Het is allemaal bij Ford in Limburg begonnen. De golf van spontane stakingen voor verbeterde koopkracht werd ingezet bij de toeleveringsbedrijven van de automobielreus. Een eerste toegeving van een onderaanneming - hoogstwaarschijnlijk met de zegen van het moederbedrijf - heeft het vuur aan de lont gestoken. Het vuur heeft zich dan als een savannevuur verder verspreid in talrijke bedrijven. Succes zet immers aan tot succes. Vandaag nog blijven die stakingen uitdeinen. Er is veel wrok bij de patroons over die stakingsgolf. Ze beseffen dat ze met de rug tegen de muur staan.

Dat de koppige Ford-directie moest toegeven was tekenend. Als gevolg van de overvolle orderboeken, een krappe arbeidsmarkt en dalende werkloosheid hebben de arbeiders een sterke onderhandelingspositie bekomen. In de automobiel in het bijzonder zorgt de nieuwe organisatie van de productie (onderaanneming, just-in-time-regeling enz.) dat een kleine groep arbeiders de hele productieketen kan lam leggen. Met relatief weinig inspanning bereikt een kleine groep arbeiders een maximaal effect bij een werkonderbreking. De superwinsten van de bedrijven, de schandalig hoge managerslonen en de stijgende prijzen hebben velen uiteindelijk overtuigd dat de tijd rijp was voor actie voor koopkrachtverhoging. Met de rug tegen de muur hebben veel directies ook bij Ford moeten inbinden: uurlonen werden opgetrokken, speciale premies werden toegezegd en maaltijdcheques stegen in waarde.

Patronaat weert zich

Patroons zijn echter slechte verliezers. Dat wisten we al. Bij Ford blijft de directie weken later nog steeds naschoppen. Eerst was er de kwade brief aan het personeel. Dan was er de uitval van Paul Soete, de topman van Agoria. Hij verklaarde de stakingen botweg ‘onwettig' (lees het antwoord van Patrick Humblet hierop). De directie wil nu dat het personeel opdraait voor de gevolgen van de staking. De verliezen die het bedrijf heeft geleden met de stakingen moeten terugbetaald worden. Het verlies voor de Ford Motor Company wordt geschat op twintig miljoen dollar. De internationale directie wil dat Genk dat betaalt. Ook is er een achterstand opgelopen van 4000 wagens. De directie wil die overbruggen door 192 extra arbeiders aan te werven voor een productieverhoging van 1280 tot 1336 wagens per dag vanaf 20 maart. Eerder was de dagproductie opgetrokken van 1260 tot 1280 wagens per dag. Extra zaterdagen werden eveneens ingelast waarop er wordt geproduceerd. Het pauzestelsel is aangepast om meer wagens te kunnen produceren.

Maar de directie denkt ook aan de afschaffing van het gratis busvervoer voor het personeel en de stijging van de maaltijdprijzen in de refter van de fabriek. De vakbonden worden uitgenodigd door de directie om hier over te onderhandelen. De vraag die onmiddellijk opkomt is of de vakbonden echt moeten meewerken met zo een compensatieplan. Wij denken van niet. Het productieverlies is er gekomen als gevolg van de halsstarrige weigering van de directie om in te gaan op de eisen tot koopkrachtverhoging en voor de verlaging van de onmenselijk geworden werkdruk. Indien de directie onmiddellijk had toegeven, dan zou de achterstand in de productie veel kleiner geweest zijn. Dit is een feit. Ze heeft de actiebereidheid van het personeel echter duidelijk onderschat. Ook de pogingen om de vakbondsdelegees en -secretarissen onder druk te zetten hebben evenmin het verwachte resultaat gehad. De druk van onderuit was hiervoor veel te groot.

Kapitalistische concurrentiestrijd

Nu de stakingen achter de rug zijn probeert Ford Genk de bekomen afspraken uit te hollen. Dit is een typische truc van de bazen. Meestal gebeurt dit op een stille manier gespreid over een langere periode van talrijke maanden of zelfs jaren. Nu echter is de concurrentiestrijd tussen automobielgiganten zo hard dat er blijkbaar geen tijd meer te verliezen is. De bikkelharde krachtpatserij om het marktaandeel in deze sector dwingt de directie tot onmiddellijke compensatie. De interne competitie binnen de Fordgroep tussen verschillende zetels vergroot die drang nog eens. Arbeiders van een zelfde Fordmultinational worden dus niet alleen uitgespeeld tegen die van een concurrerend merk. In de Fordgroep worden de verschillende zetels tegen elkaar opgezet. Binnen zo'n systeem van kapitalistische concurrentie zijn de arbeiders steeds aan de verliezende hand. Wat er uit de wacht wordt gesleept door strijd proberen de bazen steeds opnieuw terug te pakken. De inkomensverhoging en drukvermindering die ze hebben moet toekennen met de linkerhand, proberen ze op een sluikse manier terug te pakken met de rechterhand. Dat is het koppige verhaal van alle sociale verworvenheden bekomen onder het kapitalisme. Vandaag is dit meer dan ooit het geval. Binnen het kapitalisme is er geen ruimte voor blijvende verbetering van het lot van de arbeidersklasse. Vandaar het enorme belang de dagdagelijkse vakbondsstrijd te verbinden met een perspectief van socialistische maatschappijverandering.

Er is ongetwijfeld weerstand bij de arbeiders tegen het idee van compensatie voor ‘opgelopen schade'. Het personeel gaat nu toch niet haar eigen loonsverhoging betalen zeker! Om die misnoegdheid onschadelijk te maken hoopt de directie te kunnen steunen op de vakbonden. Vooral dan op de top van onze vakbonden. Dat is zo bij Ford, maar ook in de rest van het land. De voorzitter van het VBO riep daarom onlangs de vakorganisaties op om een einde te stellen aan de blijvende golf van spontane stakingen in de industrie. Het VBO zou zeer graag willen dat de vakbondsleiding politieman speelt in eigen rangen. Dat is niet de rol van een vakbond deze naam waardig. Als de vakbonden hier niet voor zorgen dan zal de directie zelf wel het initiatief nemen.

Vandaar het onthutsende nieuws dat een ABVV-delegee bij Ford zijn mandaat zou ontnomen zijn. Gaby Colebunders is niet de enige die tijdens de januaristakingen zijn rol als vakbondsdelegee ernstig heeft genomen. De taak van een delegee bestaat erin de misnoegdheid en de eisen van de werkvloer te vertolken en te organiseren. Een hele reeks militanten en delegees van ABVV en ACV hebben dit gedaan tijdens de spontane stakingen. Dat heeft kwaad bloed gezet bij de directie.

De patroons zien de vakbond graag als een organisatie die het personeel tot ‘rede' kan brengen en desnoods intoomt wanneer de eisen van de vloer te veel botsen met deze van het ‘bedrijf'. Wat begrepen wordt als de belangen van het bedrijf zijn niets minder dan de winsten van de bazen en de aandeelhouders. Als de directie bij Ford erin slaagt de koopkrachtverhogingen uit te hollen, zet dit het licht op groen voor iets gelijkaardigs in de andere bedrijven. De vakbonden hebben er dus alle belang bij om het been stijf te houden bij Ford en zich als één man te scharen achter Gaby Colebunders en tegen zijn ontslag.

Lees ook het interview met Gaby Colebunders.