De wereldwijde kapitalistische crisis treft Spanje op een bijzondere manier. Alle statistieken wijzen erop dat het land in een ware economische neergang beland is. Het BBP, dat in 2007 met 3,7 procent groeide, stond in 2008 op een erbarmelijke 1,2 procent, behaalde amper 0,2 procent in het derde kwartaal en viel met 1 procent in het vierde. De recessie zal naar alle waarschijnlijkheid diep en uitgestrekt zijn en de meeste schattingen verwachten een val van 3 procent in het BBP voor 2009.

Het aantal werklozen stond in januari 2009 op 3.327.801 (14 procent van de bevolking), 47 procent meer dan in januari 2008, en werkloosheid treft 29,5 procent van jongeren onder de 25 jaar. De vooruitzichten voor 2009 zijn volgens sommige analisten dat de werkloosheid in zijn geheel 20 procent zal bereiken.

Industriële productie viel met 9 procent in 2008 en investeringen in kapitaalgoederen vielen met 26,6 procent in 2008. Om maar één voorbeeld te geven, de productie van auto's in januari 2009 viel met 53 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2008.

Cijfers voor consumptie zijn in vrije val: het aantal registraties voor nieuwe wagens vertoont de diepste val ooit met 45 procent en het aantal hypotheken is met 32,4 procent gedaald in 2008 in vergelijking met 2007.

Offensief tegen de arbeidersklasse

Zoals altijd proberen de kapitalisten de crisis op de werkende klasse af te wentelen in de vorm van besparingen en massale ontslagen met behulp van een aantal middelen. Het eerste en belangrijkste hiervan gebeurt door te profiteren van het grote aantal uitzendkrachten in Spanje (30 procent van de totale beroepsbevolking heeft een tijdelijk contract). Hierdoor hebben ze meer manoeuvreerruimte voor het reduceren van personeel door eenvoudigweg de contracten niet te verlengen, wat hen ook een grote som geld bespaart aangezien ze geen ontslagvergoeding dienen te betalen.

Anderzijds beroepen vooral de grote bedrijven zich op de zogenaamde "expedientes de regulación de empleo" (ERE's), maatregelen waarmee arbeiders tijdelijk ontslagen kunnen worden, wat een totale of gedeeltelijke stopzetting van productieve activiteit gedurende een bepaalde tijd mogelijk maakt en in vele gevallen ook besnoeiingen in het totale aantal arbeidskrachten omvat. In november 2008 was het aantal ERE's gestegen met 163 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2007. Er vindt ook een stijgend aantal selectieve ontslagen plaats met als bedoeling de rest van de arbeiders die overblijven, te terroriseren om zo gemakkelijker loonverlagingen en opdrijving van de productie op te leggen.

Naar een algemene staking

In deze context zijn de huidige leiders van de voornaamste Spaanse vakbonden, de Comisiones Obreras, CCOO, (arbeiderscommissies) en de Unión General de Trabajadores, UGT, (algemene arbeidersvakbond), nog steeds gebonden aan hun strategie om te allen koste de sociale vrede te behouden en om met alle mogelijke middelen te proberen tot een akkoord te komen met de werkgevers en de regering. Ondanks dit alles en ondanks de psychologische impact die de plotse verslechtering in de economie gehad heeft op de werkende klasse, is het hele sociale weefsel erg snel aan het opwarmen en kunnen we een plots optreden van de Spaanse arbeidersklasse verwachten.

De sociale onvrede die zich meester gemaakt heeft van de samenleving heeft nog geen uitdrukking gevonden en wordt geblokkeerd door het gebrek aan respons van de politieke arbeids- en vakbondsorganisaties. De onvrede en woede zijn echter reëel en komen aan de oppervlakte wanneer deze een groot genoeg medium vinden waarlangs ze zich kunnen uitdrukken. Deze stemming kwam tot uiting in de betoging in januari in Madrid tegen de Israëlische agressie in Gaza, waar meer dan 200.000 mensen aan deelnamen.

De arbeiders zijn zich perfect bewust van het feit dat geïsoleerde strijd in fabrieken in de context van een wijdverspreide crisis niet genoeg is om het offensief van de bazen te beantwoorden. Het idee dat er een globale respons vereist is, wint aan populariteit bij miljoenen arbeiders in het hele land. De oproep tot een algemene staking ter verdediging van banen en arbeidsomstandigheden en de eis dat de PSOE-regering een beleid voert in het belang van de uitgebuiten, wordt steeds sterker bij de werkende bevolking.

Een aanwijzing van de sterke onvrede die groeit bij de Spaanse arbeiders is het grote aantal plaatselijke gevechten die heel sterke druk uitoefenen op de leiding van de CCOO en UGT. Personeel in de gezondheidszorg en de scholen zijn in staat van oorlog in vele regio's in Spanje. Er zijn de voorbeelden van Catalonië en Madrid, waar de vakbonden voor 16 en 25 maart plaatselijke algemene stakingen uitgeroepen hebben in niet-universitaire onderwijsinstellingen, maar er zijn ook Valencia, Galicië enzovoort, waar betogingen van deze lagen bijna elke dag plaatsvinden. Er is ook het personeel in het rechtswezen dat mobiliseert tegen de rechtse regionale regering in de provincie van Madrid.

In Catalonië, een regio die in het bijzonder hard getroffen wordt door de ERE's en ontslagen, zien we een belangrijke strijd waarin de vakbonden hun uiterste best gedaan hebben alles onder controle te houden. Arbeiders in bedrijven zoals Nissan, SEAT en anderen in de industriegordel van Barcelona hebben massale en bittere mobilisaties georganiseerd. Ook in Galicië zijn de arbeiders uit de bouw en staalindustrie aan het vechten tegen de ontslagen en tegen wat neerkomt op een langzame herstructurering van de industrie.

Deze mobilisaties zijn een voorsmaakje van wat er nog moet komen. De bazen van hun kant vragen van de regering een hervorming van het arbeidsrecht en besnoeiingen in ontslagpremies. Deze druk langs de kant van de kapitalisten en de sombere situatie waarmee miljoenen arbeiders geconfronteerd worden, kan getransformeerd worden in een eengemaakte en veralgemeende respons. De druk op de vakbondsleiding voor een algemene staking zal enorm groeien in de komende maanden.