Een vakbondsmilitant die bereid is te kijken over het muurtje van zijn werkplaats, zal in dit boek van de socialistische leidster Rosa Luxemburg zijn gading vinden. Dit boek werd geschreven meer dan honderd jaar geleden, net na de massastakingen van Rusland in 1905 tegen het tsarisme. Rosa zorgt niet alleen voor een relaas van deze massastaking maar trekt er ook besluiten uit die vandaag nog zeer actueel overkomen.

Deze massastakingen hadden bij de Duitse arbeidersklasse veel interesse gewekt. "Maar deze belangstelling", zegt Rosa "deze intellectuele honger en revolutionaire actiedrang van de arbeiders kan men niet verzadigen met abstracte hersengymnastiek over de mogelijkheid of de onmogelijkheid van de massastaking. Wel echter door hen de ontwikkeling van de Russische revolutie, de verscherping van de klassentegenstellingen in West-Europa, de verdere innerlijke perspectieven van de klassenstrijd in Duitsland, de rol en de taak van de massa in de komende strijd bij te brengen. Slechts in deze vorm zal de discussie over de massastaking ertoe leiden de geestelijke horizon van het proletariaat te verbreden, zijn klassenbewustzijn te scherpen, zijn denkwijze te verdiepen en zijn daadkracht te stalen."

De strijd tegen het Generatiepact heeft met twee 24-urenstakingen de ‘massastaking' ook weer op de agenda geplaatst in ons eigen land. De spontane stakingsgolf voor de verhoging van de koopkracht sinds het begin van het jaar zal nu ook uitmonden in een nieuwe 24-urenstaking. De kwestie van de ‘algemene staking' krijgt op die manier weer een centrale plaats in de discussies en de acties van de arbeidersklasse in België.

Het verschijnsel ‘massastaking'

Rosa pleitte vurig tegen diegenen die in de Duitse sociaal-democratie beweerden dat de Duitse ziel een algemene staking niet mogelijk maakt. "Algemene staking is algemene nonsens", reageerden de reformisten misprijzend. Rosa analyseert de opkomst van het verschijnsel van de massastaking als volgt: "Indien uit de Russische revolutie iets te leren valt, is het vóór alles dat de massastaking niet kunstmatig ‘gemaakt', niet in het ijle ‘besloten', niet ‘gepropageerd' wordt. Zij is een historisch verschijnsel dat op een zeker ogenblik als een historische noodzakelijkheid uit de sociale verhoudingen voortspruit. Het is helemaal verkeerd zich de massastaking als een afzonderlijke handeling in te denken. De massastaking is veeleer de aanduiding, het totaalbegrip van een jarenlange, wellicht tientallen jaren lange periode van klassenstrijd."

Met andere woorden, de algemene staking is een van de radicaalste uitdrukkingen van de tegenstellingen tussen de klassen. Deze groeit uit een algemene misnoegdheid van de arbeidersklasse. De reformistische leiders van de vakbonden zijn dan verplicht toe te geven aan die ondraaglijke druk van onderuit en roepen zelf op tot stakingen, ja zelfs tot algemene stakingen. De onrust op de werkvloer kan dan niet meer opgevangen worden via de gebruikelijke kanalen van onderhandelingen, akkoorden en het zogezegde consensusmodel.

In veel gevallen wordt de algemene staking voorafgegaan door sectorale of regionale strijdbewegingen die buiten de klassieke oevers van het ‘overleg' treden. Dat is nu precies wat er aan de hand is in België. Het ABVV roept op tot een 24-urenstaking in de herfst. Het zijn diezelfde vakbondsleiders die zich in het voorjaar weerden als een duivel in een wijwatervat om aan te tonen dat ze de stakingsgolf niet hadden ingezet. Een gelijkaardige dynamiek was aan het werk in Rusland in 1905. De eerste protesten werden georganiseerd door de rechtse orthodoxe priester Gapon. Later werd ook vernomen dat Gapon een agent was van de Russische spionagediensten! Wat begon als een vreedzaam bijna religieus protest voor brood, met portretten van de tsaar in de hand, mondde uit in stakingsgolf en een gewapende opstand. Dat is de dynamiek van bewustwording onder de arbeidersklasse. Niet elke stakingsbeweging mondt noodzakelijkerwijs uit in een revolutie. Verre van. De rol van de reformistische leiding en de afwezigheid van een marxistische leiding met een massale aanhang verhindert dat deze massastaking zich omvormt tot een revolutionaire situatie.

Politieke school

Belangrijk is ook te begrijpen is dat het bewustwordingsproces onder de arbeidersklasse bruuske en plotse veranderingen kent die haar uit de dagelijkse routine schudden. In een algemene staking vereenzelvigt de arbeidersklasse zich met... zichzelf. Buiten deze omstandigheden kan individualisme overheersen en vereenzelvigen arbeiders en bedienden zich ofwel met het bedrijf, de baas of de middenklasse. De stakende arbeiders en de bedienden zien zich daarentegen meer als deel van een grotere, afgebakende groep met eigen belangen verschillend van deze van de burgerij. Dat is klassenbewustzijn. De minder politiekbewuste lagen van de arbeidersklasse komen dan in contact met de voorhoede. Op zo'n moment worden oude ideeën en axioma's van de burgerlijke ideologie makkelijker in vraag gesteld. Een algemene staking is een groot politiek vormingsmoment. Tijdens zulke stakingen is het makkelijker om marxistische ideeën uit te leggen. Actieve deelnemers aan een massastaking zijn dan meer geneigd hun eigen ervaringen te veralgemenen en kijken voorbij hun onmiddellijke werksfeer.

Een algemene staking wordt dus niet ‘gemaakt', ze groeit als een reactie de kapitalistische uitbuiting zelf. Dat ze niet gemaakt wordt, betekent echter niet dat er geen voorbereidend werk nodig is door socialistische groepen. Integendeel, deze voorbereiding is onmisbaar: "De onmiddellijke aanleiding voor de beweging was ogenschijnlijk toevallig of van secundair belang. De beweging ontstond op een spontane manier. Maar de vorm die ze aannam was de vrucht van verschillende jaren agitatie gedaan door de sociaal-democraten [toen de naam van de Russische marxisten, n.v.d.r.]." De grote uitdaging voor marxisten bestaat erin de weg te vinden naar de arbeidersklasse op zo'n moment.

Wat Rosa met man en macht probeert uit te leggen in haar boek is dat massastakingen een beslissende etappe kunnen zijn voor revolutionaire veranderingen. Niet elke algemene stakingsgolf leidt automatisch tot een revolutie. Maar in bijna alle revoluties hebben algemene stakingen of veralgemeende stakingsbewegingen een beslissende rol gespeeld. Dat was zo in Rusland in 1905 en 1917 en ook in de Franse revolutie van mei 68.

"De gebeurtenissen van Rusland tonen ons dat de massastaking onafscheidelijk is van de revolutie. De geschiedenis van de massastaking is de geschiedenis van de Russische revolutie. (...) Slechts in een revolutionaire periode, waarin de maatschappelijke grondvesten en de muren van de klassenmaatschappij verbrokkelen en in een toestand van voortdurende verschuiving verkeren, is elke politieke klassenactie van het proletariaat bij machte in enkele uren hele, tot nog toe onaangeroerde lagen van de arbeidersklasse uit de sluimer te schudden. Dat uit zich op natuurlijke wijze onmiddellijk in een stormachtige, economische strijd. De arbeider die plots door de elektrische schok van een politieke actie is wakker geschud, grijpt onmiddellijk en voor alles naar het meest nabij liggende, naar het bevrijdingswapen tegen zijn economische slaventoestand. Het woeste gebaar van de politieke strijd maakt hem plots met ongemene intensiteit bewust van de prangende druk van zijn economische banden."

Vakbondsbureaucratie

Rosa maakt gebruik van de revolutionaire algemene staking in Rusland om de reformistische en bureaucratische tendensen in de Duitse arbeidersbeweging te bekampen. Belangrijk is dat zij probeert een materialistische verklaring te geven van de bureaucratisering van de vakbonden. Ze grijpt in tegenstelling tot uiterst-linkse groepen niet naar het arsenaal van beledigingen of persoonlijke aanvallen om de rol van de reformistische vakbondsleiding te bekritiseren. Als een ervaren marxist vindt zij de verklaring voor het reformisme en de bureaucratisering van de vakbonden in de vijftien jaar lange economische groei en politieke kalmte waarin het Duitse leven is ondergedompeld. Deze opgang zorgt ervoor dat de vakbondsleiding opgeslorpt wordt in deze ‘kleine economische oorlogen' die haar horizon sterk inperken. Rosa schrijft hierover scherpzinnig:

"De specialisering van hun beroepswerkzaamheden als vakbondsleider, evenals de beperkte horizon die verbonden is met geïsoleerde economische conflicten in een rustige periode, leiden bij vakbondsbesturen al te makkelijk tot bureaucratie en tot een zekere bekrompenheid van opvatting. Dit uit zich echter als een reeks tendensen die voor de toekomst van de vakbondsbeweging zelf beslissend kunnen zijn. Daartoe behoort vooral de overschatting van de organisatie, die van een middel tot het doel langzamerhand het doel zelf wordt en tot hoogste goed uitgroeit, waaraan de belangen van de strijd zouden moeten worden ondergeschikt. Van daaruit is ook die openlijk toegegeven behoefte aan rust te verklaren, evenals het terugschrikken voor een groter risico en de ingebeelde bedreigingen voor het bestaan van de vakbonden, de onzekerheid tegenover grotere massa-acties, verder de overschatting van de strijdwijze van de vakbonden zelf, van hun perspectieven en hun resultaten. De voortdurend door de kleine economische oorlog in beslag genomen vakbondsleiders, wier taak het is aan de arbeiders de hoge waarde voor te spiegelen van elk nog zo gering economisch succes, elke loonsverhoging of verkorting van arbeidsduur, beginnen zelf langzamerhand de grotere samenhang en het overzicht over de algemene situatie te verliezen."

Dit zorgt op zijn beurt voor groeiende spanningen met de socialistische visie van deze vakbondsleiders, namelijk het begrip dat de arbeidersklasse enkel en alleen dankzij socialisme tot echte emancipatie kan komen. Rosa schrijft: "Men zoekt tastend naar een ‘nieuwe vakbondstheorie', naar een theorie die in tegenstelling tot de sociaal-democratische leer, in het kader van de kapitalistische ordening geheel onbegrensde vooruitzichten van economische opgang van de vakbonden zou wettigen."

Vandaar dat de socialistische vakbondsleiding de eigen ideologie overboord wil gooien, met alle gevolgen van dien. Opnieuw ontleedt Rosa dit proces nauwkeurig. "Het opgeven door de vakbonden van de theorie van het wetenschappelijk socialisme zou voor de Duitse vakbonden een onmiddellijk verlies van heel hun overwicht over de burgerlijke vakbonden betekenen, de val van hun huidige hoogte tot een niveau van hopeloos tasten."

Klinkt dit niet modern in de oren van ABVV-militanten vandaag? Er wordt nog slechts op weinig plaatsen in de vakbondsvorming over socialisme gesproken. Tegelijk geeft het vakbondsapparaat weinig blijk van doelmatig de klassenstrijd te organiseren, het lijkt eerder hopeloos te tasten.

Veel andere aspecten van de vakbondsstrijd en meer algemeen van de klassenstrijd worden kritisch geanalyseerd door Rosa Luxemburg: hoe een algemene staking ontstaat, de onafhankelijkheid en de neutraliteit van de vakbonden, hoe vakbondsmensen opgeslorpt worden en verdrinken in het dagelijkse werk en hoe ze er niet meer in slagen door de bomen het bos van de strijd voor socialisme te zien. Dit is zonder twijfel aanbevolen lectuur voor marxisten in de vakbond, maar zeker ook voor al die linkse vakbondsmilitanten voor wie "de vakbondsbeweging niet datgene is wat zich in de verklaarbare maar verkeerde illusie van een minderheid van vakbondsleiders spiegelt, maar wat in het bewustzijn leeft van de grote massa proletariërs die voor de klassenstrijd gewonnen zijn."

Je kan via de volgende link dit meesterwerk lezen: Massastaking, partij en vakbonden