Wie zal de volgende president van de VS worden? Voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis weet men twee weken na de stembusslag nog altijd niet wie president zal worden. Het kiescollege staat onder vuur in de media en misschien straks ook in de rechtbank.

Wat is het kiescollege?

Het kiescollege bestaat uit een groep kiesmannen, aangewezen door politieke partijen en verkozen via gewone verkiezingen, die samenkomen om een president en vice-president te verkiezen. De opstellers van de grondwet verkozen dit verkiezingssysteem boven directe algemene verkiezingen omdat het in de 18de eeuw moeilijk was om je te verplaatsen en er geen nationale partijen bestonden. Ze vreesden dat vele plaatselijke kandidaten de stemming onnodig zou verdelen.

Door de jaren heen werden de nadelen van het kiescollege steeds duidelijker. Het kan immers een president aanduiden die geen meerderheid van de kiezers achter zich heeft. Als we de feiten natrekken zien we dat dit al 15 keer is voorgevallen. De recentste gevallen zijn 1992 en 1996, toen Clinton respectievelijk 43 en 49% van de stemmen behaalde. En al drie keer won een presidentskandidaat die minder stemmen behaalde dan zijn rivaal, maar meer kiesmannen achter zich kon krijgen.

En wat met “het volk”?

De eerste regel van de Amerikaanse grondwet luidt: “Wij het volk” (we the people). Maar wordt ‘het volk’ gehoord in de verkiezingen? Het antwoord is duidelijk. Door de huidige vaudeville is het niet langer mogelijk om de ondemocratische natuur te verbergen van de interpretatie die gegeven wordt aan de grondwet en wetten van de VS.

Vandaag kiest maar een kleine minderheid de president. Historisch gezien bestaan de kiezers vooral uit de midden- en de heersende klasse. Uiteindelijk beslissen alleen zij wie er het best kan zorgen voor de gezondheidszorg, de sociale zekerheid en het openbaar onderwijs. Allemaal zaken waarvan zij geen gebruik maken en niet afhankelijk van zijn.

Mobiliseren om te stemmen

De strijd tussen Gore en Bush was de duurste verkiezingsstrijd uit de geschiedenis. Beide partijen en verschillende belangengroepen zoals de NAACP (National Association for the Advancement of Colored Peo-ple) spendeerden miljoenen dollars enkel en alleen om kiesgerechtigden aan te sporen om te komen stemmen. De verkiezingen resulteerden dan ook in de grootste opkomst sinds lang, ook al toont de situatie in Florida aan dat de kandidaten niet echt geïnteresseerd zijn in de stemmen van de etnische minderheden. In Florida blijkt dat men niet eens de opinie van alle stemgerechtigden wil of moet kennen tijdens de verkiezingen. De president is verkozen alvorens alle stemmen geteld zijn.

Wat nu gedaan?

Momenteel zijn er al betogingen gepland in 97 Amerikaanse steden. Zwarte actiegroepen in Florida dreigen met rellen indien er geen herverkiezingen komen. Gore steunde op de vakbonden om populaire steun te verkrijgen en het is duidelijk dat het nu hun taak is democratie en gerechtigheid te eisen. De arbeiders van de VS hebben de macht (indien ze willen), niet de kandidaten, niet de regering en niet degenen die de wetten maken. Vakbondsleden zouden hun organisaties moeten aanzetten om de ontbinding van het kiescollege en nieuwe democratische verkiezingen te eisen en dit kracht bij te zetten met acties.