de kentering in de economische situatie en de uitstraling van de nieuwe Vlaamse en federale regering de opgang van extreem rechts kon afgeremd en zelfs gekeerd worden. Dit is niet gebeurd. Er zal véél meer moeten gebeuren om het zwarte gespuis voor eens en voor altijd te verbannen naar de catacomben van de politieke geschiedenis.

Ten eerste is het hele idee van een cordon sanitaire en de tweespalt tussen de ‘democratische’ partijen en het Blok een farce, wanneer datzelfde Vlaams Blok in elke TV-uitzending netjes mee rond tafel mag zitten, zijn afgevaardigden krijgt in beheerraden van openbare instellingen, en niet te vergeten: jaarlijks miljoenen subsidies krijgt toegestopt. In andere woorden: in de praktijk krijgt het Blok alle middelen toegestopt om zichzelf voor te stellen als een respectabele partij. In Wallonië is extreem rechts van de kaart geveegd, niet omdat daar minder migranten zouden wonen of minder sociale problemen zouden zijn, maar omdat men het zwarte gespuis behandeld heeft met de minachting die het verdient.

Ten tweede moeten de migranten direct stemrecht krijgen en moet er een einde komen aan de verplichte uitwijzing van vluchtelingen. Precies door halfslachtige maatregelen te nemen creëert men de illusie dat de oplossingen die het Blok voorstelt uitvoerbaar zijn, bevestigt men de racistische vooroordelen over de ‘overrompeling door migranten’ terwijl er al vijfentwintig jaar een migrantenstop bestaat en beloont men de vijand door een deel van zijn programma uit te voeren.

Ten derde moeten de socialisten zich profileren rond een duidelijk socialistisch programma die de rechtstreekse problemen van de werkende bevolking en sociaal zwakkere groepen aanpakt. En ja, daar is heel veel geld voor nodig. In Antwerpen betekent dit onder meer: een onmiddellijke en volledige kwijtschelding van de stadsschuld. Te nemen of te laten. Véél meer geld voor het onderwijs, OCMW, sociale dienstverlening... investeringen in sociale woningen, verfraaiing van wijken, loonsverhoging en arbeidsduurvermindering in de stadsdiensten...

Met dit programma zou de SP naar de onderhandelingstafel moeten stappen met de steun van de vakbonden. Rest ons vervolgens 6 jaar om in de wijken  uit te leggen waar het echt op staat en de binding met de arbeidersbeweging te herstellen. Honderden partij- en vakbonds-militanten en vooral mensen die nu nog geen lid zijn van de partij zouden gemobiliseerd kunnen worden rond de heropbouw van een geradicaliseerde SP.  Met zo’n vernieuwde SP zouden de politieke kaarten in een mum van tijd volledig anders kunnen liggen. 8 Oktober 2000 was één schok te veel. Alleen een shocktherapie kan het tij doen keren.