7 juli vond de finale plaats van het WK 2019 Vrouwenvoetbal, waarin de Verenigde Staten wonnen van Nederland. Tijdens de inhuldiging van het team werd er massaal "equal pay, equal pay" gescandeerd.

Aangezien voetbal onderdeel is van de samenleving waarin we leven, heeft het ook dezelfde soort problemen als onze samenleving. De weg naar gendergelijkheid, zowel in de voetbalwereld als in de samenleving in het algemeen, is nog erg lang.

Voor het eerst heeft het kampioenschap de ruimte gekregen in de massamedia en dit is geen toeval: het is een van de gevolgen van de vrouwenstrijd voor gelijkheid, welke ook effecten heeft op de sportwereld. Natuurlijk is meer ruimte op de massamedia geen overwinning en betekent dit niet dat de strijd over is, ook omdat in veel gevallen de strijd voor emancipatie gebruikt wordt door media en bedrijven om een 'progressief gezicht' te tonen en er financieel een slagje uit te slaan. Denk bijvoorbeeld aan de commercialisering van Gay Pride, zoals in Amsterdam gebeurt.

Het is niet alleen zo met voetbal: ook met andere teamsporten wordt er meer aandacht gegeven aan de mannenteams dan aan de vrouwen; de enige uitzondering is handbal, in ieder geval in Europa, omdat dit wordt meer dan andere sporten wordt beschouwd als een ‘vrouwensport'.

Voetbal is wel de sport waarin machocultuur het meest zichtbaar is en waar de salariskloof de smakeloze kers op de taart is.

Een beetje geschiedenis

Vrouwenvoetbal begon in Groot-Brittannië in het laatste decennium van de 19e eeuw. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het Dick Kerr's Ladies F.C. een van de beroemdste teams. Het werd in Preston opgericht in 1917, door vrouwelijke arbeiders van de wapenfabrikant Dick, Kerr & Co. Hun wedstrijden haalden geld op voor gewonde soldaten en hun families. In 1921 hadden ze 10 miljoen pond opgehaald aan donaties.

Ondanks de populariteit van de sport, werd het vrouwenvoetbal tussen 1921 en 1971 door de Football Association in de ban gedaan, omdat "voetbal niet geschikt was voor vrouwen en daarom niet aangemoedigd moest worden." Dezelfde ban was van kracht in Duitsland, Brazilië en Nederland. In landen waar er geen officiële ban was, vond er op andere wijze discriminatie plaats.

De eerste poging om de sport in Nederland te organiseren, was bij Sparta Rotterdam in 1896, welke direct tegengehouden en verboden werd door de Nederlandse Voetbalbond (voorloper KNVB). Toen vrouwen op clubniveau begonnen te spelen in 1955, werden zij niet erkend door de KNVB tot 1971.

De situatie in Europa begon te veranderen in de jaren '60 en '70, een periode van intense klassenstrijd. Op andere continenten moest men wachten tot de jaren '80 of '90. Terwijl het mannenvoetbal in de jaren '70 een miljoenensport begon te worden, begonnen de Europese federaties met scepsis de officiële vrouwencompetities te organiseren. Velen dachten nog steeds dat de plaats van de vrouw in het huishouden was, en al helemaal niet op het midden van een veld om tegen een bal te trappen. Het eerste officieuze WK Voetbal Vrouwen werd gehouden in Italië in 1970. Men moest echter wachten tot 1991 voor het eerste officiële WK Voetbal Vrouwen, gehouden in China.

Het probleem van professionalisering en de salariskloof

De groeiende populariteit van de sport betekende niet direct dat de problemen opgelost werden. Een van de meest besproken problemen is dat van professionalisering en haar directe gevolgen. Voor mannelijke spelers is het voetbal hun baan, wat betekent dat zij ermee rond kunnen komen: ze hebben een salaris (vaak extreem hoog), ze hebben rechten, etc.

Volgens het 2017 FIFPro Women Football Global Employment Report, worden professionele vrouwelijke spelers niet altijd als zodanig erkend door hun belanghebbenden. 24 procent van de spelers ziet zichzelf als professional. Interessant genoeg erkent FIFA enkel 18 procent van de vrouwelijke spelers als professional volgens haar standaarden, welke inhouden: een geschreven contract en een hogere betaling voor voetbalactiviteiten dan de gemaakte onkosten.

Geen contract hebben, betekent ook dat men geen belangrijke basisrechten heeft, zoals bijvoorbeeld zwangerschapsverlof, pensioen of doorbetaling bij ziekte. Dit is het geval bij veel voetbalclubs en landenteams. In september 2017 ging het Argentijnse nationale vrouwenteam in staking over het niet ontvangen van een adequate compensatie voor twee maanden aanwezigheid in een trainingskamp. In hetzelfde jaar protesteerden Ierse spelers, omdat de Ierse federatie niet akkoord ging met het compenseren van spelers die vakantiedagen of onbetaald verlof moesten opnemen van hun bijbaan: sommige spelers konden toen niet meespelen met het nationale team. Het enige land dat akkoord ging met gelijke arbeidsvoorwaarden voor mannen- en vrouwenteams, in 2017, is Noorwegen. Vandaag de dag is het nog steeds het enige land.

Het gemiddelde maandsalaris voor vrouwelijke spelers is ongeveer €527, een bedrag dat mannelijke spelers binnen een dag kunnen terugverdienen. Een studie door Sporting Intelligence in 2017 wees erop dat in de top zeven vrouwenliga's (81 teams en 1.693 spelers) de clubsalarissen voor spelers gezamenlijk op €38,4 miljoen uitkomen. Om dat in context te plaatsen, Paris Saint-Germain aanvaller Neymar verdiende €36,8 miljoen in 2017-18. In deze omstandigheden hebben veel vrouwelijke spelers (ongeveer 60 procent) een tweede baan nodig buiten het voetbal.

Gezien het goede resultaat van het Nederlandse vrouwenteam in het laatste WK, heeft de KNVB besloten om vrouwen hetzelfde te betalen als mannen, maar dit zal pas in 2023 plaatsvinden. Ajax zou de eerste club worden om vrouwelijke spelers hun eigen arbeidsovereenkomst te laten tekenen. Eindelijk! Terwijl de Eredivisie voor de mannen een rijke divisie is (hoewel niet op hetzelfde niveau als de Britse Premier League of de Spaanse Liga), heeft haar vrouwelijke tegenhanger echter een geldprobleem. Een rapportage van NOS vermeldde dat de Eredivisie voor vrouwen slechts negen actieve clubs had afgelopen seizoen. Een van deze, Achilles '29 (uit Groesbeek), heeft het vrouwenteam opgeheven wegens geldproblemen. Andere vrouwenteams hebben ook moeite om het hoofd boven water te houden. Dit laat simpelweg zien dat het geld voor de show niet gelijk verdeeld wordt en dat de mannen natuurlijk ook hier winnen.

Discriminatie

Zoals zo vaak gebeurt, zijn vrouwen slachtoffer van dubbele onderdrukking: op de werkvloer en in de samenleving als geheel. Helaas is deze regel dus ook van toepassing in de voetbalwereld.

Een enquête opgesteld door de World Footballers' Association, die in 2017 werd gehouden onder 3.600 vrouwelijke spelers, kwam erachter dat 17,5 procent van de spelers wijdverbreide discriminatie ervoer op grond hun geslacht, niet alleen vanuit fans maar ook vanuit het clubbestuur. Het is hetzelfde verhaal met hen die zich slachtoffer verklaarden van homofobie (5,4 procent, onder de Marokkaanse spelers zelfs 60 procent), racisme (4,5 procent) en seksuele intimidatie (3,5 procent).

Een extreem voorbeeld van discriminatie is er in Kameroen: hier staat de federatie van het mannenvoetbal het niet toe dat vrouwen hun stadions en trainingskampen gebruiken voor wedstrijden en trainingen.

De problemen waar vrouwelijke voetballers tegenop lopen zijn meer dan alleen zichtbaarheid in de massamedia, het gaat hier om basale rechten!

Red de sport, versla het kapitalisme

FIFA's oplossing voor de discriminatie in het vrouwenvoetbal, is om het te veranderen in een winstgevende zaak voor een kleine groep mensen, net als het mannenvoetbal. Zo wordt het een gemakkelijke inkomstenbron voor rijke zakenlieden, terwijl het voor gewone mensen minder toegankelijk wordt. Denk aan stijgende ticketprijzen (in het bijzonder voor topteams) of wedstrijden die gespeeld worden tijdens normale werkuren; goed voor sponsors maar niet voor werkende mensen.

Eigenlijk wil FIFA dus van het ene naar het andere uiterste gaan. Het lijkt op een kleine beloning om de vrouwelijke voetballers de mond te snoeren. Dit zou geen overwinning zijn, noch voor de spelers noch voor de fans. Voetbal is geen aparte wereld, maar een structuur binnen het kapitalistische systeem en moet daarom de kapitalistische regels volgen. Het is geen toeval dat het bijna altijd dezelfde grote clubs zijn die de grootste toernooien winnen: wie geld heeft kan de beste spelers en sponsors te pakken krijgen. De rest kan op een wonder wachten.

Wij zijn echter materialisten en geloven niet in wonderen. We geloven dat vooruitgang enkel door organisatie en strijd mogelijk is en dat het kapitalisme geen oplossingen biedt. Enkel met de controle van spelers en fans over de clubs, kunnen we het voetbal terugpakken van het grootkapitaal en zorgen voor gelijke beloning en betaalbare tickets.