De verlamming die de regering in haar greep heeft is ongekend. Toegegeven, echt nieuws is dat niet meer. Een parlementair statistiekje bevestigt dit echter. Sinds vorige verkiezingen een goed jaar geleden zijn er slechts acht wetsontwerpen ingediend door de federale regering.

Dat gebeurde op de koop toe door de regering van lopende zaken en de interimregering onder de leiding van Guy Verhofstadt. Nu we over een ‘echte' regering beschikken verwachten we toch een beetje meer daadkracht. Wat zien we? Leterme I heeft geen enkel ontwerp neergelegd sinds het de teugels in handen heeft. De regering ploetert in de communautaire modder zonder er uit te raken.

Inertie bij de politieke top

De gewone mensen, steuntrekkers, gepensioneerden, werkenden, kleine zelfstandigen, kreunen onder allerhande prijsstijgingen. Een beklemmend gevoel van ongerustheid verspreidt zich onder de bevolking. De toekomst wordt minder voorspelbaar. Onzekerheid slaat toe. Wat doet de regering? Die zit stil. Er gebeurt niets. Geen enkele doortastende maatregel wordt er genomen om het groeiende leed te lichten. Misschien hoopt Leterme dat door niet te bewegen, niet te verroeren, de mensen het bestaan van de regering gaan vergeten en er niets van gaan eisen?

Twee werelden keren elkaar de rug. Aan de ene kant het kluwen van de burgerlijke communautaire machtsspelletjes. Aan de andere kant de sociaal-economische bekommernissen van de gewone man en vrouw. Ooit was er sprake van het overbruggen van de kloof tussen ‘de politiek en de burger'. Binnen het kapitalistische politieke parlementaire stelsel is zoiets onmogelijk. De belangenkloof is hiervoor te groot. Ons ‘burgerschap' begint en eindigt in het stemhokje. We zijn geen burger meer wanneer het erop aan komt de prijzen van basisproducten te bepalen. Hier hebben we niet de minste inspraak!

Het volk mort. Tot voor kort ging het om een stille misnoegdheid, een kwaad gefluister. De passiviteit maakte echter beetje bij beetje plaats voor een nieuwe actiedrift. De ene gekwelde bevolkingslaag na de andere komt nu op straat. Wat een contrast met de inertie bij de politieke top! Hoe groter de inertie hoe gedrevener de mensen blijkbaar...

Grote actiedrift van onderuit

Sinds het begin van het jaar zien we een domino van spontane stakingen in de industrie. De actieweek van de vakbonden was ook een echte overrompeling. Een paar dagen later toonden de transporteurs, waarvan 40 procent zelfstandigen, eveneens hun tanden in het centrum van Brussel. De hoge brandstofprijzen drijven menig vrachtvervoerder tot wanhoop. Honderden tractoren van getergde landbouwers rolden diezelfde dag over het asfalt van de hoofdstad om betere prijzen te eisen. Vele boeren verkopen hun producten vandaag met verlies aan de distributeurs of de voedingsindustrie. De Vlaamse ambtenaren van de gemeentediensten en OCMW's hebben dan ook nog gedurende 24 uur het werk neergelegd.

Tot nu toe kon men spreken van ‘ingehouden' protest. Maar opgepast. Een van de meest opmerkelijke zaken van de sociale strijd sinds het begin van het jaar is het spontane karakter van de stakingen. De heersende klasse vreest voor een algemene sociale bosbrand. Voor het ogenblik is die uitgebleven. Het patronaat heeft eerst de kwestie van de koopkracht proberen in het belachelijke te trekken. Anderen durfden het zelfs te ontkennen. Nu manoeuvreert het patronaat met nieuwe voorstellen zoals netto loonsverhogingen in plaats van bruto verhogingen. Stemmen gaan op voor een centenindex ter vervanging van de huidige procentenindex. Uit vrees voor de reactie van de vakbonden heeft Leterme hier onmiddellijk komaf mee gemaakt. De sociale toestand is immers zeer vluchtig. Het patronaat laat nu en dan wel eens ballontjes op om te peilen naar de gemoederen. Zachtjes aan doen is echter het ordewoord. Zolang de conjunctuur nog meezit worden er toegevingen gedaan in talrijke bedrijven. Die zal mogelijk omslaan tegen het einde van het jaar als de recessie uit de VS komt overwaaien. In het najaar starten echter de onderhandelingen voor een nieuw interprofessioneel akkoord. De socialistische bediendenbond BBTK kondigt nu al een 24-urenstaking voor september aan om de koopkrachteisen te ondersteunen. Het is een stap in de goede richting. Het ware echter beter geweest die snel na de actieweek te organiseren om het ijzer te smeden wanneer het heet is.

Sociale noodtoestand nadert

Jean-Marc Delizée, PS-staatssecretaris belast met de armoedebestrijding, waarschuwt voor een "opstand van de armen" als er niet snel maatregelen worden genomen. Officieel telt het land 1.470.000 ‘armen'. Dat is een zevende van de bevolking. De statistieken geven eigenlijk een vertekend beeld van de werkelijkheid. In een recent dossier (Télé Moustique, 18/06/08) over de armoede in België doen onderzoekers een heel andere berekening. Vandaag wordt als arm beschouwd hij of zij die minder dan 860 euro per maand verdiend of 1805 euro voor een gezin met twee kinderen. Iemand die 900 of 1000 euro verdient, is dus niet ‘arm' volgens deze statistieken. De echte armoededrempel bevindt zich echter ergens anders. Arm zijn diegenen - werkende, gepensioneerde, steuntrekker of zelfstandige - die op het einde van de maand financieel niet kan instaan voor zijn huisvesting, voedsel, verwarming, verlichting, kleding en zorgverstrekking zonder schulden te maken. Op die manier telt België drie miljoen ‘armen'.

De toestand wordt er niet beter op. Een vergelijking tussen de facturen van het jaar 2000 en vandaag leert ons het volgende. De kost voor water is verdubbeld. De stookoliefactuur is drie keer duurder. De prijs van elektriciteit steeg met 70 procent. Gas werd 110 procent duurder. Het ACV berekende dat een gezin met twee kinderen dat over een maandinkomen beschikt van 1500 euro, 676 euro meer zal moeten betalen om zich op dezelfde manier als vorig jaar te voeden.

De arbeidersbeweging, de vakbonden op kop maar ook de SP.a en de PS, moeten de sociale noodtoestand afkondigen in het land. Een echte index, btw-verlagingen, loonsverhogingen, welvaartsvaste uitkeringen, stijgingen van het pensioen staan natuurlijk vooraan op onze eisenbundel. Maar de volledige reorganisatie van het economische bestel dringt zich op. De kapitalistische economie slaat wereldwijd op hol. Tijd dus voor een democratisch geplande en genationaliseerde economie ten dienste van de meerderheid van de bevolking.